HOOFDSTUK 1 |
INLEIDENDE REGELS
|
|
In deze regels wordt verstaan onder:
|
Artikel 1 |
Begrippen
|
1.1 |
plan:
|
|
het projectbesluit Fietsverbinding Stolwijkersluis van de gemeente Gouda;
|
1.2 |
projectbesluit:
|
|
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0513.1201PBFietsverbZWR-DF01 met de bijbehorende regels;
|
1.3 |
bebouwing:
|
|
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
|
1.4 |
bestemmingsgrens:
|
|
de grens vormt van een bestemmingsvlak;
|
1.5 |
bestemmingsvlak:
|
|
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
|
1.6 |
bouwen:
|
|
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
|
1.7 |
bouwwerk:
|
|
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bedoeld om ter plaatse te functioneren;
|
1.8 |
extensieve dagrecreatie:
|
|
die vormen van openluchtrecreatie, waarbij vooral het landschap of bepaalde aspecten daarvan worden beleefd, zoals wandelen en fietsen, waarbij relatief weinig recreanten aanwezig zijn per oppervlakte-eenheid;
|
1.9 |
niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
|
|
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt;
|
1.10 |
recreatief medegebruik:
|
|
een recreatief medegebruik van gronden voor extensieve dagrecreatie, dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
|
Artikel 2 |
Wijze van meten
|
|
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
|
2.1.1 |
(bouw)hoogte van een bouwwerk:
|
|
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
|
HOOFDSTUK 2 |
BESTEMMINGSREGELS
|
Artikel 3 |
Agrarisch
|
3.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
|
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
|
|
- weidebouw en veeteelt, met uitzondering van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en kassen;
- extensief recreatief medegebruik;
- groenvoorzieningen en voet- en fietspaden;
- een fietstunnel;
- bruggen;
- water.
|
3.2 |
Bouwregels
|
|
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
|
|
- gebouwen niet zijn toegestaan;
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 m, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 m mag bedragen.
Artikel 4 |
Leiding - Riool
|
4.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
4.1.1 |
De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn primair bestemd voor een rioolpersleiding met de daarbij behorende bouwwerken en andere werken.
|
4.1.2 |
De als zodanig aangewezen gronden zijn secundair bestemd voor de doeleinden van de onderliggende bestemmingen.
|
4.2 |
Bouwregels
|
4.2.1 |
Op de in sublid 4.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
|
4.2.2 |
Ten dienste van de in sublid 4.1.2 bedoelde doeleinden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
|
4.3 |
Ontheffing van de bouwregels
|
|
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in sublid 4.2.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de aangegeven onderliggende bestemmingen, op voorwaarde, dat:
|
|
- de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
- alvorens de ontheffing te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
|
4.4 |
Aanlegvergunning
|
4.4.1 |
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) binnen de in sublid 4.1.1 bedoelde bestemming de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
|
|
- het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen;
- het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze ingraven dan wel indrijven van voorwerpen;
- het uitvoeren van grondwerkzaamheden;
- het aanbrengen van oppervlakteverharding.
|
4.4.2 |
Het bepaalde in sublid 4.4.1 is niet van toepassing op het uitvoeren van werken en werkzaamheden:
|
|
- in het kader van het onderhoud of beheer van de leiding;
- van geringe omvang of gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de leiding;
- van niet ingrijpende betekenis;
- waarvoor reeds een vergunning is afgegeven.
|
4.4.3 |
Een vergunning als bedoeld in sublid 4.4.1 wordt slechts verleend indien door de werken en werkzaamheden geen schade kan ontstaan aan de leiding.
|
4.4.4 |
In het kader van de beoordeling van een aanvraag om aanlegvergunning als bedoeld in sublid 4.4.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
|
|