De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de uitoefening van aan haven en/of visserij gerelateerde bedrijfsactiviteiten voor zover deze behoren tot ten hoogste milieucategorie 3.2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
b. op de visserij gerichte detailhandel en horeca en met de visserij samenhangende recreatieve activiteiten alsmede voor dagrecreatieve activiteiten met bijbehorende detailhandels- en horeca-voorzieningen;
c. ter plaatse van de aanduiding ‘specfieke vorm van bedrijventerrein - milieubelastende stoffen’: tevens voor inzameling, distributie en opslag van milieubelastende stoffen;
alsmede voor:
d. verhardingen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming, waaronder begrepen parkeervoorzieningen, verkeers- en verblijfvoorzieningen, open terrein voor opslag, laad- en losplaatsen, nutsvoorzieningen en verkeersvoorzieningen voor de scheepvaart;
met dien verstande dat:
e. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen perceelsgrens van het bedrijf ligt;
f. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
g. vestiging
van kantoren niet is toegestaan met uitzondering van bedrijfsgebonden kantoren
met een bruto vloeroppervlak dat minder bedraagt dan 50% van het totale bruto
vloeroppervlak en minder is dan
h. realisatie van bedrijfswoningen expliciet is uitgesloten.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein - milieubelastende stoffen’ worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de maximale bouwhoogte die op de verbeelding is aangeduid;
c. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan het maximale bebouwingspercentage dat op de verbeelding is aangeduid;
d.
de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens bedraagt ten minste
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
a.
maximaal
b.
maximaal
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
a. lid 4.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in een categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten die één hoger is dan op grond van de doeleindenomschrijving is toegelaten, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) kan worden geacht te behoren tot de toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
b. lid 4.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan, met inachtneming van artikel 3.6 Wro ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied’ te wijzigen om bebouwing ten behoeve van de bestemming toe te staan, met dien verstande dat:
a. ten hoogste 40% van de bedoelde gronden mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen;
b.
ten minste 1
parkeerplaats per
c.
ten minste 1
parkeerplaats per
d.
de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste
Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is slechts mogelijk nadat:
a. aangetoond is dat er geen significant negatief effect op het Natura 2000-gebied optreedt, zulks in overleg met het bevoegd gezag;
b. er akoestisch getoetst is op de nomen van het nabijgelegen stiltegebied;
c. aangetoond is dat er geen significant negatieve effecten zijn voor de scheepvaart, zulks in overleg met de havenbeheerder;
d. het overstromingsrisico inzichtelijk is gemaakt en er een onderbouwde afweging is gemaakt over de maaiveldhoogte;
e. de gevolgen voor zowel de rijksweg als het onderliggend wegennet inzichtelijk zijn gemaakt met behulp van een mobiliteitstoets, mede op grond van het te verwachten aantal bezoekers, zulks in overleg met de betrokken wegbeheerder;
f. een waterhuishoudingsplan is overlegd dat rekening houdt met de belangen van de waterkering en dat inzicht geeft in de waterkwaliteit en waterkwantiteit, zulks in overleg met de waterbeheerder;
g. de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening inzichtelijk zijn gemaakt, zulks in overleg met de Veiligheidsregio.