20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat - Waterstaatkundige functie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de afvoer van oppervlaktewater, sediment en ijs, voor de waterhuishouding, voor verkeer te water en voor aanleg, onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering, alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen
a. voor de in lid 20.1 bedoelde bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met een maximale bouwhoogte van 6 m;
b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met een
omgevingsvergunning ingevolge de artikelen 22 en 24 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan.
20.2.2 Uitzondering
Bouwwerken die voldoen aan alle vereisten die de Beleidsregels grote rivieren stellen voor het bouwen in het stroomvoerend regime en die voldoen aan de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen of ingevolge de artikelen 22 en 24 met een omgevingsvergunning toelaatbaar zijn.
20.2.3 Advies
Voordat over het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 20.2.1 en 20.2.2 wordt beslist, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij Rijkswaterstaat.
20.3 Nadere regels
Voor alle activiteiten (met uitzondering van de vergunningvrije activiteiten) is op grond van de Waterwet een watervergunning van Rijkswaterstaat noodzakelijk.
|