In dit hoofdstuk zijn de regels opgenomen die in acht dienen te worden genomen.
Aanbestedingskader: het normenkader van de gemeente Purmerend voor het inkopen van leveringen, werken en diensten, zoals dat is vastgelegd in het document ‘Inkoop‐ en aanbestedingsbeleid’, zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 26 mei 2016 en als bijlage 8 is opgenomen in het exploitatieplan.
Aanleg van nutsvoorzieningen: het aanleggen van leidingen voor water en elektriciteit, stadsverwarming, datanetwerk voor internet, telefonie en internet zoals beschreven in paragraaf 4.2 en in bijlage 7.
Bestemming: aanduiding van de gronden met een functie en de bijbehorende beschrijving van gebruiksmogelijkhedenzoals opgenomen in het bestemmingsplan.
Bestemmingsplan: het bestemmingsplan Klein Where 2016 zoals vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Purmerend op 26 mei 2016
Bouwrijp maken: het verrichten van de werken en werkzaamheden zoals omschreven in paragraaf 4.1 en bijlage 7.
Bouwweg: een weg al dan niet met een tijdelijk karakter ten behoeve van het ontsluiten van een kavel, welke weg is aangesloten op de bestaande Purmerweg zoals aangeduid op de verklaring ‘ondergrond’ van de verbeelding van het bestemmingsplan. De bouwweg heeft een breedte als vermeld in bijlage 7 en bestaat uit een klinkerverharding.
Exploitatiegebied: het gebied waarop dit exploitatieplan betrekking heeft, zoals dat is aangeduid op bijlage 1.
Exploitatieplan: het Exploitatieplan Klein Where 2016 zoals vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Purmerend 26 mei 2016.
Inrichten van openbare ruimte: het aanleggen van de openbare ruimte.
Kavel: een gedeelte van het uitgeefbaar gebied zoals dat is aangeduid op bijlage 18 en waarop op grond van het bestemmingsplan de bouw van een woning is toegestaan.
Omgevingsvergunning: een omgevingsvergunningvoor het bouwen.
Openbare ruimte: gebied dat wordt ingericht en aangewend als toekomstige openbare ruimte en als zodanig aangeduid op de ruimtegebruikskaart.
Kaarten Openbaar gebied en Uitgifte: de als bijlage 2 bij dit exploitatieplan behorende kaart.
Uitgeefbaar terrein: gebied dat wordt aangewend voor gronduitgifte ten behoeve van de bestemming wonen en als zodanig is aangeduid op de ruimtegebruikskaart.
Het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen is uitsluitend toegestaan binnen de gronden die zijn aangeduid als Uitgeefbaar terrein op de ruimtegebruikskaart. Een uitzondering op deze regel geldt voor nutsgebouwen; deze zijn in de openbare ruimte voorzien.
De openbare ruimte dient te worden aangelegd binnen de op de ruimtegebruikskaart als ‘openbare ruimte’ aangeduide gronden.
1. Bij het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte moet worden voldaan aan de eisen zoals deze zijn vastgelegd in bijlage 7.
Op de aanbesteding van de werken en werkzaamheden inzake het bouwrijp maken en de inrichting van de openbare ruimte en de daarmee samenhangende diensten en leveringen is het Aanbestedingskader van toepassing.
Voorafgaand aan de start van de uitvoering van de in artikel 4.1 bedoelde werken, werkzaamheden, diensten en leveringen wordt een aanbestedingsprotocol ter instemming aan burgemeester en wethouders voorgelegd. De instemming met het aanbestedingsprotocolwordt geweigerd indien het aanbestedingsprotocol in strijd is het met bepaalde in artikel 4.1.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van het aanbestedingsprotocol over de instemming. Zij kunnen de in de vorige volzin bedoelde termijn eenmaal verlengen met acht weken.
In het geval instemming is verleend aan een aanbestedingsprotocol, wordt, voorafgaand aan de start van de uitvoering van de in artikel 4.1 bedoelde werken, werkzaamheden, leveringen en diensten, een aanbestedingsverslagmet een voorgenomen besluit tot gunning ter instemming voorgelegd aan burgemeester en wethouders. In het aanbestedingsverslag wordt ten minste vastgelegd op welke wijze de aanbestedingsprocedureis doorlopen. De instemming wordt geweigerd indien de gevolgde aanbestedingsprocedure en/of het voorgenomen besluit tot gunning in strijd zijn met het aanbestedingsprotocol. Het bepaalde in artikel 4.3 is van overeenkomstige toepassing op het besluit omtrent instemming met het aanbestedingsverslag met een voorgenomen besluit tot gunning.
