Dokweg    

verplicht

Status Identificatiecode

Datum
Ontwerp

NL.IMRO.0453.WP0502DOKWEG1-O001


5 maart 2019
Vastgesteld

NL.IMRO.0453.WP0502DOKWEG1-

Toelichting     

Hoofdstuk 1 Inleiding     

Dit wijzigingsplan heeft betrekking op de planlocatie aan de Dokweg 4-6 in het "Havengebied IJmuiden". Ter plaatse bestaat de wens om een verblijfsaccommodatie in de vorm van een short stay hotel te realiseren. Deze nieuwe inrichting zal zich met name richten op het faciliteren van tijdelijke arbeidskrachten gerelateerd aan de bedrijfsactiviteiten in de haven.

De functie van een hotel op deze locatie is momenteel strijdig met het vigerende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan Havengebied IJmuiden is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de gehele spoorwegdriehoek.

Het doel van het wijzigingsplan is een planologisch kader op te stellen waarbinnen de nieuwe ontwikkelingen kunnen plaatsvinden en invulling wordt gegeven aan het gebied.

1.1 Plangebied     

Situering van het plangebied:

verplicht

verplicht

Afbeeldingen 1.1.1 Plangebied

1.2 Aanleiding     

Dit wijzigingsplan heeft betrekking op de realisatie van een short stay hotel op het perceel Dokweg 4, gelegen in het "Havengebied IJmuiden". Het hotel zal zich met name richten op het faciliteren van tijdelijke arbeidskrachten gerelateerd aan de bedrijfsactiviteiten in de haven. Om dit te realiseren bestaat het plan, op hoofdlijn, uit een gebouw met een maximale hoogte van 12,015 meter en met 40 kamers verdeeld over 4 bouwlagen.

1.3 Vigerend bestemmingsplan     

De realisatie van een hotel aan Dokweg is niet in overeenstemming met de bepalingen van het bestemmingsplan " Havengebied IJmuiden". De gronden zijn bestemd voor Gemengd 1 (GD-1). De met deze bestemming aangeduide gronden zijn onder andere bestemd voor:

  • bedrijven tot en met categorie 2;
  • groothandel;
  • dienstverlenende bedrijven;
  • vuurtorens;
  • kantoor tot een maximum van 1500 m2.

In het bestemmingsplan is (artikel 7.5) een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een short stay functie mogelijk te maken. Burgemeester en wethouders zijn op basis van artikel 3.6. van de Wet ruimtelijke ordening daarom bevoegd, en voor zover de bedoelde grond (perceel) gelegen is in de bestemming "Gemengd-1" en is gesitueerd aan de Dokweg, de functie "Gemengd-1" te wijzigen en te specificeren in "horeca "met de aanduiding "hotel". Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

a. er worden voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd op eigen terrein waarbij de parkeernorm geldt van 1 parkeerplek per kamer;

b. binnen het gehele plangebied zijn maximaal 5 hotels toegestaan;

c. er dient een QRA te worden opgesteld;

d. er dient een anterieure overeenkomst te worden gesloten.

verplicht

Afbeelding 1.3.1 Vigerende bestemmingsplannen

1.4 Beschrijving initiatief     

Het terrein aan de Dokweg heeft een oppervlakte van 1.825 m2. Het plangebied grenst direct aan de bestaande bebouwing van Polyetherhandel van J.J. van Kooten. Dokweg 4 en Dokweg 6 zijn in eigendom van de initiatiefnemer.

De hoogte van het hotel bedraagt 12.015 meter.

verplicht

Figuur 5: situering planlocatie aan de Dokweg en de Kruitenstraat.

Het hotel is bedoeld voor (tijdelijke) arbeidsmigranten met name gericht op de off-shore industrie. De capaciteit van het hotel is 40 kamers. De kamergrootte is divers om maximaal te kunnen faciliteren. Bij het ontwerp zijn de normen gehanteerd van de Stichting Normering Flexwonen (SNF). Het hotel heeft een (veiligheids) trappenhuis en er is een lift.

Het plangebied behoort tot de entree van het havengebied komende vanaf De Geul. Door haar massa, haar hoogte en haar ontwerp zal het hotel een landmark vormen die de entree kwaliteit geeft.

verplicht

Figuur 6: indeling van de begane grond.

