Plan: | Vlijweide Scholenlocatie Noordendijk |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0505.BP208Noordendijk-1001 |
Bijlage 1 van dit bestemmingsplan bevat de begripsbepalingen voor de toepassing van dit bestemmingsplan.
Bijlage 2 van dit bestemmingsplan bevat bepalingen voor de wijze van meten in dit bestemmingsplan.
Dit bestemmingsplan is voor het plangebied Vlijweide Scholenlocatie Noordendijk gericht op het realiseren van een woongebied dat in 2030 voldoet aan de volgende doelen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
b. het oppervlak van de kerk bedraagt maximaal het bestaande oppervlak;
c. de bouwhoogte van het gebouw voor de scouting bedraagt maximaal 5 meter;
d. het bebouwingspercentage voor het gebouw van de scouting bedraagt maximaal 80% van het bestemmingsvlak.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
De voor 'Ontwikkelingsgebied' aangewezen gronden zijn met het oog op de doelen in artikel 3 bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Bron | Aantal woningen | Hogere waarde | wettelijk maximum | aanvullende eisen |
Noordendijk | 70 | 53 dB | 53 dB | Zie de beoordelingsregels geluid (hoofdstuk 2, bijlage 3) |
Oranjelaan | 70 | 53 dB | 53 dB | Idem |
Baden Powellaan 30 km/u | 70 | n.v.t. | n.v.t. | Maximaal 53 dB met inachtneming van de beoordelingsregels geluid (hoofdstuk 2, bijlage 3) |
Tabel 1: hogere waarden geluidhinder
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, schaal, kleuren, materiaalgebruik, gevelgeleding, gevellengte, hoogtedifferentiatie, kapvorm, silhouetvorming en rooilijnsituering van de bebouwing, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, waaronder de privacy van omwonenden mede is begrepen, de ruimtelijke structuur en de beeldkwaliteit.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te verrichten voor het bouw- en woonrijp maken van de gronden en de inrichting van het zoetwatergetijdegebied.
Een omgevingsvergunning wordt verleend indien voldaan wordt aan:
Het verbod is niet van toepassing op regulier onderhoud van tuinen en openbaar gebied.
Bij de aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in 6.4 wordt een inrichtingstekening ingediend schaal 1 op 1:1000 waarop aangegeven staat:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning verhardingen aan te brengen op gronden die op de inrichtingstekening als bedoeld in 6.5 aangewezen zijn voor tuin of openbaar groen.
Een omgevingsvergunning wordt verleend indien uit een aangepaste inrichtingstekening blijkt dat aan de klimaateisen van 6.4.2 sub b. juncto hoofdstuk 3 van bijlage 3 wordt voldaan.
Het is verboden de gronden of bouwwerken te gebruiken voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit artikel als met een aanvraag omgevingsvergunning activiteiten bouwen en/of bouw- en woonrijp maken en/of verharden hetzelfde resultaat wordt bereikt op de doelen van artikel 3.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor Water - Natuurwaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te verrichten voor het inrichten van het zoetwatergetijdegebied.
Een omgevingsvergunning wordt verleend indien voldaan wordt aan de eisen voor klimaatadaptief inrichten, zoals opgenomen in de beoordelingsregels Klimaatadaptief bouwen en inrichten in hoofdstuk 3 van bijlage 3 van deze regels.
Activiteiten in de jachthaven mogen niet leiden tot onevenredige hinder voor omwonenden.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 onder b.
Toepassing van deze bevoegdheid is alleen mogelijk onder de volgende voorwaarden:
Voordat burgemeester en wethouders over de aanvraag van de omgevingsvergunning beslissen, winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
De in 10.1 bedoelde omgevingsvergunningen worden slechts verleend indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke structuur en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en opstallen.
In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en / of oppervlakten, van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 11.1 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
De regels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn ingeval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van 11.3.1 onder a. voor ondergrondse bouw buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen de aanduiding 'bouwvlak'
worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en reclame-uitingen, buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 m wordt overschreden.
Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden. Bij de beoordeling van een aanvraag van een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de "Beleidsregels parkeren bij nieuwbouwprojecten" bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging. Daarnaast gelden de beoordelingsregels over parkeren als onderdeel van hoofdstuk 1 van bijlage 3.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.5.1 en 11.5.2:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen:
Het gebruik van ruimten van een woning ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep en/of een aan huis verbonden beroep, waaronder mede verstaan de uitoefening van een bed & breakfast-voorziening met maximaal 4 bedden, is niet in strijd met de regels van dit plan voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunnning afwijken van 12.2.1 onder a, b, c, d en f voor:
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen is in strijd met de regels van dit plan.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
PM
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Vlijweide Scholenlocatie Noordendijk'.
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
plan: het bestemmingsplan “Vlijweide Scholenlocatie Noordendijk" met identificatienummer NL.IMRO.0505.BP208Noordendijk-1001 van de gemeente Dordrecht.
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aan huis verbonden beroep: een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
atelier: de werkruimte van een kunstenaar.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bebouwingspercentage: een verbeelde of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
bed en breakfast: het op kleinschalige wijze tegen betaling verstrekken van kortstondig toeristisch nachtverblijf in een woning door de bewoner van de woning.
belhuis en internetcafe: een inrichting waarvan de bedrijfsvoering onder welke benaming dan ook is gericht op het tegen betaling bieden van gelegenheid tot elektronische berichtenuitwisseling in de vorm van telefonie of door middel van toegang tot het internet.
bestaand (in relatie tot bebouwing): bebouwing aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
bestaand (in relatie tot gebruik): gebruik dat bestaat ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan.
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel.
bouwrijp maken : In het exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken voorzien:
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden -hieronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen- aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering
van een afhaalwinkel/-centrum.
evenement: evenementen en grootschalige evenementen als bedoeld in afdeling 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening.
hoofdgebouw: Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet opdie bestemming het belangrijkst is.
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
mantelzorg: Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
peil: voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; voor bouwwerken die op of boven water worden gebouwd: de waterlijn; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van afgewerkte maaiveld ter plaatse van het te bouwen bouwwerk.
seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig), waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen
worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam-)prostitutiebedrijf (waaronder begrepen een seksclub), een privéhuis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop als dan niet in combinatie met elkaar.
straatmeubilair: bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals: verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken; telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame; kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen; afvalinzamelvoorzieningen.
vrij beroep: een beroep uitgeoefend op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig,
ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
wonen: het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van onzelfstandige woonruimte of het gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat bewoning in onzelfstandige woonruimte in een pand beperkt is en blijft tot maximaal vier personen.
wooneenheden: een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, en/of voor de huisvesting van maximaal drie personen naast de huishouding, of voor de huisvesting van maximaal vier personen, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding.
woonschip: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk voor wonen wordt gebruikt en daartoe is ingericht.
Voor de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens.
de bedrijfsvloeroppervlakte: binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
Deze bijlage bevat de beoordelingsregels voor de toetsing van aanvragen omgevingsvergunning. De beoordelingsregels maken onderdeel uit van het bestemmingsplan. Bij besluit van de raad van ... zijn burgemeester en wethouders bevoegd om deze regels te wijzigen.
Hoofdstuk 1 bevat de eisen voor de ruimtelijke kwaliteit inclusief mobiliteit.
Hoofdstuk 2 bevat de beoordelingsregels voor het onderdeel geluid.
Hoofdstuk 3 bevat de beoordelingsregels voor het onderdeel klimaatadaptief bouwen en inrichten.
Hoofdstuk 4 bevat de beoordelingsregels voor het onderdeel bewegen en spelen.
De volgende eisen (uit de bouwenvelop) gelden als beoordelingsregels:
Zoetwater getijdelandschap
Landschap en behoud bomen
Ontsluiting auto
Ontsluiting voetganger/OV
Parkeren
Vloerpeilen en hoogteverschillen
Voor geluidgevoelige bestemmingen waarbij de gevelbelasting vanwege wegverkeer (50 km- en 30 km-wegen) groter is dan de voorkeursgrenswaarde (48 dB) en maximaal 53 dB bedraagt gelden de volgende voorwaarden:
Als hoofdregel geldt dat 5% van de gronden van de bestemming 'Ontwikkelingsgebied' ingericht dient te worden als speelruimte en dat deze in combinatie met groen moet worden aangelegd.