HOOFDSTUK 1 |
INLEIDENDE REGELS
|
|
In deze regels wordt verstaan onder:
|
Artikel 1 |
Begrippen
|
1.1 |
Plan:
|
|
het bestemmingsplan Hoek Kostverlorenstraat - Plataanlaan van de gemeente Weesp;
|
1.2 |
Bestemmingsplan:
|
|
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in de verbeelding met nummer 202064-BP met bijbehorende regels;
|
1.3 |
Bebouwing:
|
|
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
|
1.4 |
Bebouwingspercentage:
|
|
een op de plankaart of in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bestemmingsvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
|
1.5 |
Bestaand:
|
|
Bouwwerken en gebruik zoals die zijn of rechtens mogen zijn op het tijdstip dat het plan rechtskracht krijgt;
|
1.6 |
Bestemmingsgrens:
|
|
de grens van een bestemmingsvlak;
|
1.7 |
Bestemmingsvlak:
|
|
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
|
1.8 |
Bouwen:
|
|
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
|
1.9 |
Bouwlaag:
|
|
doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder, met dien verstande dat een souterrain of kelderverdieping niet als bouwlaag wordt beschouwd, indien de bovenkant van de vloer waarmee het souterrain wordt afgedekt maximaal 1,20 meter boven peil ligt;
|
1.10 |
Bouwvlak:
|
|
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
|
1.11 |
Bouwwerk:
|
|
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
|
1.12 |
Detailhandel:
|
|
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
|
1.13 |
Dienstverlening:
|
|
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden (bijvoorbeeld kapper, schoonheidssalon, tandartspraktijk);
|
1.14 |
Eerste bouwlaag:
|
|
de op de begane grond gelegen bouwlaag;
|
1.15 |
Gebouw:
|
|
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
|
1.16 |
hoofdgebouw:
|
|
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn functie, indeling en/of afmetingen, als het belangrijkste valt aan te merken;
|
1.17 |
Horeca(bedrijf):
|
|
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren, overwegend voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, waarbij de volgende categorisering wordt gehanteerd:
|
|
- Categorie A: discotheek, bardancing, zaalverhuur / partycentrum
- Categorie B: café, bar, brasserie
- Categorie C: cafetaria, snackbar, grillroom, fastfoodrestaurant, automatiek,
|
|
snelbuffet
|
|
- Categorie D: restaurant, bistro, crêperie, lunchroom, koffie-/theehuis,
|
|
ijssalon;
|
1.18 |
Kantoor:
|
|
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
|
1.19 |
Peil:
|
|
bij ligging op een afstand van minder dan 10 meter uit de as van de weg: de kruin van de weg;
|
|
bij ligging anderszins: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
|
1.20 |
Woning:
|
|
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
|
Artikel 2 |
Wijze van meten
|
2.1 |
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
|
2.1.1 |
de inhoud van een bouwwerktussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
|
2.1.2 |
de (bouw)hoogte van een bouwwerkvanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
|
2.1.3 |
de afstand tot zijdelingse bouwperceelsgrens
|
|
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend bouwwerk, waar die afstand het kleinst is.
|
2.2 |
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, balkons, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,5 meter wordt overschreden.
|
HOOFDSTUK 2 |
BESTEMMINGSREGELS
|
Artikel 3 |
Wonen - Uit te werken (W-U)
|
3.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
|
De op de plankaart voor "Wonen - Uit te werken" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
|
|
- gestapelde woningen;
- detailhandel;
- dienstverlening;
- kantoren;
- horeca in categorie C en/of D;
- verkeer;
|
|
met de daarbij behorende:
|
|
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- voetpaden;
- groenvoorzieningen;
- tuinen;
- water;
- nutsvoorzieningen;
- bijgebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
|
3.2 |
Uitwerkingsregels
|
|
Burgemeester en wethouders werken, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in lid 3.1 bedoelde bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
|
|
- de in lid 3.1 sub b, c, d en e omschreven doeleinden zijn uitsluitend op de eerste bouwlaag toegestaan;
- de vóór de vaststelling van het plan vastgestelde hogere grenswaarde mag niet worden overschreden;
- een bodemonderzoek moet zijn verricht en/of bodemsanering moet hebben plaatsgevonden;
- alvorens tot uitwerking over te gaan stellen burgemeester en wethouders een onderzoek in naar de aanwezigheid van archeologische resten. Indien uit dit onderzoek blijkt dat ter plaatse archeologische resten aanwezig zijn, houden burgemeester en wethouders rekening met de archeologische waarde van de gronden;
- het uitwerkingsplan mag geen onevenredige belemmering vormen voor de waterhuishouding.
|
3.3 |
Bouwregels
|
3.3.1 |
Voor het bouwen op de in lid 3.1 omschreven gronden gelden de volgende regels:
|
|
- het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan in het bestemmingsvlak is aangegeven;
- het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan in het bestemmingsvlak is aangegeven;
- de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2 m.
|
3.3.2 |
Op de gronden met de in lid 3.1 genoemde bestemming mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2 van dit artikel.
|
3.4 |
Ontheffing van de bouwregels
|
|
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.3.2 voor het bouwen van bouwwerken op of in de gronden, indien het bouwplan in overeenstemming is met een ontwerp uitwerkingsplan danwel een vastgesteld, maar nog niet rechtsgeldig uitwerkingsplan;
|
HOOFDSTUK 3 |
ALGEMENE REGELS
|
Artikel 4 |
Antidubbeltelregel
|
|
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
|
Artikel 5 |
Algemene procedureregels
|
5.1 |
Op de voorbereiding van een uitwerkingsplicht ingevolge dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
|
5.2 |
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid, zoals bedoeld in deze regels, worden de navolgende procedureregels in acht genomen:
|
|
- het ontwerpbesluit tot ontheffing ligt met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage;
- burgemeester en wethouders maken de onder a bedoelde ter inzage legging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend;
- de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
- gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijke zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.
HOOFDSTUK 4 |
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
|
Artikel 6 |
Overgangsrecht
|
6.1 |
Overgangsrecht bouwwerken
|
|
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
|
6.2 |
Overgangsrecht gebruik
|
|
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
|
|
|
Artikel 7 |
Slotregel
|
|
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
|
|
Regels van het bestemmingsplan Hoek Kostverlorenstraat - Plataanlaan van de gemeente Weesp.
|
|
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 september 2009.
|
|
|
|
|
|
De raad voornoemd,
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
mw. M. Walrave dhr. B. Horseling
|
|
griffier voorzitter
|
|