Aan de zuidzijde bevindt zich de entree tot het hotel. De entree aan de zuidzijde leidt direct naar de trap en de lift. Op de begane grond bevinden zich 4 kamers van verschillende afmetingen. In de 3 bouwlagen boven de begane grond bevinden, zich per bouwlaag, 12 kamers. Dit geeft het totaal van 40 kamers.

Voor een hotel stelt de gemeente de parkeernorm van 1 parkeerplaats per kamer. Om hier voldoende ruimte voor te hebben wordt er een parkeergelegenheid (42 plaatsen) voor hotelbezoekers/bewoners geboden aan weerszijden van het hotel (zie paragraaf 4.9 Verkeer en parkeren).

Hoofdstuk 2 Ontstaansgeschiedenis     

IJmuiden dankt haar ontstaan aan de aanleg van het Noordzeekanaal dat in 1876 gereed kwam. Voor die tijd bestond het gebied uit duinvallei de Breesaap. Het vissersdorp IJmuiden ontwikkelde zich nabij de sluizen.

Door de aanleg van de spoorwegverbinding met Velsen in 1886 werd het vervoer van vis naar de afzetgebieden vergemakkelijkt, hetgeen een enorme stimulans is geweest voor de vishandel in IJmuiden. Door het toenemen van het grote aantal vissersschepen in de monding van het kanaal werd het gewone scheepvaartverkeer gehinderd. De regering besloot toen voor de visserijvloot een aparte haven aan te leggen.



In 1889 werd begonnen met het afgraven van de hoge duinen ten westen van het woongebied. In 1896 werd de Vissershaven in gebruik genomen. De toename van visserijactiviteiten was zo groot dat de haven in 1902 verlengd werd. Ten westen van de Vissershaven werd een kleine hulphaven aangelegd als berghaven voor loods- en baggermateriaal. Langs de Trawlerkade ontstond in 1901 de eerste bebouwing. Aansluitend hierop werd het gebied ten zuiden van de Vissershaven ingedeeld in een praktische blokkenstructuur en uitgegeven aan bedrijven die zich in de directe omgeving van de haven wilden vestigen.



In 1914 werd het besluit genomen tot de aanleg van een nieuwe lighaven. Deze kwam gedeeltelijk te liggen op de plaats van de oude hulphaven en werd via de monding van de Visserhaven toegankelijk gemaakt. In 1920 is de aanleg van de Haringhaven in de huidige richting gerealiseerd. Het Noordzeekanaal werd door de toevoeging van sluizen steeds verder verbreed waardoor het fort op een eiland kwam te liggen. In 1939 werd een begin gemaakt met de aanleg van scheepshellingen ten zuidwesten van de Haringhaven. Het gebied liep veel schade op in de oorlog. Na de oorlog zijn veel kades en dokken vervangen.



De vishallen werden herbouwd en in 1950 werden aan de Haringhaven twee nieuwe scheepshellingen aangelegd. Een strook grond langs de Halkade werd door het Staatsvissershavenbedrijf uitgegeven voor bebouwing. In 1956 is het gemeentelijke bedrijventerrein ten zuiden van de Kromhoutstraat tot ontwikkeling gebracht. In 1968 werd vervolgens ook het gebied ten noorden van de Kromhoutstraat voor bedrijfsvestiging uitgegeven.



De haringhaven werd verlengd en bereikte in 1962 eenzelfde lengte als de Vissershaven. Ook werden beide havens op een diepte van 7 meter gebracht. Het vervoer per rail liep in die tijd terug waardoor het uitgebreide spoorwegstelsel dat inmiddels in het havengebied lag in onbruik raakte.



In de jaren ’80 bereikt het gebied haar huidige opzet. Sinds de privatisering van het Staatsvissershavenbedrijf valt het havengebied, met uitzondering van het gemeentelijke bedrijventerrein, onder het beheer van Zeehaven IJmuiden N.V. In die tijd is het gebied rondom de vuurtoren op de kop van het middenhavengebied dichtgebouwd ten behoeve van vriesvemen.



