direct naar inhoud van Regels

herzleerpark

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0505.BP159Herzleerpark-3201

Artikel 7 Maatschappelijk

 

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen in de vorm van:

  1. scholen voor voortgezet onderwijs met bijbehorende voorzieningen, zoals ontmoetingsruimten, kantine's, administratieruimten;

  2. leerbedrijven, zonder winkelkarakter;

  3. religieuze voorzieningen;

  4. verzorgings- en verpleeghuizen;

  5. overheidsvoorzieningen in de vorm van een brandweerkazerne en een ambulancepost;

  6. hulpverleningsweg;

  7. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen;

een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 7.4 en 18.2.

 

7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

7.2.1 Bouwen algemeen

Toegestaan zijn hoofdgebouwen, bijgeborende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

 

7.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

  2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat.

 

7.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat aan de achterkant van het hoofdgebouw tot een diepte van maximaal 2,5 m buiten de aanduiding'bouwvlak', alsmede aan de zijkant van het hoofdgebouw, een bouwhoogte is toegestaan van 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4 m of als het hoofdgebouw lager is, tot de bouwhoogte van het hoofdgebouw;

  2. het gezamenlijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte buiten de aanduiding 'bouwvlak' tot een maximum van 50 m2.

 

7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:

-

erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied

1 m

-

overige erfafscheidingen

2 m

-

lichtmasten

9 m

-

vlaggenmasten

9 m

-

antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw)

5 m

-

overige antennemasten

12 m

-

overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

4 m

  1. het gezamenlijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte buiten de aanduiding 'bouwvlak' tot een maximum van 50 m2.

 

7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 7.1 onder b voor het realiseren van leerbedrijven met een winkelkarakter, waarbij het bepaalde in artikel 4.2 onder b en c van overeenkomstige toepassing is;

  2. lid 7.2.3 onder a. voor het bouwen van hogere bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de vloer van de tweede verdieping van het hoofdgebouw tot een maximum van 7 m of als het hoofdgebouw lager is, tot de hoogte van het hoofdgebouw. Indien een tweede verdiepingsvloer ontbreekt, mag de hoogte niet meer bedragen dan noodzakelijk voor voldoende stahoogte, met dien verstande dat de hoogte van 7 m niet mag worden overschreden;

  3. lid 7.2.3 onder a. voor het aan de zijkant van het hoofdgebouw bouwen van hogere bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 7 m of als het hoofdgebouw lager is, tot de hoogte van het hoofdgebouw;

  4. lid 7.2.3 voor het bouwen van een kap op een bijbehorend bouwwerk met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.

  5. lid 7.2.3 onder b. voor het toestaan van een oppervlakte van 75 m2, mits het bebouwings- percentage niet meer bedraagt dan 50.

 

7.3.1 Voorwaarden

Bij de afweging of de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3 onder a zal wordenverleend dient het het oordeel van de adviescommissie leerbedrijven te worden betrokken

 

7.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  1. een verpleeg- of verzorgingshuis is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk -zorginstelling";

  2. een brandweerkazerne en ambulancepost zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - brandweer/ambulancedienst";

  3. via een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3 onder a tot en met c toegelaten winkelleerbedrijven mogen geen koffieshops en/of speelautomatenhallen zijn.