1. De op de
plankaart voor Recreatie-Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a.
zeewering;
b.
ter
plaatse van de aanduiding "kampeerterrein" een kampeerterrein met
maximaal 49 standplaatsen voor toeristische kampeermiddelen gedurende de
periode 1 april tot 1 oktober;
c.
bij
deze doeleinden behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen,
nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.
2. Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd:
-
bouwwerken,
geen gebouwen zijnde.
3. Voor het
bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende bepalingen:
4. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd vrijstelling te verlenen van de in lid 1 sub b genoemde periode, teneinde het gebruik van het kampeerterrein jaarrond mogelijk te maken.