Door de toenemende vraag naar haventerrein is in 1995 een deel van de Haringhaven gedempt. In datzelfde jaar is gestart met de ontwikkeling van de Derde haven, thans bekend als de IJmondhaven.

verplicht

Afbeelding 2.1 Luchtfoto plangebied

Hoofdstuk 3 Beleidskader     

De bevoegdheid voor onderhavig wijzigingsplan is geregeld in het goedgekeurde en onherroepelijke bestemmingsplan "Havengebied IJmuiden". Bij het opstellen van het wijzigingsplan is het plan uitgebreid getoetst aan het Rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid. Met de inwerkingtreding van het vigerende bestemmingsplan kan worden geconcludeerd dat de delen van het vigerende bestemmingsplan die van toepassing zijn op dit wijzigingsplan, voldoen aan het Rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 4 Milieuaspecten     

In dit hoofdstuk worden de relevante milieu-aspecten aan de orde gesteld. Hierbij dienen aan de orde te komen het wegverkeerslawaai, geluidszones, bedrijvigheid, bodem, vervoer gevaarlijke stoffen, archeologie, de flora en de veiligheid.

4.1 Bedrijven en milieuhinder     

Een goede ruimtelijke ontwikkeling streeft naar het bevorderen van een duurzame ruimtelijke kwaliteit in een dynamische samenleving. Het is helder dat duurzame ruimtelijke kwaliteit mede richting en inhoud geeft aan het criterium “een goede ruimtelijke ordening”. Een goede ruimtelijke ordening houdt ook in het voorkomen van voorzienbare hinder door milieubelastende activiteiten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten doet in de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (editie 2009), een handreiking ten behoeve van de afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu op lokaal niveau. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie ten opzichte van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand bedrijven gesitueerd worden. In de publicatie zijn adviesafstanden die gemotiveerd kunnen worden toegepast bij ruimtelijke ordening.

De adviesafstanden hangen samen met gebiedskenmerken. Het is mogelijk om door middel van maatregelen overlast te beperken en daardoor af te wijken van de afstanden. In dit geval zal aangetoond moeten worden welke maatregelen worden genomen om de overlast te beperken. Aan de hand hiervan kan dan gemotiveerd worden afgeweken van de standaard adviesafstanden. Voor de realisatie van nieuwe ontwikkelingen wordt getoetst aan de richtafstand uit de publicatie Bedrijven en Milieuzonering.

Een hotel is geen geluidsgevoelige functie volgens de Wet geluidhinder, maar uit jurisprudentie blijkt dat bij dergelijke functies wel rekening moet worden gehouden met het aspect geluid. Voor een eventueel hotel geldt dat met deze functie in de milieuzonering rekening moet worden gehouden door in de directe omgeving alleen bedrijven uit maximaal categorie 3.1 toe te staan. In de milieuzonering wordt er hierdoor zorg gedragen dat de meest zware bedrijven zich niet direct naast het hotel kunnen vestigen. Hotels mogen zich derhalve alleen vestigen in de spoorwegdriehoek. In de spoorwegdriehoek zijn maximaal categorie 2 bedrijven toegestaan.

Conclusie 

Vanuit milieuzonering zijn geen bezwaren tegen de realisatie van het short stay hotel.

4.2 Externe Veiligheid     

Routering gevaarlijke stoffen

Op grond van artikel 18 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) heeft de gemeente Velsen op 5 november 2002 wegen aangewezen voor het transport van gevaarlijke stoffen. De vastgestelde route loopt onder ander over de Kanaalweg. Aan het transport van gevaarlijke stoffen is een risiconormering verbonden: de Plaatsgebonden- (PR) en de Groepsrisico-contour (GR). De routering kent in dit geval geen PR-contour. Als de afstand van het plangebied tot de weg 200 meter of meer bedraagt, kan gesteld worden dat de ontwikkeling geen invloed heeft op het groepsrisico. Over de Kanaaldijk te IJmuiden loopt de aangewezen route gevaarlijke stoffen. Het onderhavige plangebied ligt op een afstand van ongeveer 380 meter vanaf de Kanaaldijk. De ontwikkeling heeft daarom geen invloed op het groepsrisico.

