-
het plan:
het bestemmingsplan Dorpsweg 52a te Schellinkhout van de gemeente Drechterland;
-
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0498.BPDorpsweg52a-vg01 met de bijbe-horende regels en bijlagen;
-
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
-
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
-
afhankelijke woning:
niet-zelfstandige (bedrijfs)woning, met een zorgfunctie die deel uit maakt van het agrarische bedrijf;
-
agrarisch bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat blijkens zijn aard en indeling voor een agrarisch bedrijf is bestemd met uitzondering van agrarische bedrijfswoningen en kassen;
-
agrarische bedrijfswoning:
een woning, liggend op het erf van een agrarisch bedrijf, uitsluitend bestemd voor de huisvesting van één of meer personen, werkzaam bij het betrokken agrarisch bedrijf;
-
agrarische bedrijven:
bedrijven gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waarbij uitsluitend onderscheid wordt gemaakt in:
-
-
grondgebonden agrarische bedrijven:
-
bedrijven, gericht op ooft-, tuin- of akkerbouw, alsmede veehouderij- en weidebedrijven, mits de exploitatie van deze bedrijven geheel of grotendeels gebonden is aan de bij het bedrijf behorende gronden. Hieronder vallen ook de bloembollen-, tuinbouw- en kassenteeltbedrijven;
-
-
niet-grondgebonden agrarische bedrijven:
-
bedrijven die, nagenoeg zonder gebruik te maken van de open grond, zijn gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van dieren of het telen van gewassen. Hieronder worden mede verstaan tulpentrekkerijen, witloftrekkerijen, pelsdierhouderijen, varkensfokkerijen, varkensmesterijen, kalverfokkerijen, pluimveehouderijen en champignonkwekerijen, voorzover al deze bedrijven geheel of hoofdzakelijk niet afhankelijk zijn van de opbrengst van de bij het bedrijf behorende gronden;
-
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw, of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één of meer personen, wiens/wier huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is;
-
bestaand:
het moment ten tijde van de inwerkingtreding van het bestem-mingsplan;
-
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
-
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
-
bijgebouw:
een bij een woning behorend gebouw, al dan niet tot bewoning bestemd, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan de woning en dat zich daarvan visueel onderscheidt;
-
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
-
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
-
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
-
bouwperceelsgrens:
een grens van een bouwperceel;
-
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aan-geduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
-
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
-
gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
-
hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmeting, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
-
huishouden:
de aangelegenheden van een huis besturen ten behoeve van één gezin;
-
kampeermiddel:
een mobiel en/of demontabel kampeermiddel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
-
kampeerseizoen:
het kampeerseizoen begint op 15 maart en loopt door tot en met 31 oktober van elk kalenderjaar;
-
kas:
een bouwwerk, waarvan het dak/of de wanden bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen of opkweken van vruchten, bloemen, groenten of planten. Hieronder worden mede begrepen boog- en gaaskassen alsmede fruitoliekappen;
-
mobiel en/of demontabel kampeermiddel:
een tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan of enig ander onderkomen met de bedoeling deze te plaatsen op een kleinschalig kampeerterrein gedurende ten hoogste 3 aansluitende maanden per kampeerseizoen;
-
onderkomens
voor verblijf geschikte- al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken- voertuigen, vaartuigen, arken, toercaravans, voorzover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, als ook tenten;
-
peil:
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofd-toegang direct aan de weg grenst:
-
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
-
-
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofd-toegang niet direct aan de weg grenst:
-
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofd-toegang bij voltooiing van de bouw;
-
-
-
-
indien op het water wordt gebouwd:
-
het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
-
-
-
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig, waarin bedrijfs-matig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/por-nografische aard plaatsvinden;
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prosti-tutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seks-bioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
-
tuinbouwbedrijven:
agrarische bedrijven gericht op het al dan niet in kassen telen van groenten, fruit, tuin, en (kas)vruchten, sierteeltgewassen of tuinbouwzaden, mits de exploitatie van deze bedrijven geheel of grotendeels gebonden is aan de bij het bedrijf behorende gronden;
-
vast kampeermiddel:
een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond (plaatsgebonden) en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
-
voorgevel:
de naar de weg of voetpad gekeerde gevel van een woning, met dien verstande dat slechts één gevel als zodanig kan wor-den aangemerkt;
-
woning:
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
