Plannaam:
Schil
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP186Schil-3001

5.1.1 Regelgeving en beleid

 

Wet op de archeologische monumentenzorg

Het archeologisch bodemarchief is de belangrijkste bron voor onze oudste geschiedenis. Sinds 1 oktober 2007 regelt de Wet op de archeologische monumentenzorg als onderdeel van de Monumentenwet 1988 de bescherming en het behoud van archeologische waarden in de bodem. De archeologische zorgplicht ligt bij de gemeente.

Het belangrijkste doel van de wet is de bescherming van archeologische waarden op de oorspronkelijke plek, dus in de bodem zelf (in situ). De bodem biedt doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering.

De gemeente is verplicht om in nieuwe bestemmingsplannen rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Wie de bodem in wil om te bouwen of aan te leggen, kan verplicht worden om een archeologisch vooronderzoek te (laten) uitvoeren. Vooronderzoek moet duidelijk maken welke archeologische waarden verwacht worden en of deze behoudenswaardig zijn. De onderzoeksresultaten bepalen het verdere vervolg; een aanpassing van de bouwplannen, zodat de waarden op hun plek behouden blijven, of het definitief opgraven en documenteren van de archeologische waarden zodat de gegevens in een archeologisch depot behouden blijven.

Er wordt in de wet uitgegaan van het basisprincipe dat de verstoorder of veroorzaker van archeologieverstorende bodemingrepen betaalt voor het onderzoek van de archeologische waarden.

 

Besluit ruimtelijke ordening

Vanaf 1 januari 2012 dient in bestemmingsplannen rekening te worden gehouden met

cultuurhistorie. Dit is een wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening en maakt onderdeel uit van de modernisering van de monumentenzorg.

 

Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland

De Cultuurhistorische Atlas van Zuid-Holland geeft een overzicht van de cultuurhistorische kenmerken en waarden in Zuid-Holland. Onderdelen uit de Provinciale Structuurvisie (2010) zijn hier in opgenomen.

De atlas bestaat uit kaarten voor de drie onderdelen van de cultuurhistorie: archeologie, historische stedenbouw en historisch landschap. Ieder onderdeel bestaat uit twee kaarten die inzichtelijk maken wat in Zuid-Holland cultuurhistorisch van belang is en waarom:

- de kenmerkenkaart, waarop de kenmerkende nederzettingspatronen, landschapspatronen en de archeologische opbouw van het landschap zijn weergegeven; - de waardenkaart, waarop de waardevolle structuren van de kenmerkenkaart zijn gewaardeerd.

Deze cultuurhistorische kenmerken en waarden vormen de input bij processen van culturele planologie.

 

Gemeentelijk beleid archeologie

Al sinds de jaren '60 vindt archeologisch onderzoek plaats in de gemeente. Sinds 1995 is in Dordrecht een gemeentelijk archeoloog actief en sinds 1999 beschikt de gemeente Dordrecht over een opgravingsvergunning voor het eigen grondgebied. De gemeente voert dus sinds 1995 een eigen beleid wat betreft archeologie. Sinds de invoering van de Wet op de archeologische monumentenzorg in 2007 dienen archeologische waarden wettelijk in de besluitvorming rond ruimtelijke ordeningsprocessen meegewogen te worden. In de praktijk gebeurde dit in Dordrecht al sinds 1995.

 

 

In 2009 is de archeologische verwachtingskaart voor de gemeente Dordrecht opgesteld. De kaart is een detaillering en uitwerking van de kaarten die op nationale en provinciale schaal beschikbaar zijn. Op het gemeentelijk grondgebied varieert de verwachting van laag tot zeer hoog. In het bij de kaart behorende rapport "‘Stad en Slib: het archeologisch potentieel van het Eiland van Dordrecht in kaart gebracht" is de onderbouwing voor de hoogte van de verwachting verwoord. In de Erfgoedverordening Dordrecht (2010) zijn aan de archeologische verwachtingen verschillende voorwaarden en vrijstellingen verbonden. Deze voorwaarden en vrijstellingen worden uiteindelijk in de nieuwe bestemmingsplannen opgenomen.

 

Archeologisch onderzoek in de gemeente Dordrecht is gericht op kenniswinst wat betreft de bewonings- en ontwikkelingsgeschiedenis van de stad en het Eiland. Van groot belang hierbij is het ontstaan en de ontwikkeling van de stad, de reconstructie van het (cultuur)landschap van het Eiland van Dordrecht en de relatie tussen stad en platteland vóór de ingrijpende St. Elisabethsvloed van 1421. Hiermee sluit de gemeente aan op de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie, waarin de relatie tussen mens en landschap in West Nederland binnen de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis een speerpunt vormt en uitgewerkt moet worden. De provincie Zuid Holland kent een grote waarde toe aan locaties die informatie bevatten over de ontginning van het veenlandschap in de middeleeuwen. Het is deze ontginning van het veen en de daarmee samenhangende structuren zoals kaden, dijken, sluizen en die ook nu nog beeldbepalend zijn voor het Hollands landschap. Het Eiland van Dordrecht speelt in landschap een opvallende rol vanwege het in 1421 verdronken en daarna volledig afgedekte landschap, waaraan de huidige Biesbosch een blijvende herinnering is.

