Plannaam:
Staart
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP187Staart-3001

Artikel 3 Bedrijf

 

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven;

b. bunkerstation, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bunkerstation';

c. servicepunt en verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG';

d. servicepunt en verkoopunt voor motorbrandstoffen met LPG, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met LPG';

e. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

f. religieuze voorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie';

g. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';

h. detailhandel in volumineuze goederen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel - grootschalig';

i. autowegverkeer, ter plaatse van de aanduiding 'brug';

j. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, ontsluitingen, parkeer- en nutsvoorzieningen,

een en ander met inachtneming van lid 3.5.

 

 

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels

 

3.2.1 Bouwen algemeen

Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3.2.2 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  1. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

b. in afwijking van het bepaalde onder a. zijn op gronden buiten de aanduiding 'bouwvlak' uitsluitend bestaande gebouwen toegestaan;

c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat;

d. de oppervlakte bedraagt ten hoogste het in de verbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het aanduidingsvlak dat tot één inrichting behoort;

e. de bouwhoogte en oppervlakte van een bedrijfswoning als bedoeld in lid 3.1 onder e. bedragen ten hoogste de bouwhoogte en oppervlakte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;

f. het aantal bedrijfswoningen, zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, mag niet toenemen.

 

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

a. een reclamemast is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast', met dien verstande dat de bestaande oppervlakte is toegestaan en de maximale bouwhoogte 30 m bedraagt;

b. bruggen met bijbehorende bebouwing zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de

aanduiding 'brug', met dien verstande dat de bestaande oppervlakte en bouwhoogte zijn

toegestaan;

c. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de

aanduiding 'bouwvlak', met inachtneming van de volgende maximale bouwhoogtes:

  • erfafscheidingen 3 m

  • lichtmasten 20 m

  • schoorstenen, installaties, kranen e.d. 60 m

  • silo's 15 m

  • antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw) 5 m

  • overige antennemasten 12 m

  • overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 9 m

d. in afwijking van het bepaalde onder c. zijn op gronden buiten de aanduiding 'bouwvlak' uitsluitend bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;

e. in afwijking van het bepaalde onder c. en d. zijn op gronden buiten de aanduiding 'bouwvlak' de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met inachtneming van de volgende maximale bouwhoogtes:

  • erfafscheidingen 2 m

  • vlaggenmasten 9 m

f. in afwijking van het bepaalde onder c. bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde op de brug van de N3 maximaal 20 m, gemeten vanaf de brug;

g. voor schoorstenen gelden de volgende aanvullende bouwregels:

  • een maximale diameter van 10 m

  • de afstand tot de bestemmingen Verkeer en Verkeer - Railverkeer bedraagt

minimaal 60 m

 

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en omvang van bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en van de ruimtelijke structuur.

 

 

3.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

a. lid 3.2.3 onder c. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde op gronden buiten de aanduiding 'bouwvlak';

b. lid 3.2.3 onder c. voor een maximale bouwhoogte van schoorstenen, installaties, kranen e.d. van 100 m;

c. lid 3.1 onder e. en lid 3.2.2 onder e. voor het vergroten van de bouwhoogte en/of het oppervlak van een bedrijfswoning, mits de vergroting niet meer dan 10% bedraagt.

 

 

3.5 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

 

3.5.1 Algemeen

  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watergebonden bedrijf' zijn uitsluitend watergebonden bedrijven toegestaan;

b. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-1' is uitsluitend parkeren van personenauto´s en vrachtauto´s toegestaan, met dien verstande dat parkeren van voertuigen geladen met gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen niet is toegestaan;

c. de afstand tussen tankopslagbedrijven en kegelschepen bedraagt minimaal 100 m.

 

3.5.2 Buitenopslag

Voor buitenopslag gelden de volgende regels:

a. opslag is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

b. in afwijking van het bepaalde onder a. is op gronden buiten de aanduiding 'bouwvlak' uitsluitend bestaande opslag toegestaan;

c. de opslaghoogte is maximaal 15 m.

