Zeehavens Dordrecht
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0505.BP177Zeehavens-3003 |
Artikel 5 Bedrijf-3
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven;
detailhandel in auto's, motoren, boten, caravans en landbouwwerktuigen;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-meubels' (sdh-meu) detailhandel in meubels met het daarbij passende nevenassortiment;
bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen,
een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 5.3.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2.2 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat;
de oppervlakte bedraagt ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage van het aanduidingsvlak dat tot één instelling of bedrijf behoort.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste:
erfafscheidingen 3 m
lichtmasten 9 m
vlaggenmasten 9 m
silo's, schoorstenen, installaties en kranen 20 m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6 m
5.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
5.3.1 Milieuzonering
Bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan met inachneming van het bepaalde in artikel 20.1.
5.3.2 Risicovolle inrichtingen
Risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.
5.3.3 Geluidverdeling
Ter plaatse van de aanduiding “zone geluidverkaveling” mogen gronden uitsluitend worden gebruikt met inachtneming van het bepaalde in artikel 20.2.
5.3.4 Bedrijfswoningen
Bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat:
per aanduiding één bedrijfswoning is toegestaan;
de inhoud van een bedrijfswoning ten hoogste 500 m3 bedraagt.
5.3.5 Bedrijfsgebonden kantoren
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte beslaan, met een maximum van 3.000 m2, mits het bepaalde in artikel 20.3 van deze regels in acht wordt genomen.
5.3.6 Zelfstandige kantoren
Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.
5.3.7 Ondergeschikte detailhandel
In het kader van de uitoefening van een bedrijf is ondergeschikte detailhandel toegestaan, mits:
het goederen betreft, die ter plaatse zijn vervaardigd of geproduceerd of die in het kader van de bedrijfsuitoefening worden verkocht of geleverd en een wezenlijk onderdeel uitmaken van de totale bedrijfsuitoefening;
de detailhandel zich beperkt tot een niet-zelfstandig onderdeel van het bedrijf;
het aandeel detailhandel niet meer bedraagt dan 5 % van de bedrijfsomzet;
geen specifieke inrichting gericht op detailhandel mag worden aangebracht;
geen speciale aandacht voor detailhandel mag worden gevraagd.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Omgevingsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor de verkoop van consumentenvuurwerk mits het functioneren van het bedrijventerrein niet ontoelaatbaar negatief wordt beïnvloed.