 

Bij alle ingrepen in de bodem van Dordrecht dient zorg te worden besteed aan mogelijk aanwezige archeologische waarden.

Voor aanvang van grondwerkzaamheden dient dan ook onderzocht te worden of en waar zich archeologische sporen in het gebied aanwezig zijn en wat hun kwaliteit en waarde is. Als er archeologische behoudenswaardige waarden aanwezig zijn, dient de initiatiefnemer zorg te dragen voor behoud door planaanpassing of opgraven. Behoud in situ verdient daarbij de voorkeur. Bij vaststellen van archeologische waarden en het omgaan met behoudenswaardige waarden dient gewerkt te worden volgens de eisen van de gemeente Dordrecht. Deze verplichting geldt voor het gehele plangebied.

 

Beschermd stadsgezicht

Sinds 2001 is de aanwijzing van een deel van de negentiende-eeuwse schil tot beschermd stadsgezicht in voorbereiding. Kleine stukken van de schil zijn al beschermd, omdat ze bij de aanwijzing van de binnenstad tot beschermd stadsgezicht zijn meegenomen.

De bescherming richt zich op het behoud en de ontwikkeling van de historische stedenbouwkundige structuur bestaande uit (water)wegen, groen en bebouwingsbeeld. De aanwijzing is een uitnodiging om deze historische structuur als uitgangspunt te nemen bij herontwikkeling van bebouwing of herinrichting van de openbare ruimte.

 

Een belangrijke kwaliteitsdrager van de historische structuur is de Singel, die dwars door de gehele schil loopt. Per deel verschilt het karakter enigszins van groen met villa’s (Samuel van Hoogstraten, ter hoogte van het Park Merwestein) naar minder groen met rijtjeshuizen en blokken herenhuizen (Albert Cuyp, Nicolaas Maes en Ferdinand Bol). De Singel is echter een belangrijk bindend element, waarvan de waarde nog kan worden verhoogd door een eenduidiger inrichting.

Naast de Singel zijn de radiale verbindingen met de binnenstad van groot belang: Noordendijk, Sint Jorisweg, Vrieseweg, Blekersdijk, Johan de Wittstraat, Spuiweg, Sluisweg en Achterhakkers. Belangrijke historische routes als Spuiweg, Vrieseweg en Sint Jorisweg hebben overwegend aaneengesloten bebouwing.

 

De ontwikkelingsgeschiedenis van de negentiende-eeuwse schil laat een grote diversiteit aan functies zien. Het betreft bedrijfsmatige functies die in de binnenstad uit hun jasje zijn gegroeid, maar ook (in de negentiende eeuw) nieuwe functies die samenhangen met vrijetijdsbesteding, scholing en sociale en medische zorg.

De functionele diversiteit draagt in belangrijke mate bij aan het karakter van de schil.

 

Beschermde monumenten

Inmiddels is in de Schil een groot aantal gebouwen en complexen beschermd als monument. Het betreft voor een groot deel woningen, maar ook andere gebouwen zoals bedrijfsgebouwen, scholen en kerken. Functieverlies door bijvoorbeeld ontkerkelijking of hergroepering van onderwijsinstellingen zorgt op een bepaald moment voor een herbestemmingsopgave.

Herbestemming heeft niet alleen een duurzame component, maar ook een positieve economische component. Deze is echter lastig in geld uit te drukken. De stad behoudt door haar interessante gebouwen te bewaren haar boeiende diverse karakter en de functies die in bijzondere gebouwen zijn gevestigd hebben meer identiteit en trekken meer aandacht.

 

Niet alle oudere gebouwen en structuren in de schil zijn beschermd. Dit zegt niet dat ze niet waardevol zijn. Het kan zijn dat door wijzigingen het beeld van een gebouw of een gebied is verstoord, maar in essentie of onderdelen nog wel aanwezig is.

Ook zijn niet alle gebouwen van binnen bekeken en is het goed mogelijk dat achter vernieuwde gevels nog cultuurhistorisch waardevolle interieurs of andere sporen aanwezig zijn. Voordat een beslissing tot sloop wordt genomen dient hiernaar onderzoek te hebben plaatsgevonden zodat de cultuurhistorische waarde of het ontbreken daarvan kan worden meegewogen bij de sloopbeslissing.