Plannaam:
Staart
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP187Staart-3001

Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding

 

 

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor een hoogspanningsverbinding van 150 kV.

 

 

21.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

21.2.1 Bouwen algemeen

    1. voor de in lid 21.1 bedoelde bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;

b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met een

omgevingsvergunning ingevolge de artikelen 27 en 30 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan.

 

21.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

    1. de bouwhoogte van een hoogspanningsmast bedraagt ten hoogste 60 m.

b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 12 m.

 

 

21.3 Afwijken van de bouwregels

 

21.3.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.1 onder b.

 

21.3.2 Voorwaarden

Toepassing van deze bevoegdheid is alleen mogelijk onder de volgende voorwaarden:

a. indien wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor de betreffende bestemming;

b. het belang van de hoogspanningsverbinding hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.

 

21.3.3 Advies

Voordat burgemeester en wethouders beslissen over de aanvraag van de omgevingsvergunning winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de hoogspanningsverbinding, over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de hoogspanningsverbinding niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

 

 

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

21.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de

volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a. het aanbrengen van bomen, opgaande en/of diepwortelende beplantingen;

b. het plaatsen en het geplaatst houden van objecten, geen bouwwerken zijnde;

c. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe ook worden gerekend het ophogen,

afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, en/of ontginnen van gronden, het

aanleggen van drainage en het aanleggen, vergraven, dempen of verruimen van

sloten, vijvers en andere waterpartijen;

d. aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen;

e. het indrijven van voorwerpen.

21.4.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 21.4.1 is niet van toepassing zover deze werken en werkzaamheden de reguliere grondbewerking betreffen en de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad.

 

21.4.3 Voorwaarde

Het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 is slechts toelaatbaar, indien en voor zover door deze werken en werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden benadeeld.

 

21.4.4 Advies

Voordat burgemeester en wethouders beslissen over de aanvraag van de omgevingsvergunning winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de hoogspanningsverbinding, over de vraag of door de voorgenomen activiteiten het belang van de hoogspanningsverbinding niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.