Bij het opstellen van het bestemmingsplan is de vraag gesteld in hoeverre de huidige situatie in de 19e-eeuwse Schil perspectieven biedt om in het gebied ook in de toekomst een goede leefbare situatie te behouden. Hierbij dient gedacht te worden aan de woningvoorraad, zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht, de wegenstructuur, het aanwezige groen en voorzieningen als winkels, bedrijven, dienstverlening en maatschappelijke functies. De conclusie is dat het huidige stadsdeel voldoende potentie bezit om in de toekomst een aantrekkelijk gemengd stedelijk gebied te worden. Daarnaast heeft de 19e eeuwse Schil de potentie om een bijdrage te leveren aan de vitaliteit van de binnenstad.
Het in essentie handhaven en waar mogelijk versterken van de stedenbouwkundige structuur en ruimtelijke inrichting, alsmede het beschermen van de bijzondere stedenbouwkundige, cultuurhistorische en architectonische kwaliteiten, is uitgangspunt. Voor het gebied dat is aangewezen als potentieel beschermd stadsgezicht (zie kaart Rijksdienst) geldt dat de bestaande bebouwing zo veel mogelijk in de huidige vorm vastgelegd dient te worden in het bestemmingsplan. Dat wil zeggen dat bouwgrenzen/bouwvlakken en hoogtematen overwegend zijn geënt op de huidige situatie. Naast de hoofdbebouwing dient onderscheid te worden gemaakt in voor- en achterkantsituaties, waarbij mogelijkheden van aanbouwen en bijgebouwen in hoofdzaak op die achtererven kan plaatsvinden.
Het westelijk deel van de Schil (ten westen van de Blekersdijk) kent ruimtelijke kwaliteiten, die in de rest van de stad niet aanwezig zijn. De goede bereikbaarheid, parkeergelegenheid en schaal van de bebouwing aan de randen van Schil-West zijn ideaal voor stedelijke functies, die de vitaliteit van de binnenstad kunnen versterken. Een zwak punt van het stadsdeel is, dat de noordrand, door de monofunctionele kantoorgebouwen, vooral na kantoortijd weinig verblijfskwaliteit kent. Uitdaging voor de gemeente is om samen met eigenaren en ontwikkelaars aan de noordrand van Schil-West stedelijke functies te realiseren, waardoor de vitaliteit van het binnenstad zal worden vergroot en tegelijkertijd de verblijfskwaliteit in Schil-West wordt verhoogd.
Verruimen ruimtelijke condities aan de randen
Voorgesteld wordt om de aanwezige ruimtelijke condities voor stedelijke functies opnieuw onder de aandacht te brengen. Bepaald dient te worden of de ruimtelijke condities aan de randen kunnen worden verruimd. Voorwaarde is in ieder geval dat verruiming aan de randen gepaard gaat met respect voor het stedelijk weefsel in de kern van Schil-West. De locaties aan de zuidrand van Schil-West komen vanwege de geldende veiligheidscontouren van het spoor op dit moment niet in aanmerking voor herontwikkeling, als daarbij het veiligheidsrisico toeneemt.
Aan de buitenzijde van Schil-West liggen brede boulevards (de Spuiboulevard en de Burgemeester de Raadtsingel), die worden geflankeerd door grootschalige bebouwing. In de kern van het gebied is kleinschalige bebouwing aanwezig, waarbij de hogere herenhuizen langs de Singel zijn gesitueerd. Deze heldere opbouw in bouwhoogte wordt geillustreerd in onderstaande dwarsdoorsnede.
![i_NL.IMRO.0505.BP186Schil-3001_113009.png [image]](i_NL.IMRO.0505.BP186Schil-3001_113009.png)
Bij transformatie of sloop/nieuwbouw-plannen gelden de aangegeven bouwhoogtes als randvoorwaardelijk. Op enkele plekken in de noordelijke randzone is een hoogteaccent denkbaar, conform de Structuurvisie Dordrecht 2020. In de Structuurvisie is voor de 19e-eeuwse Schil aangegeven dat medium hoogbouw (25-50 m) is toegestaan, mits een aantal aandachtspunten in acht wordt genomen. Het respecteren van het historisch silhouet en waardevolle zichtlijnen op karakteristieke orientatiepunten heeft een hoge prioriteit, waarbij het zicht op de Grote Kerk topprioriteit heeft. Deze prioriteit sluit omvangrijke bebouwing in een aantal zichtzones uit.