 

3.5.3 Detailhandel

a. bij een servicestation als bedoeld in lid 3.1 onder c. en d. is detailhandel toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 50 m2;

b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bunkerstation' is geen detailhandel toegestaan.

 

 

 

3.5.4 Gezoneerd industrieterrein

 

3.5.4.1 Algemeen

a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zijn bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 41 lid 3 van de Wet geluidhinder juncto artikel 2.1 lid 3 Besluit omgevingsrecht toegestaan;

b. bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij niet meer geluid produceren dan aan hen is toegekend op basis van het Zonebeheerplan De Staart, vastgesteld d.d. 7 juli 2009, zoals gewijzigd bij besluiten d.d. 1 november 2011, nr. SO/679031, d.d. 15 maart 2011, nr. SO/539220, d.d. 13 september 2011, nr. SO/625618, en d.d. 18 december 2012, nr. SO 913327.

 

3.5.4.2 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' te slopen.

 

3.5.4.3 Uitzondering

In afwijking van bepaalde in lid 3.5.4.2 is geen omgevingsvergunning voor het slopen vereist indien:

a. de bouwhoogte van te slopen gebouwen niet meer bedraagt dan 6 m;

b. de gevellengte van te slopen gebouwen niet meer bedraagt dan 10 m.

 

3.5.4.4 Toetsingskader en voorschriften

1. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.4.2 wordt uitsluitend verleend indien:

a. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat de sloop van het bouwwerk geen toename van de geluidsbelasting geeft op de geluidzone, dan wel op de bestaande en geprojecteerde

woningen binnen de geluidzone, of;

b. zekerheid is verkregen dat na de sloop geluidafschermende voorzieningen worden gerealiseerd waardoor de geluidsbelasting op de geluidzone, dan wel op de bestaande en geprojecteerde woningen binnen de geluidzone gelijk blijft of afneemt.

2. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden om het bepaalde onder 1.b. zeker te stellen.

 

3.5.4.5 Advies

Voordat over het verlenen van de omgevingsvergunning wordt beslist, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

 

3.5.5 Kantoren

a. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;

b. bedrijfsgebonden kantoren mogen per inrichting ten hoogste 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte beslaan met een maximum van 1.500 m²;

c. in afwijking van het bepaalde onder b. is op gronden ten westen van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' per bedrijf maximaal 3.000 m2 aan bedrijfsgebonden kantoren per inrichting toegestaan, mits het onder b. genoemde percentage niet wordt overschreden;

d. in afwijking van het bepaalde onder b. zijn bestaande bedrijfsgebonden kantoren met een grotere bedrijfsvloeroppervlakte toegestaan;

e. de oppervlakte van bedrijfskantoren ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone-2' mag in totaal niet meer dan 16.000 m² brutovloeroppervlak bedragen.

 

3.5.6 Milieuzonering

 

3.5.6.1 Milieucategorieen

a. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - zones Wet milieubeheer cat. 1 t/m 3.1' zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten uit de categorieën 1 t/m 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;

b. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - zones Wet milieubeheer cat. 1 t/m 3.2' zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten uit de categorieën 1 t/m 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;

c. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - zones Wet miliebeheer cat. 1 t/m 4.1' zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten uit de categorieën 1 t/m 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;

d. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - zones Wet milieubeheer cat. 1 t/m 4.2' zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten uit de categorieën 1 t/m 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;

e. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - zones Wet milieubeheer 1 t/m 5.1' zijn uitsluitend

bedrijfsactiviteiten uit de categorieën 1 t/m 5.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;

f. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - zones Wet milieubeheer 1 t/m 5.2' zijn uitsluitend

bedrijfsactiviteiten uit de categorieën 1 t/m 5.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan.

 

3.5.6.2 Afwijkende milieucategorieen

In afwijking van lid 3.5.6.1 zijn uitsluitend de volgende bedrijfsactiviteiten tot ten hoogste de op de verbeelding aangeduide en hieronder vermelde milieucategorie toegestaan:

 

Struyk Verwo Groep Dordrecht B.V. – Merwedestraat 40

Betonwarenfabriek.

