Plannaam:
NSLB
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP180Nslb-3001

Artikel 15 Leiding

 

 

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor een 80 bar hoogdrukaardgasleiding met een diameter van 48 inch.

 

 

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

15.2.1 Bouwen algemeen

a. voor de in lid 15.1 bedoelde bestemming zijn toegestaan:

1. nutsgebouwen;

2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met een

omgevingsvergunning ingevolge de artikelen 22 en 24 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan.

 

15.2.2 Gebouwen

Voor nutsgebouwen gelden de volgende regels:

a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m.;

b. de oppervlakte bedraagt ten hoogste 10 m2.

 

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 2 m.

 

 

15.3 Afwijken van de bouwregels

 

15.3.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.1 onder b.

 

15.3.2 Voorwaarden

Toepassing van deze bevoegdheid is alleen mogelijk onder de volgende voorwaarden:

a. indien wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor de betreffende bestemming;

b. de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

 

15.3.3 Advies

Voordat burgemeester en wethouders beslissen over de aanvraag van de omgevingsvergunning winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding.

 

 

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

15.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de

volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a. het aanbrengen van bomen of andere diepwortelende beplantingen;

b. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe ook worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, en/of ontginnen van gronden, het aanleggen van drainage en het aanleggen, vergraven, dempen of verruimen van sloten, vijvers en andere waterpartijen;

c. aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen;

d. het indrijven van voorwerpen.

 

15.4.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 15.4.1 is niet van toepassing zover deze werken en werkzaamheden de reguliere grondbewerking betreffen en de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad.

 

15.4.3 Voorwaarde

Het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.4.1 is slechts toelaatbaar, indien en voor zover door deze werken en werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden benadeeld.

 

15.4.4 Advies

Voordat burgemeester en wethouders beslissen over de aanvraag van de omgevingsvergunning winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding, over de vraag of door de voorgenomen aanlegactiviteiten het belang van de leiding niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.