Artikel 4                  Recreatie-Dagrecreatie

Bestemmingsomschrijving

1. De op de plankaart voor Recreatie-Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.          dagrecreatie;

alsmede:

b.          ter plaatse van de aanduiding "strand" tevens voor strand en zeewering;

c.          ter plaatse van de aanduiding "strandpaviljoen" tevens voor ten hoogste 38 seizoensge­bonden strandpaviljoens met bijbehorende voor­zieningen zoals terrassen met dien ver­stande dat:

-       binnen 20 m ter plaatse van de aanduiding "jaarrond" in de plaats van een seizoensge­bonden strandpaviljoen een jaarrondstrandpaviljoen is toegestaan, met een maximum van 5 jaarrondstrandpaviljoens in totaal;

-       binnen 20 m ter plaatse van de aanduiding "jaarrond zeilvereniging" in de plaats van een seizoengebonden zeilverenigingsgebouw een jaarrond zeilverenigingsgebouw is toe­gestaan;

d.          ter plaatse van de aanduiding "strandafgang en strandafgang (2)" tevens voor strandaf­gangen;

e.          ter plaatse van de aanduiding "strandhuisje" tevens voor maximaal 675 strandhuisjes voor seizoensverblijf en maximaal 4 verenigingsgebouwen gedurende het zomerseizoen;

f.            ter plaatse van de aanduiding "volkstuinen" tevens voor volkstuinen met bijbehorend ver­eni­gingsgebouw en toiletvoorziening;

g.          ter plaatse van de aanduiding "zeilvereniging" tevens voor een clubgebouw voor watersport­activiteiten en hierbij behorende voorzieningen, zoals aan de functie onderge­schikte horecavoorzieningen in de vorm van het verstrekken van etenswaren en dranken en ruimte voor het stallen van boten gedurende het zomerseizoen;

h.          ter plaatse van de aanduiding "watersport (ws)" tevens voor een gebouw voor een water­sportcentrum en hierbij behorende voorzieningen, zoals aan de functie ondergeschikte ho­recavoorzieningen in de vorm van het verstrekken van etenswaren en dranken gedurende het zomerseizoen, waar watersportfaciliteiten mogelijk zijn in de vorm van het organiseren van en lesgeven in bodyboarden, catamaran zeilen, coastrafting, golfsurfen, kitesurfen, kanoën, waterskiën, etc. en het organiseren van beach- en bedrijfsevents gedurende het zomerseizoen;

i.            bij de bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, mobiele verkooppunten en water.

 

Bouwvoorschriften

2. Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende bepalingen:

a.          gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen een bouw­vlak worden gebouwd;

b.          de maximale bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 5 m;

met dien verstande dat:

 

Bouwvoorschriften "jaarrond"

c.          ter plaatse van de aanduiding "jaarrond" gelden in geval een jaarrondstrandpaviljoen aan­wezig is de bouwvoorschriften "strandpaviljoen" met dien verstande dat in afwijking van en in aanvulling op het bepaalde onder g geldt dat: in afwijking van het gestelde onder II per strandpaviljoen maximaal één openbaar toilet is toegestaan met een maximaal oppervlak van 75 m²;

 

Bouwvoorschrift "strandafgang"

d.          ter plaatse van de aanduiding "strandafgang" een strook van minimaal 6 m onbebouwd dient te blijven;

 

Bouwvoorschrift "strandafgang (2)"

e.          ter plaatse van de aanduiding "strandafgang (2)" een strook van minimaal 10 m onbe­bouwd dient te blijven;

 

Bouwvoorschriften "strandhuisje"

f.            ter plaatse van de aanduiding "strandhuisje" zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, toegestaan met dien verstande dat:

-        het gezamenlijk oppervlak van een strandhuisje inclusief aan- en uitbouwen en     bijgebouwen maximaal 25,7 m² bedraagt;

-        de maximale nokhoogte van een strandhuisje, in afwijking van artikel 2 gemeten wordt      vanaf de begane grondvloer en niet meer mag bedragen dan 2,6 m;