Plaatsgebonden Risico (PR)

Het plaatsgebonden risico geeft de kans om te overlijden, op een bepaalde plaats, ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6.

De contouren van het nabijgelegen tankstation (Shell) zijn als volgt:

• PR10-6

Vulpunt 40 meter, reservoir 25 meter;

• PR10-5

Invloedssfeer vulpunt 150 meter, reservoir 150 meter. verplicht

Het hotel valt niet binnen de invloedssfeer (159 > 150 meter) van het vulpunten het reservoir.

Groepsrisico (GR)

Door het groepsrisico vroegtijdig te betrekken bij afwegingen, kan het bevoegd gezag zorgen voor samenhang tussen locatiekeuze, preventiemaatregelen, maatschappelijke acceptatie en de mogelijkheden voor adequate rampbestrijding en hulpverlening. Dit is wat moet gebeuren bij het doorlopen van de wijzigingsbevoegdheid.

Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fN- curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1 % letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1 % van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen.

Het Shell tankstation en de LPG-tank aan de Dokweg vormen een risico. Een LPG-tankstation wordt in het BEVI aangemerkt als een categoriale inrichting. Bij categoriale inrichtingen zijn voor zowel het plaatsgebonden risico als groepsrisico vaste afstanden opgenomen. Dit geldt zowel voor bestaande situaties als voor nieuwe situaties. Het plan valt net binnen de 150 meter cirkel waarbinnen een QRA nodig is.

verplicht

De QRA, uitgevoerd door Adviesgroep AVIV B.V. te Enschede, als bijlage 1 QRA  toegevoegd. De conclusie luidt:

"Het groepsrisico ligt in zowel de huidige als de toekomstige situatie onder de oriëntatiewaarde. Het maximaal aantal slachtoffers wordt voornamelijk bepaald door het lossen van de LPG-tankauto. Het maximum aantal slachtoffers is circa 600 voor zowel de huidige als de toekomstige situatie. Door de ruimtelijke ontwikkeling neemt het groepsrisico niet toe". 

Aardgasleiding 

De hotellocatie (plangebied) ligt net buiten het invloedsgebied van de buisleiding.

verplicht

Figuur 9: invloedssfeer van de buisleiding (aardgas).

4.3 Luchtkwaliteit     

Met de in 2007 in werking getreden Wet luchtkwaliteit zijn de luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. De wet stelt dat onderzocht dient te worden of een project 'in betekenende' mate van invloed is op de luchtkwaliteit. Als een bouwproject voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (minder dan 1500 woningen of 100.000 m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen.

Naast het gegeven dat het hotel ver beneden de in de Wet aangegeven schaalgrootte van projecten ligt worden in het vigerende bestemmingsplan alle ontwikkelingen beoordeeld als kleinschalige ontwikkelingen. Uit de Monitoringstool (www.nsl-monitoring.nl) blijkt dat er in het plangebied ruimschoots kan worden voldaan aan de fijn stof en stikstofdioxide normen. De verkeersintensiteiten van verkeerswegen in- en nabij het bestemmingsplan zullen niet zodanig toenemen dat ook de verkeersemissies sterk zullen stijgen. Er worden geen knelpunten verwacht.

Conclusie

De Wet luchtkwaliteit vormt geen knelpunt voor de realisatie van het short stay Hotel.

4.4 Geluid     

De Wet geluidhinder legt in zijn algemeenheid de verplichting op om onderzoek te doen naar de waarde van de geluidsbelasting op geluidgevoelige bestemmingen, indien zij zijn gelegen binnen een geluidzone.

Het short stay hotel is geen geluidsgevoelig object. Derhalve worden er aan de geluidbelasting van het hotel geen eisen gesteld.

4.5 Bodem     

Het is wettelijk verboden om te bouwen op verontreinigde grond. Om te kunnen bepalen of de bodem in het plangebied geschikt is voor het beoogde gebruik dient bij voorgenomen bouwactiviteiten een bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Bij de bouwvergunning dient het resultaat van een recent verkennend bodemonderzoek (NEN 5740) van de betreffende locatie gevoegd worden.

