6.1 Tot een gebruik, strijdig met dit bestemmingsplan, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen
6.2 Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeersveiligheid;
-
de waterhuishouding;
-
het woon- en leefklimaat in de omgeving,
bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1, en toestaan dat gronden, worden gebruikt als kleinschalig kampeerterrein voor kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, met dien verstande dat:
-
het kampeerterrein achter de bestaande bebouwing en binnen het bouwvlak wordt gerealiseerd;
-
de afstand tot een ander kampeerterrein minimaal 1000 m (hemelsbreed) dient te bedragen;
-
de afstand van het kampeerterrein tot een woning van derden minimaal 50 m dient te bedragen;
-
het kampeerterrein maximaal 100 m diep en 50 m breed mag zijn;
-
parkeren op het kampeerterrein dient plaats te vinden;
-
geen nieuwe in- of uitrit wordt aangelegd ten behoeve van het kampeerterrein;
-
het kampeerterrein uit niet meer dan 10 standplaatsen mag bestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
-
op het kampeerterrein maximaal 1 trekkershut (met alleen slaapgelegenheid en een eenvoudig kooktoestel) mag worden gebouwd;
-
op het kampeerterrein maximaal 1 rest-inn - accommodatie, met 6 rest-inns mag worden gebouwd;
-
geen kantine-, sport-, winkel-, en horeca-activiteiten zijn toegestaan;
-
sanitaire voorzieningen zoveel mogelijk binnen de bestaande bebouwing op het perceel dienen te worden gerealiseerd, indien dit niet mogelijk is mag een bijgebouw ten behoeve van sanitaire voorzieningen van maximaal 50 m2 worden gebouwd;
-
het kleinschalig kamperen inpasbaar is in het landschap.