Bedrijfsactiviteiten zijn vergelijkbaar met:

SBI code 2661.1 Betonwarenfabriek met persen, triltafels of bekistingstrillers

milieucategorie 5.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.2'

 

Scheepswerf Hoebée – Merwedestraat 56, 58, 60 en 66-70

Scheepsbouw- en reparatiebedrijf.

Bedrijfsactiviteiten zijn vergelijkbaar met:

SBI code 351 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: metalen schepen > 25 m

en/of proefdraaien motoren >= 1 MW

milieucategorie 5.1, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.1'

 

Stroom en Visser B.V. – Veerplaat 80

Reinigingsbedrijf voor schepen, industrie en inzamelingsbedrijf voor afvalstoffen; schepen

kunnen op de eigen bedrijfslocatie gereinigd worden.

Bedrijfsactiviteiten zijn vergelijkbaar met:

SBI code 6311.2 Laad-, los- en overslagbedrijven tbv de binnenvaart:

tankercleaning

milieucategorie 4.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2'

 

Mulder Europe B.V. – Baanhoekweg 16

Productie van betonmixers.

Bedrijfsactiviteiten zijn vergelijkbaar met:

SBI code 2821 Tank- reservoirbouwbedrijven, productieoppervlak < 2000 m2

milieucategorie 4.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2'

 

DuPont de Nemours – Baanhoekweg 22

Prductie van chemische producten waaronder koel- en koudemiddelen en kunstharsen.

Bedrijfsactiviteiten zijn vergelijkbaar met:

SBI code 2416 Kunstharsenfabrieken

milieucategorie 5.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.2'

 

HVC - Baanhoekweg 8-12

Afvaloverslag

Bedrijfsactiviteiten zijn vergelijkbaar met:

SBI code 9002.1 Afvaloverslagstation

milieucategorie 4.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2'

 

3.5.7 Risicovolle inrichtingen

a. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.

b. in afwijking van lid 3.5.7 onder a. zijn de volgende risicovolle inrichtingen toegestaan:

 

1. DuPont de Nemours - Baanhoekweg 22, BRZO Fabriek voor chemische producten, waaronder koel- en koudemiddelen en kunstharsen

 

2. Gebr. Moret BV - Baanhoekweg 20, Benzineservicestation met LPG (maximaal

1.000 m3 per jaar)

 

3. Evides Waterleidingbedrijf - Baanhoekweg 7, opslag gevaarlijke stoffen

 

4. Luijten Verf - Merwedestraat 140, opslag gevaarlijke stoffen (< 10 ton per

opslaglocatie)

 

 

3.5.8 Showroom

Ter plaatse van de aanduiding 'showroom' is als onderdeel van de toegelaten bedrijfsactiviteit uitstalling ten verkoop toegestaan.

 

 

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunnning afwijken van het bepaalde in:

a. lid 3.5.1. onder a. voor niet-watergebonden bedrijven, met inachtneming van lid 3.5.4.1. en lid 3.5.6.1, indien:

1. deze bedrijven passen in de karakteristiek van het gebied;

2. door de grootte en/of het aantal van deze bedrijven het karakter van het gebied niet onevenredig wordt aangetast;

3. het functioneren van watergebonden bedrijven en/of risicovolle inrichtingen in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.

b. lid 3.5.1. onder b. en lid 3.5.2. onder a. en b. voor de opslag van niet-brandbare goederen na een positief advies van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid;

c. lid 3.5.4.1 onder b. uitsluitend ingeval en voor zover burgemeester en wethouders het Zonebeheerplan De Staart hebben gewijzigd; het gewijzigde zonebeheerplan dient dan in acht te worden genomen.

 

 

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door het verwijderen van een in lid 3.5.7 onder b. genoemde risicovolle inrichting, indien de bedrijfsvoering van de betreffende inrichting gedurende een aaneengesloten periode van tenminste één jaar is onderbroken of beëindigd.