Een omgevingsvergunning wordt pas verleend als is aangetoond dat de bodem geschikt is voor de bedoelde functie. Een verkennend bodemonderzoek is hiertoe uitgevoerd. Het onderzoeksrapport van APS-Milieu BV is als bijlage 2 Bodemonderzoek toegevoegd. Een samenvatting van de resultaten uit het onderzoeksrapport:

Aangetroffen is: Grond toplaag (0 – 0,5 m-mv): licht verontreinigd met minerale olie, barium en PAK,

Ondergrond (grindhoudend ,0,5-1,0 m-mv): sterk verontreinigd met nikkel en licht verontreinigd met minerale olie, kobalt, koper, barium en PAK,

Ondergrond (niet grindhoudend, 0,5-1,0 m-mv): nikkel is niet aantoonbaar,

Ondergrond (1-1,5 m-mv): niet verontreinigd,

Grondwater: niet verontreinigd.


Conclusies en aanbevelingen:


Uitvoeren van nader onderzoek naar sterke verontreiniging met nikkel. Uitvoering van dit onderzoek in procedure Omgevingsvergunning.











4.6 Ecologie     

Wetgeving met betrekking tot de bescherming van de natuur richt zich op twee hoofdthema's. Het gaat hierbij om de bescherming van natuurgebieden (gebiedsbescherming) en de bescherming van planten diersoorten (soortbescherming).

Gebiedsbescherming

Er liggen geen beschermde natuurgebieden in de nabijheid van de locatie en de aard van het project, woonbebouwing en lichte bedrijvigheid, zal geen significant effect op natuurgebieden in de gemeente hebben.

Soortbescherming

Soortbescherming wordt geregeld in de Wet natuurbescherming. In deze wet zijn planten en dieren aangewezen als beschermd. Deze beschermde organismen mogen niet zonder reden in hun bestaan worden aangetast. Belangrijk is het feit dat beschermde organismen ook buiten natuurgebieden voorkomen.

De Wet natuurbescherming deelt soorten in drie beschermingsregimes. Dit zijn:

  • Beschermingsregime soorten Vogelrichtlijn. Dit zijn alle van nature in Nederland in het wild levende vogels (zoals bedoelt in artikel 1 van de Vogelrichtlijn).
  • Beschermingsregime soorten Habitatrichtlijn. Dit zijn soorten die genoemd zijn in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn, Bijlage I en II van het Verdrag van Bern en Bijlage II van het Verdrag van Bonn. In de Bijlagen van de Verdragen van Bern en Bonn worden ook vogels genoemd.
  • Beschermingsregime andere soorten. Dit zijn soorten die genoemd zijn in Bijlage A van de Wet natuurbescherming. Het gaat hier om de bescherming van zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen, kevers en vaatplanten voorkomend in Nederland.

In de Wet natuurbescherming is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben. De zorgplicht geldt voor alle planten en dieren, beschermd of niet.

Om niet in strijd te handelen met de Wet natuurbescherming dient het eventueel verwijderen van vegetatie (bomen/struikgewas) buiten de vogelbroedtijd (15 maart – 15 juli ) plaats te vinden.

De planlocatie ligt aan de oostelijke punt van het havengebied aan de noordelijke toegangsweg tot het gebied (De Geul / Dokweg). De planlocatie is momenteel onbebouwd. Aan de westzijde wordt de planlocatie begrensd door lage bebouwing (een Engineeringbureau). Direct grenzend aan de noordzijde ligt een asfaltverhardingsstrook (Kruitenstraat) die nu ook wordt gebruikt voor parkeren (stallen) van vrachtvervoer.

verplicht

De planlocatie aan de Dokweg 4 ligt in het havengebied IJmuiden dat sinds jaar en dag intensief in gebruik is als een bedrijventerrein. De natuurwaarden zijn relatief laag. Verblijfsplaatsen van zwaar beschermde vleermuizen zijn evenwel mogelijk. Uitvoering van werkzaamheden ter realisatie van het plan, waaronder ook het bouw- en woonrijp maken van de locatie, zullen buiten het broedseizoen plaatsvinden.

