Plannaam:
Weeskdklaanvn
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP194Weeskdklaanvn-3001

HOOFDSTUK 5 Juridische planbeschrijving

 

5.1 Planmethodiek

De verschillende bestemmingen zijn met hun bouwgrenzen direct van de verbeelding af leesbaar.

Door middel van ruime bestemmingen en mogelijkheden van afwijking (ontheffing) en wijziging is in de gebieden die daarom vragen de nodige flexibiliteit opgenomen.

Voor de opzet van de regels is aansluiting gezocht bij de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008).

 

5.2 Inleidende regels

In dit hoofdstuk van de regels is een aantal begrippen verklaard die gebruikt worden in de regels. Een en ander voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen. Daarnaast is het artikel "wijze van meten" opgenomen waarin bepaald is hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moet worden.

 

5.3 Bestemmingen

In iedere bestemming is in de bestemmingsomschrijving aangegeven voor welke doeleinden de aangewezen gronden zijn bestemd. Daarna wordt in algemene zin aandacht besteed aan de bouwregels, de ontheffingen, en eventueel nadere eisen en specifieke gebruiksregels.

In het gehele plangebied wordt gewerkt met bouwvlakken waarbinnen de zogenaamde hoofdbebouwing is toegestaan.

Uitgangspunt is dat de bouwvlakken zijn gelegd om de huidige hoofdbebouwing. De toegestane hoogtemaat voor de hoofdbebouwing is afgestemd op de huidige situatie en is op de verbeelding aangegeven.

Buiten het bouwvlak is vaak een (achter)erf gelegen waarop onder bepaalde voorwaarden het oprichten van bebouwing is toegestaan.

Artikel 3 -Bedrijf

De bebouwingsmogelijkheden binnen de bestemmingen "Bedrijf" zijn, gezien het consoliderende karakter van het bestemmingsplan, ontleend aan de bestaande bebouwingssituatie. Waar geen bebouwing aanwezig is zijn de bebouwingsmogelijkheden ontleend aan het geldende bestemmingsplan en de bouwverordening.

In de bestemming zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot milieuzonering, industrielawaai risicovolle activiteiten, bedrijfswoningen, kantoren en ondergeschikte detailhandel en buitenopslag. Op de milieu-onderwerpen wordt nader ingegaan in hoofdstuk 4 - Omgevingsaspecten.

Het verkooppunt voor motorbrandstoffen aan de Dokweg krijgt een maatbestemming. Er zijn plannen voor verplaatsing naar een andere locatie, waarna het vrijkomende gebied kan worden (her-)ingericht voor verkeer en groen. Omdat er een reële kans is dat deze wijziging zich binnen de planperiode voordoet, is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen onder de algemene bepalingen.

Verder wordt bij deze bestemming het volgende opgemerkt.

Voor bedrijfswoningen geldt het uitgangspunt dat de aanwezigheid daarvan op bedrijventerreinen niet gewenst is. Woonfuncties zijn nu eenmaal gevoelig voor milieuinvloeden en andersom levert de aanwezigheid van woningen nabij bedrijven beperkingen op voor de bedrijfsvoering. Daarom wordt het realiseren van nieuwe woningen niet toegelaten. Bestaande bedrijfswoningen zijn via een maatbestemming alsnog positief bestemd.

Binnen de bedrijfsbestemmingen zijn kantoren alleen toegestaan wanneer die ten dienste staan van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, de zogenaamde 'bedrijfsgebonden kantoren'. Voor deze bedrijfsgebonden kantoren geldt dat het vloeroppervlak ten hoogste 50% van het totale bedrijfsvloeroopervlak mag zijn, met een maximum van 3.000 m2.

De bedrijfsbestemming sluit verder detailhandel uit. Deze functie hoort in beginsel thuis in de winkelgebieden. Een uitzondering wordt gemaakt thans aanwezige detailhandel, zoals de Praxis Bouwmarkt aan de Ampèrestraat. Daarnaast voorziet het plan in de mogelijkheid van ondergeschikte detailhandel bij bedrijven. Hiervoor geldt een enkele jaren geleden vastgestelde beleidsregel die onder voorwaarden (o.a. maximaal 5% van de totale bedrijfsomzet) ondergeschikte detailhandel mogelijk maakt. Deze regel wordt standaard in bestemmingsplannen toegepast.
Tot slot is voor buitenopslag bepaalt dat dit in beperkte mate mag plaatsvinden.

