direct naar inhoud van Regels

Zeehavens Dordrecht

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0505.BP177Zeehavens-3003

Artikel 6 Detailhandel-1

 

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. volumineuze detailhandel;

  2. bedrijven;

  3. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen,

een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 6.3 .

 

 

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

6.2.1 Bouwen algemeen

Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

 

6.2.2 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  1. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

  2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat;

  3. de oppervlakte bedraagt ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage van het aanduidingsvlak dat tot één instelling of bedrijf behoort.

 

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • de bouwhoogte bedraagt ten hoogste:

  • erfafscheidingen 2 m

  • lichtmasten 9 m

  • vlaggenmasten 9 m

  • overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6 m

 

 

6.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

 

6.3.1 Volumineuze detailhandel

  1. Toegestaan is detailhandel in de vorm van:

  1. grootschalige meubelbedrijven;

  2. bouwmarkten;

  3. detailhandel in keukens, badkamers en sanitair;

  4. detailhandel in vloerbedekking, parket, zonwering en tenten;

  5. detailhandel in tuininrichtingsartikelen;

  1. de verkoop van nevenassortiment is toegestaan, mits:

  1. het nevenassortiment past bij het gevoerde hoofdassortiment

  2. de oppervlakte ten hoogste 20% van het totale netto verkoopvloeroppervlak beslaat;

  1. het bedrijfsvloeroppervlak van grootschalige meubelbedrijven en bouwmarkten mag per bedrijf niet minder bedragen dan 1.000 m2.

 

6.3.2 Milieuzonering

Bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachneming van het bepaalde in artikel 20.1.

 

6.3.3 Risicovolle inrichtingen

Risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;

 

6.3.4 Bedrijfswoningen

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

 

6.3.5 Geluidverdeling

Ter plaatse van de aanduiding “zone geluidverkaveling” mogen gronden uitsluitend worden gebruikt met inachtneming van het bepaalde in artikel 20.2.

 

6.3.6 Bedrijfsgebonden kantoren

Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte beslaan, met een maximum van 3.000 m2, mits het bepaalde in artikel 20.3 van deze regels in acht wordt genomen.

 

6.3.7 Zelfstandige kantoren

Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.

 

6.3.8 Ondergeschikte detailhandel

In het kader van de uitoefening van een bedrijf is ondergeschikte detailhandel toegestaan, mits:

  1. het goederen betreft, die ter plaatse zijn vervaardigd of geproduceerd of die in het kader van de bedrijfsuitoefening worden verkocht of geleverd en een wezenlijk onderdeel uitmaken van de totale bedrijfsuitoefening;

  2. de detailhandel zich beperkt tot een niet-zelfstandig onderdeel van het bedrijf;

  3. het aandeel detailhandel niet meer bedraagt dan 5 % van de bedrijfsomzet;

  4. geen specifieke inrichting gericht op detailhandel mag worden aangebracht;

  5. geen speciale aandacht voor detailhandel mag worden gevraagd.

 

 

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

 

6.4.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 6.1 onder a, ten behoeve van detailhandel in:

  2. grove bouwmaterialen

  3. auto's, motoren, boten en caravans

  4. landbouwwerktuigen;

  5. lid 6.3.1 ten behoeve van ondersteunende horecavoorzieningen tot een de bedrijfsvloeroppervlakte van ten hoogste 300 m2;

  6. lid 6.3.1 onder 3. ten behoeve van een kleinere oppervlakte mits de bedrijfsvloeroppervlakte niet kleiner is dan 500 m2;

  7. lid 6.1 voor de verkoop van consumentenvuurwerk.

 

6.4.2 Voorwaarden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 wordt uitsluitend verleend indien:

  1. een en ander past in de karakteristiek van het winkelgebied;

  2. het functioneren van het gebied niet ontoelaatbaar negatief wordt beïnvloed.