4.7 Duurzaamheid     

Duurzaam bouwen

Bij duurzaam bouwen worden bouwwerken op een wijze gerealiseerd waarbij het milieu zo min mogelijk wordt belast. In elke fase van het bouwproces dient rekening te worden gehouden met duurzaam bouwen. De gemeente Velsen heeft in 2002 duurzaam bouwen beleid vastgesteld. Het beleid is gedefinieerd aan de hand van de Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen. Belangrijk is om duurzaam bouwen zo vroeg mogelijk in het bouwproces mee te nemen. Voor nieuwe woningbouw hanteert de gemeente een ambitie van 150 punten op de Maatlat Duurzame Woningbouw. Bij de keuze van de maatregelen op de Maatlat Duurzame Woningbouw de nadruk leggen op de thema's energie en materialen.

Klimaatbeleid

In 2002 heeft de gemeente Velsen het Klimaatbeleid vastgesteld. Het Klimaatbeleid is gestoeld op de afspraken in het Kyoto-protocol. Nederland moet in de periode 2008-2012 6% minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990. Hierin hebben de gemeenten een taakstelling.

De randvoorwaarden vanuit het klimaatbeleid voor de toekomstige woningen in de gemeente Velsen zijn:

  • Realiseer lage Energieprestatiecoëfficiënt (EPC-waarden) (5-10% verscherpt t.o.v. bouwbesluit),
  • Pas duurzame energie toe,
  • Pas zongerichte verkaveling toe (minimaal 75%),
  • Rust alle woningen uit met een lage temperatuurverwarmingssysteem (LTV).

De gemeente Velsen heeft een klimaatovereenkomst met de provincie (het CO2-servicepunt) ondertekend. Met de ondertekening hebben ontwikkelaars in de gemeente toegang tot de zogenoemde duurzame energie- lijst. De provincie subsidieert CO2-emissie reducerende technieken zoals zonneboilers, PV-systemen en lagere temperatuurverwarmingssysteem (LTV).

4.8 Cultuurhistorie     

Graafwerkzaamheden verstoren/vernietigen archeologische bodemschatten. Indien zich graafwerkzaamheden voordoen bij de herontwikkeling van de locatie bijvoorbeeld ten behoeve van een parkeergarage, zet de gemeente Velsen zich in voor archeologisch onderzoek. Het plangebied is een gebied met archeologische waarde. Op grond van de regels van het bestemmingsplan "Havengebied" moet archeologisch onderzoek worden uitgevoerd indien de oppervlakte van een bouwwerk meer dan 500 m2 bedraagt. Aangezien de oppervlakte van het te bouwen hotel ongeveer 350 m2 bedraagt, behoeft in dit geval geen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.

Voor het overige bevinden zich geen cultuurhistorisch waardevolle elementen in het plangebied.

4.9 Verkeer en parkeren     

Conform het uitgangspunt in de Bouwverordening (art. 2.5.30) voor het parkeren op het eigen terrein is de initiatiefnemer er in geslaagd het plan inclusief het parkeren volledig te realiseren op eigen grond. Ontsluiting van hotel en het parkeren zal via de Kruitenstraat gebeuren Er is geen doorgang (bijvoorbeeld in een doorsteek) vanaf het parkeerterrein direct op de Dokweg mogelijk. De inrichting voorziet in groene barriers waardoor het fysiek onmogelijk de Dokweg direct te bereiken.

verplicht

Het parkeren wordt op eigen terrein gerealiseerd. Er worden 42 parkeerplaatsen gerealiseerd.

Hoofdstuk 5 Waterparagraaf     

Op grond van het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) dient in de toelichting afzonderlijk te worden aangegeven welke de gevolgen voor het plan zijn voor de waterhuishouding.

In het rapport van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw is geconcludeerd dat Nederland zijn waterhuishouding niet op orde heeft. Water dient in de toekomst een mede-ordend principe te worden. In het bestemmingsplan dient daarom aandacht besteed te worden aan water. Recent is er een Nationaal waterakkoord gesloten tussen het Rijk, gemeenten, waterschappen en provincies, waarin opgenomen is hoe de partijen met water wensen om te gaan. De opgave is te zorgen voor veiligheid en te beschikken over voldoende mogelijkheden voor waterberging ter voorkoming van waterlast, watertekort en het verslechteren van de waterkwaliteit. De watertoets is ingevoerd om te kijken in hoeverre hier aan voldaan wordt.