Het pand Weeskinderendijk boven 213 d en f is aangeduid als cultuurhistorisch waardevol. Om te voorkomen dat deze bebouwing zondermeer kan worden gesloopt is in de regels een sloopstelsel opgenomen.

Artikel 4 - Gemengd
De bestemming geldt voor de locaties waar sprake is van functiemenging. De menging betreft kantoren, detailhandel (auto's, motoren, boten, caravans), bedrijf en openbare dienstverlening.

Door middel van aanduidingen is geregeld waar welke functies zijn toegelaten. Het gebouw van Rijkswaterstaat bij de tunnel is bestemd voor openbare dienstverlening.

Bouwen is alleen toegestaan binnen het bouwvlak. Met name in de strook langs de Oude Maas is de bouwgrens strak om de bestaande bebouwing gelegd. Behalve dat er ruimtelijk nauwelijks mogelijkheden zijn voor uitbreiding van deze bebouwing is dit vanwege de externe veiligheidssituatie niet mogelijk. Met het ook op eventuele plasbranden op de rivier dient bebouwing voldoende afstand te houden tot de oever.

In dit artikel is een bepaling opgenomen in verband met de Drechttunnel die gedeeltelijk binnen deze bestemming ligt.

Artikel 5 - Groen
Deze bestemming is opgenomen voor het structureel groen in het plangebied. Niet structureel groen valt in de regel onder andere bestemmingen zoals de bermen en snippergroen langs wegen in de bestemming Verkeer.

De inhoud van de bestemmingsregeling komt in hoofdlijn overeen met de regeling in andere bestemmingsplannen en spreekt voor zich.

Wel is in dit artikel een bepaling opgenomen in verband met de Drechttunnel.

Artikel 6 - Tuin
De voortuinen bij de woningen aan de Dokweg zijn bestemd voor "Tuin". Behoudens ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag hier niet worden gebouwd.

Artikel 7 - Verkeer
De bestemming Verkeer betreft alle in het gebied aanwezige infrastructuur voor het wegverkeer. De inhoud van de bestemming is komt in grote lijnen overeen met de in Dordrecht gebruikelijke bestemmingsregeling voor verkeer.

In dit artikel is een bepaling opgenomen in verband met de Drechttunnel en de brug richting Zwijndrecht.

Artikel 8 - Water
De bestemming regelt het gebruik en bebouwingsmogelijkheden ter plaatse van de Oude Maas. Verder is in dit artikel een bepaling opgenomen in verband met de Drechttunnel.

Artikel 9 - Wonen
Aan de woningen in het plangebied wordt de bestemming "wonen" (W) gegeven.

Van de gronden buiten het bouwvlak mag maximaal 50 % met een maximum van 50 m2 worden bebouwd en overdekt. Voor de hoogte en diepte van aan/uitbouwen is als regel aansluiting gezocht bij de criteria voor vergunningsvrije bouwwerken op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

De panden Weeskinderendijk 141 t/m 191 is aangeduid als cultuurhistorisch waardevol. Om te voorkomen dat deze bebouwing zondermeer kan worden gesloopt is in de regels een sloopstelsel opgenomen.

Artikel 10 - Waarde-Archeologie 2
Artikel 11 - Waarde-Archeologie 3
Vanwege de eerder in deze toelichting beschreven mogelijke archeologische waarden is een regeling opgenomen waaruit bescherming van de archeologische waarden bij bouwen en bij de uitvoering van werken voortvloeit.

Binnen het gehele plangebied bestaat in principe een verplichting tot het doen van archeologisch vooronderzoek en zorg voor archeologische waarden. Dit betreft zowel bouwen als aanleggen.

In principe mag alleen worden gebouwd als uit onderzoek blijkt dat geen beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze in voldoende mate zijn zeker gesteld. Deze regeling is niet nodig bij gelijke vervanging van bestaande bouwwerken en bij nieuwe bouwwerken:

  • die kleiner zijn dan 50 m²

  • waarvan de fundering niet dieper ligt dan 100 cm beneden maaiveld

  • waarvoor het palenplan onder de maximaal 5% (inclusief grondverdringing) van het te bebouwen oppervlak blijft

Voor het uitvoeren van verschillende grondwerkzaamheden, zoals het leggen van nieuwe kabels en leidingen, vernieuwen van riolen of verlagen van het waterpeil is een aanlegvergunningenstelsel nodig. Pas met vergunning kunnen werken worden uitgevoerd. In afwijking hiervan is zo’n vergunning niet nodig voor onder meer het uitvoeren van:

  • normale onderhoudswerkzaamheden;

  • grondwerkzaamheden tot een diepte van 70 cm (bij 'Waarde - Archeologie - 2') en 100 cm (bij 'Waarde - Archeologie - 3');

  • grondwerkzaamheden tot een oppervlakte van 50 m² ;

  • archeologisch onderzoek door een gekwalificeerd archeoloog;

Artikel 12 - Waterstaat-Waterkering
De bestemming “Waterstaat - Waterkering” heeft vooral ten doel dat er bij het uitvoeren van (bouw)werkzaamheden overleg plaatsvindt met het waterschap. Dit is op de gebruikelijke wijze in de planregels opgenomen.

