17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie-1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van en de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
17.2.1 Algemeen
-
-
bouwen voor de in lid 17.1 bedoelde bestemming is niet toegestaan;
b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met een
omgevingsvergunning ingevolge de artikelen 22 en 24 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan.
17.2.2 Uitzonderingsregel
In afwijking van lid 17.2.1 onder b. mag worden gebouwd voor andere voor deze gronden geldende bestemming(en) mits:
a. wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor de betreffende bestemming;
b. het bouwwerk dient ter vervanging van een bestaand bouwwerk, waarbij de horizontale en verticale afmetingen van de fundering van dat bouwwerk niet veranderen;
c. bouwwerken en de fundering, waaronder begrepen paalfunderingen, niet dieper liggen dan 40 cm beneden het maaiveld;
d. het grondoppervlak per bouwwerk ten hoogste 30 m2 bedraagt.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 17.2.1 en lid 17.2.2 met inachtneming van de volgende regels:
a. de archeologische waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;
b. een omgevingsvergunning als in dit lid bedoeld zal in ieder geval worden verleend indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen heeft blijkens archeologisch onderzoek aangetoond dat op de betrokken bouwlocatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
2. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen heeft een
rapport overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarden van het terrein in voldoende mate worden veilig gesteld;
3. de betrokken archeologische waarden worden door de bouwactiviteiten niet
geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de omgevingsvergunning als in dit lid bedoeld regels te verbinden gericht op:
a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem
kunnen worden behouden;
b. het doen van opgravingen;
c. begeleiding van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige.
c. voordat over het verlenen van de omgevingsvergunning als in dit lid bedoeld wordt beslist, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1 Omgevingsvergunning
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waaronder ook worden gerekend het woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, en aanleggen, vergraven, dempen of verruimen van sloten, vijvers en andere waterpartijen;
b. het rooien van bomen waarbij de stobben worden verwijderd;
c. het verlagen van het waterpeil.
17.4.2 Uitzondering
Het verbod in lid 17.4.1 geldt niet voor:
a. het uitvoeren van normale onderhoudswerkzaamheden;
b. het uitvoeren van grondwerkzaamheden als bedoeld onder a. tot een diepte van minder dan 40 cm beneden het maaiveld en tot een oppervlakte van 50 m2;
c. het vervangen van bestaande riolering en andere ondergrondse kabels en leidingen, indien de afmetingen en horizontale en verticale ligging van de leidingen niet veranderen;
d. het verrichten van archelogisch onderzoek door een deskundige archeoloog;
e. het verrichten van werken en werkzaamheden waarvoor met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.2.2 of 17.3 een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is verleend.
17.4.3 Voorwaarde
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.4.1 wordt alleen verleend indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
17.4.4 Advies
Voordat over het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.4.1 wordt beslist,
winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
|