Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeersveiligheid;
-
de waterhuishouding;
-
het woon- en leefklimaat in de omgeving,
bij omgevingsvergunning afwijken van:
-
het in het plan bepaalde voor de bouw van utilitaire bouwwerken, zoals transformatorstations, gemalen en gasdrukregel- en meetstations, met dien verstande dat:
-
de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2;
-
de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m
-
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dat om constructieve redenen noodzakelijk is;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
het in het plan bepaalde voor het gebruik van agrarische bedrijfsgebouwen voor niet-agrarische opslag van goederen en materialen, alsmede voor hobbymatige agrarische activiteiten, met dien verstande dat:
-
de opslag van goederen en materialen niet mag leiden tot een vergroting van de verkeersaantrekking;
-
het agrarische karakter van de betrokken gronden en/of de omgeving daarvan niet onevenredige mag worden aangetast;
-
de gebouwen waarin wordt opgeslagen geen uiterlijke wijzigingen mogen ondergaan;
-
de agrarische bebouwing niet mag worden uitgebreid ten gevolge van dit afwijkende gebruik;
-
de opslag van goederen en materialen in ieder geval niet gepaard mag gaan met, of leiden tot, het bedrijfsmatig vervaardigen of herstellen van goederen en materialen en /of het bedrijfsmatig verkopen of ten verkoop aanbieden van de betrokken goederen en materialen ter plaatse;
-
de opslag slechts is toegestaan indien daarop de Wet milieubeheer niet van toepassing is.
-