Zoals in de inleiding aangegeven wordt voor het te versterken dijktracé een apart bestemmingsplan opgesteld. In het voorliggende bestemmingsplan beperkt de bestemming voor de waterkering zich daarom tot de buiten het dijktracé gelegen beschermingszones van de waterkering.

De bestemming ziet er op toe dat in het aangewezen gebied voor de waterkering potentieel schadelijke activiteiten pas kunnen plaatsvinden nadat de dijkbeheerder gelegenheid heeft gekregen advies uit te brengen.

 

 

5.4 Algemene regels

 

Hoofdstuk 3 geeft algemene regels die op meerdere bestemmingen van toepassing zijn.

 

Artikel 13 - Anti-dubbeltelbepaling

Deze regel (verplicht) beoogt misbruik van regels te voorkomen. Met name gaat het om situaties waarin onbedoeld herhaald gebruik van afwijkingsregels dreigt plaats te vinden.

 

Artikel 14 - Algemene bouwregels

Deze regels betreffen onderwerpen die in het hele plangebied kunnen voorkomen, zoals bouwen in overeenstemming met de Wet geluidhinder, ondergronds bouwen, parkeren, laden en lossen en het oprichten van scheepvaarttekens.

 

Artikel 15 - Algemene gebruiksregels

Algemene regel is dat gronden en opstallen uitsluitend gebruikt mogen worden in overeenstemming met het bepaalde in het bestemmingsplan. Dit volgt uit artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

Artikel 15 heeft geeft een aantal aanvullende gebruiksregels, die moeten worden nageleefd. Verder is de in Dordrecht algemeen toegepaste regeling voor beroepsuitoefening aan huis in dit artikel opgenomen. De regeling maakt het mogelijk, onder voorwaarden, een beroep in de eigen woning uit te oefenen. Uitgangspunt hierbij is dat dit gebruik altijd ondergeschikt aan de woonfunctie moet blijven en dat de effecten van dat gebruik in de omgeving van de woning aanvaardbaar zijn.

 

Artikel 16 - Algemene aanduidingsregels

Onderwerpen die niet gekoppeld zijn aan één enkele bestemming worden geregeld in de Algemene regels. Zodra die onderwerpen gericht zijn op het hele plangebied of een deel daarvan worden de betreffende gebiedsdelen aangeduid en bevatten de algemene aanduidingsregels de daarop betrekking hebbende bepalingen.

 

In het bestemmingsplan zijn gebiedsaanduidingen opgenomen in verband met de toegepaste milieuzonering en de veiligheidszones voor lpg en vervoer gevaarlijke stoffen.

 

Artikel 17 - Algemene afwijkingsregels

Deze bepaling biedt Burgemeester en wethouders de mogelijkheid op onderdelen af te wijken van het bestemmingsplan. Het betreft situaties die in de regel van ondergeschikt belang zijn, maar wel per geval wel een aparte beoordeling behoeven.

 

Artikel 18 - Algemene wijzigingsregels

Deze regel geeft Burgemeester en wethouders de bevoegdheid om de Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen. De bepaling is opgenomen omdat zich technologische of andere ontwikkelingen kunnen voordoen waardoor de milieucategorie van bepaalde bedrijfsactiviteiten, zoals vermeld in de bijlage bij de regels, niet langer correct is. Bijvoorbeeld kan de toepassing van nieuwe schonere technieken er toe leiden dat bepaalde bedrijfsactiviteiten in een lagere milieucategorie ondergebracht kunnen worden.

Verder bevat het artikel een wijzigingsbevoegdheid om bij verplaatsing van het verkooppunt voor motorbrandstoffen aan de Dokweg naar elders, de bestemming te wijzigen in de bestemmingen "Groen" en "verkeer".

 

 

5.5 Overgangs- en slotregels

In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.

 

In de slotbepaling is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan aangehaald worden.