5.1 Watertoets     

De planlocatie valt binnen het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Van ieder ruimtelijk plan dient te worden vastgesteld in hoeverre de waterbelangen bij plan zijn betrokken. Hiertoe hebben de waterschappen een digitaal portaal ingericht om aan de hand van een aantal vragen te kunnen bepalen in hoeverre het waterschap bij het plan betrokken moet worden.

Na de watertoets van 2015 is op 2 januari 2019 een nieuwe toets uitgevoerd. Het resultaat blijft onveranderd in de aanbeveling de normale procedure te volgen.

Afhankelijk van de antwoorden wordt bepaalt welke procedure doorlopen moet worden:

  • geen belang: functiewijziging zonder relevante wateraspecten;
  • korte procedure: klein plan met weinig relevante wateraspecten;
  • normale procedure: groot plan met meerdere relevante wateraspecten.

Samenvatting watertoets (dossiercode 20190102-13-19530).

Heeft u een beperkingsgebied geraakt?

nee

Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied?

Velsen

Vragen:

Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt, zonder fysieke aanpassing ten opzichte van de bestaande situatie?

nee

Wordt als onderdeel van het plan riolering aangelegd/vernieuwd?

nee

Is er sprake van een toename van lozing [huishoudelijk of bedrijfsmatig afvalwater] in het landelijk gebied groter dan 5 huishoudens of in het stedelijk gebied groter dan 15 huishoudens?

nee

Is er in of rondom het plangebied sprake van wateroverlast of grondwateroverlast?

nee
Neemt in het plan het verharde oppervlak van bebouwing en bestrating toe met meer dan 500m2?

ja, 750 m2

Maakt het plan deel uit van een groter plan dat in ontwikkeling is?

nee

Worden er op bedrijfsmatige wijze activiteiten verricht waardoor het verharde oppervlak verontreinigd raakt?

nee

Wordt het waterpeil in het plangebied gewijzigd?

nee

Wordt er water gegraven en/of gedempt?

Nee

Uit het resultaat van de vragen concludeert Hoogheemraadschap Rijnland dat zij een waterbelang hebben bij het plan. De normale procedure dient te worden gevolgd. Conform het hieruit voortkomende verzoek is informatie omtrent het plan aan Hoogheemraadschap toegestuurd.

In het Havengebied IJmuiden is een gemengd stelsel, het hemelwater en vuilwater worden gescheiden afgevoerd.

5.2 Toename verhard oppervlak     



verplicht



verplicht

Bestaand Nieuw

Projectgebied: 1.922 m2 Projectgebied: 1.922 m2

Bebouwing: 322 m2 Bebouwing: 364 m2

Terreinverharding: 582 m2 Terreinverharding: 1.654 m2

Totale verharding 904 m2

De toename aan verhard oppervlak is 750 m2

5.3 Maatregelen     

Er geldt een voorkeursvolgorde: schoonhouden–scheiden-zuiveren. Dat betekent bijvoorbeeld dat er bij voorkeur geen uitlogende bouwmaterialen of bestrijdingsmiddelen worden gebruikt in de openbare ruimte. Schone en vuile waterstromen worden gescheiden gehouden. Vuile afvalwaterstromen worden via het riool naar de zuivering afgevoerd.

In het plangebied komt hoofdzakelijk een gemengd rioolstelsel voor. Door uitvoering van de bouwopgaven van afgelopen jaren, waaronder de uitvoering van het Masterplan Zeewijk (en de buiten het plangebied gelegen uitvoering in Oud-IJmuiden en Stadspark), is al veel hemelwater afgekoppeld van het gemengd riool. Het afkoppelen van hemelwater levert milieuvoordeel, doordat er minder riooloverstorten optreden en er minder schoon hemelwater gezuiverd hoeft te worden bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie.

In het gebied en nabij de projectlocatie is dus alleen een gemengd stelsel beschikbaar. Het plangebied ligt buitendijks. Oppervlaktewater komt enkel voor in de havens. Daarom wordt gekozen voor infiltratie. Infiltratie is alleen mogelijk indien de juiste voorziening worden aangelegd in de ondergrond die zich goed leent voor infiltratie. Dat zijn zandgronden met een grondwaterdiepte van >2 meter beneden maaiveld.