In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2 tot en met artikel 4.4 is geen expliciet instemmingsbesluit van burgemeester en wethouders vereist, indien het aanbestedingsprotocol, het aanbestedingsverslagen het voorgenomen besluit tot gunning worden opgesteld door of namens de gemeente, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 4.1, artikel 4.2 tweede volzin, en artikel 4.4 tweede en derde volzin, van overeenkomstige toepassing is indien de gemeente geldt als opdrachtgever voor de in artikel 4.1 bedoelde werken, werkzaamheden, leveringen en/of diensten.
Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden inzake het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte dient een bestek te worden opgesteld, dat ter schriftelijke instemming aan burgemeester en wethouders moet worden voorgelegd. Een bestek dient te voldoen aan de eisen die daartoe zijn opgenomen in bijlage 7. De instemming met een bestek wordt geweigerd, indien het bestek in strijd is met bijlage 7.
Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren dienen zich bij de uitvoering te houden aan de door de gemeente gestelde nadere eisen, die zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Klein Where van 8 december 2015 (bijlage 21) en het Stedenbouwkundigplan 30 september 2015 (bijlage 20).
Bestekken en tekeningen worden getoetst aan de gestelde eisen in de in lid 5.1 genoemde Bijlage 7. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van het bedoelde bestek of met het bestek wordt ingestemd.
De werken en werkzaamheden worden uitgevoerd in overeenstemming met de door de gemeente
goedgekeurde bestekken en tekeningen voor het bouwrijp, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte (woonrijp maken) en het stedenbouwkundigplan.
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1 en 5.2 is geen expliciet instemmingsbesluit vereist, indien de bestekken worden opgesteld door of namens de gemeente, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 5.1 tweede volzin en verder van overeenkomstige toepassing is op een bestek dat door of namens de gemeente
is opgesteld.
1. Bij de besluitvorming over een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen moet de indeling in kavels zoals deze is vastgelegd op bijlage 20, in acht worden genomen.
Voordat een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen kan worden verleend, moet de kavel waarop bedoelde omgevingsvergunning betrekking heeft, zijn ontsloten door een bouwweg conform de daaraan gestelde eisen volgens HIOR en zoals deze zijn aangegeven in bijlage 7.
Voordat een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen kan worden verleend, moet de riolering zijn aangelegd en aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel conform de daaraan gestelde eisen volgens HIOR en zoals deze zijn aangegeven in bijlage 7.
Voordat een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen kan worden verleend, moeten de leidingen van de stadsverwarming zijn aangelegd, conform de daarvoor geldende voorschriften zoals aangegeven in bijlage 7.
Voordat een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen kan worden verleend, moeten de nutsvoorzieningen zijn aangelegd, conform de daarvoor geldende voorschriften zoals aangegeven in bijlage 7 en het HIOR.
De uitvoering van de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen, en het inrichten van de openbare ruimte (woonrijp maken), vinden plaats onder toezicht van een door burgemeester en Wethouders aangewezen toezichthouder. Na de start van de uitvoering van de werkzaamheden heeft de toezichthouder te allen tijde toegang tot de gronden van het exploitatiegebied.
Voor de voltooiing van de aanleg van werken en werkzaamheden zal de gemeente een eindinspectie houden.
Inspecteurs van de gemeente hebben te allen tijde vrije toegang tot het exploitatiegebied inclusief de bebouwbare gronden.
1. Werken en/of werkzaamheden dienen conform de in paragraaf 5.12 opgenomen fasering te worden uitgevoerd.
Het is verboden te handelen in strijd met de in artikelen 2 tot en met 9 gestelde eisen en regels.
Een overtreding van het verbod als bedoeld in een van de artikelen 1 tot en met 9 wordt aangemerkt als een strafbaar feit.
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 9 mits de afwijking past in een voorgenomen herziening van het exploitatieplan. De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien de voorgenomen afwijking past in een ontwerpbesluit tot de herziening van het exploitatieplan dat met toepassing van afdeling 3.4 Awb ter visie heeft gelegen.
Deze regels kunnen worden aangehaald als ‘Regels exploitatieplan Klein Where 2016
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De voorzitter, de griffier,