Plannaam:
Schil
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP186Schil-3001

5.5.4 Conclusie

Spoor Dordrecht Lage Zwaluwe

  • Het bestemmingsplan Schil is conserverend van aard en maakt geen nieuwe relevante ontwikkelingen mogelijk. Gelet hierop voldoet het plan, voor wat betreft het plaatsgebonden risico, aan de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Hierbij is getoetst aan de norm voor bestaande situaties zijnde de 10-5 contour voor het plaatsgebonden risico. Deze is op de spoorbaan gelegen. De orientatiewaarde voor het Groepsrisico wordt op basis van de in 2011 gehanteerde rekenmethodiek met een factor 50 overschreden. Met de introductie van dit nieuwe planologische regime is rekening gehouden met externe veiligheid. De regeling van het grondgebruik is zodanig dat de bevolkingsdichtheid ter plaatse van het bestemmingplan Schil niet zal leiden tot een verder toenemende overschrijding van het groepsrisico. Dit is onder andere gebeurd door het creëren van een beoordelingszone voor het groepsrisico waarvoor in de planregels het volgende is opgenomen:

    • Wijziging van huidige functies en/of nieuwbouw is uitsluitend toegestaan indien met een berekening wordt aangetoond dat het groepsrisico niet toeneemt.

    • Gelet op de zelfredzaamheid is de vestiging van functies voor beperkt zelfredzame personen niet toegestaan.

 

De scenario’s van warme bleve en de toxische uitstroom ammoniak (2- 4 uur. en langer) overstijgen in de dag en nachtsituatie echter in grote waarschijnlijkheid in aantallen slachtoffers de maxima van het operationeel presterend vermogen van de regionale organisatie van de totale hulpverleningsketen in de veiligheidsregio (i.c. capaciteit ambulancedienst, ziekenhuizen, huisartsen, GGD etc.). De bestrijding en beheersing van bovenstaande scenario’s in genoemde omvang komt altijd neer op alarmering en opschaling van bovenregionale/landelijk inzet, ambulancebijstand en spreiding en behandeling van slachtoffers over een grotere schaal. Hierbij is start van behandeling (in ziekenhuis/traumacentrum) binnen maximaal 2 uur een cruciale factor voor overleving. De beschouwde scenario’s zijn voor het plangebeid in te schatten als zeer ernstig/catastrofaal. De kans op voorkomen in een dergelijke omvang is in te schatten als (zeer) onwaarschijnlijk. Echter ongevallen met gevaarlijke stoffen (op weg, water en spoor) in kleinere omvang staan voor de veiligheidsregio geclassificeerd als reëel mogelijk en zijn/blijven voor de geneeskundige hulpverlening een serieus risico.

 

  • Ter verbetering van de veiligheidssituatie in de spoorzone loopt tot en met 2012 het project spoorzone. Met dit project wordt €15 miljoen geïnvesteerd in het verbeteren van de beheersbaarheid en zelfredzaamheid rondom het spoor in de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht.

 

  • Het plan voldoet aan de randvoorwaarden die de structuurvisie Dordrecht 2020 op het gebied van externe veiligheid geeft (voor zowel het plaatsgebonden risico, het instellen van veiligheidszones als de in het gebied toegelaten functies). Wel blijft er een streven naar het verminderen van de optredende groepsrisico overschrijding.

 

  • Op basis van de door het Rijk op 4 juni 2010 in een bestuurlijk overleg aan de gemeente gepresenteerde gegevens over het basisnet spoor is het de verwachting dat na besluitvorming over het basisnet er een op termijn het groepsrisico in het plangebied zal dalen.

 

  • Het plan voldoet aan de uitgangspunten van het basisnet spoor zoals opgenomen in de kamerbrieven met bijlagen van 9 juli 2010 (kenmerk VENW/BSK-2010/62418) en 15 augustus 2011 (kenmerk IenM/BSK-2011/94578).

 

Spoor Dordrecht Geldermalsen/Water

  • Het bestemmingsplan Schil is conserverend van aard en maakt geen nieuwe relevante ontwikkelingen mogelijk. Gelet hierop voldoet het plan aan de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.

 

Emplacement

  • Ter borging van de risico situatie het plangebied zijn ten aanzien van het emplacement zodanige specifieke gebruiksregels in het plan opgenomen dat:

    • de contour van het Plaatsgebonden risico (10-6) niet buiten de perceelsgrenzen van de inrichting komt te liggen;

    • het Groepsrisico als gevolg van de activiteiten op het emplacement niet boven de oriëntatie waarde komt te liggen;