De te bewaken zichtlijnen op de Grote Kerk:
- Viottakade/Erasmuslaan
- Krispijnse weg
- Nassauweg
- Achterhakkers
Zichtbaarheid en herkenbaarheid van andere belangrijke hoogteaccenten van de binnenstad zoals het torentje van het stadhuis, de kerktoren van Bibelot en de woontoren aan het Statenplein zijn ook essentieel voor de leesbaarheid van de stad. Hetzelfde geldt voor de belangrijkste orientatiepunten in de Schil, zoals de spoorbrug, de molen Kyck over den Dyck en de gereformeerde Kerk. De zichtlijnen op deze markante gebouwde objecten moeten worden gerespecteerd.
Behoud en reparatie van het stadsweefsel
De beoogde aanwijzing van een groot gedeelte van de 19e eeuwse Schil tot beschermd stadsgezicht geeft aan dat er veel waardering is voor dit deel van de stad. Om te komen tot een acceptabele invulling van nieuwbouwlocaties binnen het beschermd stadsgezicht worden door de gemeente vooraf (stedenbouwkundige) randvoorwaarden geformuleerd. Dit om inzicht te geven aan opdrachtgever en ontwerper over wat van belang is op de betreffende locatie. Behoud van de kenmerken van het 19de eeuwse stadsweefsel, zoals omschreven in hoofdstuk 2, staat daarbij centraal.
In het westelijk deel van de Schil (het gedeelte dat geen beschermde status krijgt) zijn op sommige plekken harde confrontaties tussen de autonome, grootschalige panden uit het Saneringsplan en het 19e-eeuwse stadsweefsel ontstaan. Voorgesteld wordt om (wanneer de mogelijkheid tot herontwikkeling zich voordoet) stadsreparatie in te zetten op de plekken, waar deze confrontatie zich voordoet. Stadsreparatie wil zeggen herstellen op basis van de kenmerken van het 19de eeuwse stadsweefsel (kleinschaligheid, bouwen in de rooilijn, verticale geleding, verticaal gerichte ramen en kleur- en materiaalgebruik passend bij de omgeving).
Openbare ruimte
Met betrekking tot de openbare ruimte in de 19e eeuwse schil worden de volgende ambities nagestreefd:
Verweven met de stad
De noord-zuidstraten (radialen) in de 19e-eeuwse schil zijn vaak onderdeel van lange lijnen in de stad, waardoor het stadsdeel goed verweven is met de rest van de stad. De schil heeft een belangrijke doorvoerfunctie voor het verkeer naar het centrum. Voor de openbare ruimte in de schil betekent dit dat het faciliteren van de diverse gebruikers een eerste prioriteit is.
De aanwezigheid van het spoor op maaiveld en op dijkniveau ten zuiden van Schil-West zorgt voor een barrièrewerking in het stelsel van de openbare ruimte. In het verlengde van de Dokweg, de Krispijnseweg en de Dubbeldamseweg zijn doorgangen onder het spoor aanwezig. Met betrekking tot de sociale veiligheid is het belangrijk dat hier aandacht blijft bestaan voor voldoende maat, verlichting en (camera)toezicht. Een vanzelfsprekende ongelijkvloerse kruising met het spoor tussen Stationsweg en Weizigtpark ontbreekt op dit moment. Voor het fietssnetwerk is het aanbrengen van deze koppeling essentieel, omdat zo een directe verbinding ontstaat tussen binnenstad en Gezondheidpark/Leerpark.