-        een verenigingsgebouw een maximale oppervlakte heeft van 108 m²;

-        de nokhoogte van verenigingsgebouwen, in afwijking van artikel 2 gemeten vanaf   de begane grondvloer van het verenigingsgebouw, niet meer mag bedragen dan            2,9 m;

-        bouwwerken, geen gebouwen zijnde, een maximale hoogte hebben van 2 m;

 

Bouwvoorschriften "strandpaviljoen"

g.          ter plaatse van de aanduiding "strandpaviljoen" gebouwen en bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, zijn toegestaan met dien verstande dat:

I.          de gebouwen in de vorm van een strandpaviljoen uit maximaal 1 bouwlaag bestaan;

II.         per strandpaviljoen het gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw, bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen maximaal 700 m² mag bedragen;

III.       de goothoogte en nokhoogte van hoofdgebouwen, in afwijking van artikel 2 wordt ge­meten vanaf de begane grondvloer van het hoofdgebouw en niet meer mag bedragen dan 3 m respectievelijk 5,5 m;

IV.      de hoogte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen, in afwijking van artikel 2, gemeten wordt vanaf het denkbeeldig verlengde van de begane grondvloer van het bijbeho­rende hoofdgebouw met dien verstande dat:

-         ingeval van platte afdekking de maximale bouwhoogte 3 m bedraagt;

-        ingeval van een kap, de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt en de goothoogte maximaal 3 m;

V.       bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van terrassen niet mogen worden af­gedekt met een permanente dakachtige constructie in de vorm van glas, kunststof, steen of andere materialen;

VI.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van terrassen (toegangen naar ter­rassen in de vorm van trapjes en terrasafscheidingen uitgezonderd) niet lager en niet hoger mogen worden gebouwd dan de begane grondvloer van het bijbehorende hoofdgebouw;

VII.    onder een terras, behoudens constructies ten behoeve van de fundering, geen bouw­werken mogen worden gebouwd;

VIII.   de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, in afwijking van artikel 2, wordt gemeten vanaf het afgewerkt maaiveld of, als geplaatst op een vloer vanaf de vloer, met dien verstande dat:

-        de hoogte van terrasafscheidingen vóór de voorgevel of het verlengde daarvan niet meer dan 2 m mag bedragen;

-         de hoogte van lichtmasten niet meer dan 6,5 m mag bedragen;

-         de hoogte van vlaggenmasten niet meer dan 8 m mag bedragen;

-         de hoogte van reclame-uitingen niet meer dan 5,5 m mag bedragen;

-        de hoogte van overkappingen in afwijking van artikel 2 gemeten worden vanaf het denkbeeldige verlengde van de begane grondvloer van het bijbehorende hoofdge­bouw en ten hoogste 3 m mag bedragen;

-        onder de begane grondvloer mogen, behoudens constructies ten behoeve van de fundering, geen bouwwerken worden gebouwd;

 

Bouwvoorschriften "volkstuinen"

h.          ter plaatse van de aanduiding "volkstuinen" is:

-        per 200 m² volkstuin maximaal één gebouw toegestaan ten behoeve van berging van tuingereedschap en/of als schuilgelegenheid met een maximale oppervlakte van 15 m², een maximale goothoogte van 2,5 m en maximale nokhoogte van 4,5 m, waarbij de mi­nimale afstand tussen de gebouwen 3 m bedraagt;

-        één verenigingsgebouw en maximaal 3 bijgebouwen toegestaan met een gezamenlijke maximale oppervlakte van 180 m², een maximale goothoogte van 3 m en een maximale nokhoogte van 4,5 m;

-        de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2,5 m met dien verstan­de dat de hoogte van erfafscheidingen tussen de tuinen maximaal 1 m bedraagt;

 

Bouwvoorschriften "zeilvereniging"

i.            ter plaatse van de aanduiding "zeilvereniging" zijn gebouwen en bouwwerken, geen ge­bouwen zijnde, toegestaan met dien verstande dat:

-        het gezamenlijk oppervlak van een clubgebouw, bijgebouwen en overkappingen maxi­maal 350 m² bedraagt;

-        de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw, in afwijking van artikel 2, gemeten wordt vanaf de begane grondvloer en niet meer mag bedragen dan 5,7 m;

-        de hoogte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen, in afwijking van artikel 2, gemeten wordt vanaf het denkbeeldig verlengde van de begane grondvloer van het bijbeho­rende hoofdgebouw met dien verstande dat:

.        ingeval van platte afdekking de maximale bouwhoogte 3 m bedraagt;

.        ingeval van een kap, de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt en de goothoogte maximaal 3 m;

-        de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, in afwijking van artikel 2, wordt gemeten vanaf het afgewerkte maaiveld of, als geplaatst op een vloer vanaf de vloer, met dien verstande dat:

.        de hoogte van lichtmasten niet meer dan 6,5 m mag bedragen;

.        de hoogte van vlaggenmasten niet meer dan 8 m mag bedragen;

.        de hoogte van reclame-uitingen niet meer dan 5,5 m mag bedragen;

.        de hoogte van overkappingen ten hoogste 3 m mag bedragen;

.        onder de begane grondvloer mogen, behoudens constructies ten behoeve van de fundering, geen bouwwerken worden gebouwd;

 

Bouwvoorschriften "watersport"

j.            ter plaatse van de aanduiding "watersport" zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, toegestaan met dien verstande dat:

-        het gebouw van het watersportcentrum en bijgebouwen uit maximaal 1 bouwlaag be­staan;

-        het gezamenlijk oppervlak van het gebouw van het watersportcentrum, bijgebouwen en overkappingen maximaal 700 m² bedraagt;

-        de goothoogte en nokhoogte van het hoofdgebouw, in afwijking van artikel 2, wordt gemeten vanaf de begane grondvloer van het hoofdgebouw en niet meer mag bedra­gen dan 5,5 m;

-        de hoogte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen, in afwijking van artikel 2, gemeten wordt vanaf het denkbeeldig verlengde van de begane grondvloer van het bijbeho­rende hoofdgebouw met dien verstande dat:

.        ingeval van platte afdekking de maximale bouwhoogte 3 m bedraagt;

.        ingeval van een kap, de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt en de goothoogte maximaal 3 m;

-        de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, in afwijking van artikel 2, wordt gemeten vanaf het afgewerkte maaiveld of, als geplaatst op een vloer vanaf de vloer, met dien verstande dat:

.        de hoogte van lichtmasten niet meer dan 6,5 m mag bedragen;

.        de hoogte van vlaggemasten niet meer dan 8 m mag bedragen;

.        de hoogte van reclame-uitingen niet meer dan 5,5 m mag bedragen;

.        de hoogte van overkappingen ten hoogste 3 m mag bedragen;

-        onder de begane grondvloer mogen, behoudens constructies ten behoeve van de fun­dering, geen bouwwerken worden gebouwd.

 

Bouwvoorschriften "jaarrond zeilvereniging"

k.          ter plaatse van de aanduiding "jaarrond zeilvereniging" gelden ingeval een jaarrond zeil­verenigingsgebouw aanwezig is de bouwvoorschriften van "zeilvereniging" als genoemd in artikel 4 lid 3 sub i;

 

Gebruiksverbod

4. Het is verboden de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te gebruiken voor permanente bewoning.

 

5. Het verstrekken van logies is niet toegestaan.

 

Vrijstellingsbevoegdheid breedte strandafgangen

6. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd vrijstelling te verlenen van het be­paalde in lid 3 onder d en e om een afwijkende breedte van strandafgangen toe te staan mits de veiligheid hierdoor niet in het geding komt.

 

Vrijstellingsbevoegdheid nokhoogte strandpaviljoens

7. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd vrijstelling te verlenen van het be­paalde in lid 3 onder g sub III om een afwijkende nokhoogte toe te staan van ten hoogste 10% onder de voorwaarde dat de afwijkende nokhoogte de duinkruin niet overstijgt.