Het plangebied ligt op het duinmassief. Vanwege de vrij hoge maaiveldligging ligt de grondwaterstand laag (< 2 meter). Door de lokale lage grondwaterstanden en de ligging op het duinzand zijn ideale omstandigheden aanwezig om het hemelwater te infiltreren in de bodem.

Er worden voorzieningen getroffen waarbij het hemelwater vanaf alle verhardingen wordt afgekoppeld. Infiltratieboxen worden afgekoppeld om het hemelwater binnen het projectgebied te laten infiltreren.

Conclusie

Er zijn vanuit het waterbeheer geen bezwaren tegen de realisatie van het stay short hotel.

Hoofdstuk 6 Stedenbouwkundige inpasbaarheid     

Het hotel staat op de entree tot het havengebied komende van De Geul. Feitelijk is dit gebouw het eerste dat dan zichtbaar is. Het gebouw is hiermee een markant punt. Door de architectonische vormgeving geeft het hotel de entree een hogere kwaliteit dan de huidige situatie. De rechthoekige vorm van het gebouw met 4 bouwlagen volgt precies de ruimtelijke mogelijkheid van de planlocatie, zijnde de vierhoekige resthoek tussen de bebouwing aan Dokweg 6a en de Kruitenstraat. Het gebouw wordt maximaal 12,02 meter hoog en is daardoor vanuit meerdere plekken in het havengebied zichtbaar.

verplicht

Aanzicht zuidgevel

verplicht

Aanzicht zuidoostgevel

verplicht

Aanzicht zuidwestgevel

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid     

Uitgangspunt voor de beoogde ontwikkelingen is dat deze voor de gemeente budgetneutraal worden ontwikkeld. Op grond van artikel 6.12 lid 1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bouwplan gerealiseerd wordt. Volgens artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt hier in ieder geval de bouw van één of meerdere hoofdgebouwen onder verstaan. Voor het plangebied zou derhalve een exploitatieplan vastgesteld dienen te worden.

Het plan wordt gerealiseerd door een particuliere initiatiefnemer. De ontwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer. In het voorliggende geval is een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten tussen initiatiefnemer en de gemeente Velsen. In deze overeenkomst heeft de gemeente het kostenverhaal geregeld en zijn afspraken gemaakt ten aanzien van eventuele vergoeding van planschade. Het kostenverhaal is hierdoor anderszins verzekerd, waardoor geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld.

Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid     

Het ontwerpwijzigingsplan wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Binnen de termijn van terinzageligging kunnen zienswijzen bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend. De resultaten van de terinzageligging worden in deze paragraaf verwerkt.

Regels     

Hoofdstuk 1 Inleidende regels     

Artikel 1 Begrippen     

1.1 Bestemmingsplan     

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.2 Bestemmingsplan Havengebied     

Het bestemmingsplan havengebied van de gemeente Velsen, zoals dat is vastgesteld op 20 juni 2013;

1.3 Plan     

het wijzigingsplan "Dokweg" met identificatienummer NL.IMRO.0543.WP0502DOKWEG1-O001 van de gemeente Velsen.

Voor het overige blijven de in het bestemmingsplan Havengebied opgenomen begrippen onverkort van toepassing op dit plan.

Artikel 2 Wijze van meten     

De wijze van meten zoals opgenomen in het bestemmingsplan Havengebied blijft onverkort van toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels     

Artikel 3 Horeca     

De bestemming Horeca (artikel 10) van het bestemmingsplan Havengebied is onverkort van toepassing op dit plan.

Artikel 4 Waarde - Archeologie     

De bestemming Waarde - Archeologie (artikel 14) van het bestemmingsplan Havengebied is onverkort van toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels     

De algemene regels van het bestemmingsplan Havengebied zijn onverkort van toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels     

Artikel 5 Overgangsrecht     

Het overgangsrecht van het bestemmingsplan Havengebied blijft onverkort van toepassing op dit plan.

Artikel 6 Slotregel     

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 'Dokweg' met idn: NL.IMRO.0453.WP0502DOKWEG1-O001