Creëren van meer samenhang met de binnenstad
Het beoogde kwaliteitsniveau van de historische binnenstad is in de KOR-handboeken omschreven als Hoogwaardig. Het kwaliteitsniveau van de 19e-eeuwse Schil is omschreven als Standaard. Het contrast tussen deze kwaliteitsniveau’s is te groot.
De Structuurvisie Dordrecht 2020 geeft aan dat de 19e-eeuwse Schil in de toekomst samen met de historische binnenstad het centrum van Dordrecht en de regio moet gaan vormen. Dit impliceert dat tussen beide stadsdelen ook in de openbare ruimte meer samenhang moet worden gecreëerd. De aanloopstraten (Spuiweg, Johan de Wittstraat/Stationsweg, Vrieseweg en Sint Jorisweg) vormen de routes voor veel mensen op weg naar de binnenstad. Het representatief inrichten van deze straten heeft eerste prioriteit, omdat dit het grootste effect zal hebben op de uitstraling van het stadsdeel.
Representatief inrichten wil zeggen dat het gebruik van gebakken materialen in de trottoirs meer gemeengoed wordt.
De route Stationsweg/Johan de Wittstraat wordt in de Structuurvisie aangeduid als ‘de rode loper’. Hiermee wordt de ambitie uitgesproken om de openbare ruimte tussen station en binnenstad aantrekkelijker vorm te geven en de routes voor voetganger en fietser te versterken. In september 2011 wordt begonnen met de aanleg van een deel van deze ‘rode loper’.
Versterken interne samenhang
De Singel vormt de stedenbouwkundige hoofdstructuur, die de Schil intern bindt. Zowel in Schil-West als in Schil-Oost is aan beide zijden van de straat 19e-eeuwse bebouwing aanwezig. De Singel kent echter geen éénduidige inrichting. Profielbreedte, boombeplanting, materialisering en verkeersfunctie wisselen steeds. Een veel gehoorde klacht is dat de inrichting van de Singel hard over komt.
Eenduidige profilering en materialisering zijn gewenst om de samenhang tussen Schil-Oost en Schil-West te versterken. De beslissing of wordt overgegaan tot een herinrichting van de Singel is mede afhankelijk van het na te streven snelheidsregime. Wanneer een aanpassing van het regime gepaard gaat met een versmalling van de rijwegen, zal er ruimte ontstaan voor bomenrijen aan weerszijden van de straat. De Singel zal daardoor een meer landschappelijke uitstraling kunnen krijgen, die aansluit bij de diverse groene plekken en parken in de Schil.
Versterken groene identiteit
In de Schil is in vergelijking met de binnenstad veel groen aanwezig. In Schil-Oost ligt het Park Merwestein, dat een groot deel van het stadsdeel een landschappelijk karakter geeft. Het zicht op de bomen van het Weizigtpark geeft eveneens extra kwaliteit. Daarnaast zijn er in Schil-West een aantal waardevolle groene plekken aanwezig, zoals het Beverwijcksplein, de Rozenhof, de Willem Dreeshof en het plantsoen langs de Hoogt. De randen langs Schil-West hebben een groen karakter door de aanwezigheid van de landschappelijk ingerichte oever van de Spuihaven en de met bomen ingeplante spoordijk. De groene middenberm met bomen rondom Schil-West draagt ook bij aan de kwaliteit van de randen. In de openbare ruimte zijn waardevolle boomstructuren en solitaire bomen aanwezig. Vooral daar waar bestaande bomen een aanzienlijke omvang hebben bereikt, zijn sfeervolle en kwalitatieve plekken en straten ontstaan.
De relatief grote hoeveelheid groen in de Schil geeft mede identiteit aan het stadsdeel. De aanwezige groene structuren en plekken dienen in de toekomst te worden gehandhaafd en waar mogelijk te worden versterkt. Dit betekent ook dat er meer gebruik gemaakt gaat worden van kwalitatief hoogwaardige beplanting, zoals Taxus of Carpinus als haag of vakbeplanting. Ook met het type boombeplanting zal nadrukkelijk rekening gehouden worden met de geschetse sfeer- en kwaliteitsbeleving. Behoud van bomen is in principe uitgangspunt.
|