image

BESTEMMINGSPLAN


"WEST 1990"

/ .+,--'*--

image

image

image

image

image

image

-+ -----

image

·-------·------·-·1 ---r·- --··-- }


-r---


Directie gemeentewerken

----1 ,--r-1

--+1-----

Afdeling Ruimtelijke Ordening

k---t·----------t--

image

image

I ·_

image image


image

GEMEENTE PURMEREND


image

BESTEMMINGSPLAN "WEST 1990"


image


image

Vastgesteld door de gemeenteraad op: Goedgekeurd door gedeputeerde staten op: Goedgekeurd door de Kroon op:



INHOUD:


21 maart 1991

Goedgekeurd met uitzondering van het zinsdeel : wegen van bovenlokaal niveau, in arti­ kel 9, lid 1,

Het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 12 is nog niet onherroepelijk.


('/'·"1-l\6 3>

1::, 1

1::, 1

Goedgekeurd b1·· sl'llt1"' b'edr 1,li

Haarlem, :::f liUV,

image

Gedeputeerde !aten van Noord-Holland



image

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN "WEST 1990"


ALGEMEEN

De groeikerntaak van Purmerend, die bij de derde nota ruimtelijke ordening - de Verstedelijkingsnota - in 1978 door het rijk werd toegekend, is in 1989 beëindigd.

Blijkens de vierde nota ruimtelijke ordening, deel A: beleidsvoornemen, bestaat er nog steeds een aanzienlijke woningbehoefte in de Randstad. Het beleid van rijk, provincie en de gemeente Amsterdam is er echter op gericht om de hoofdstad zoveel mogelijk gelegenheid te geven zelf voor de eigen woningbehoefte te bouwen. Hoewel de indruk bestaat, dat van rijkszijde niet bij voorbaat wordt uitgesloten, dat aan Purmerend nogmaals een taak zou kunnen worden toegekend in de opvang van grote hoeveelheden stedelijke woningzoekenden, wordt dit op provinciaal en gemeentelijk niveau niet onderschreven, zodat er dezerzijds bij de ontwikkeling van het onderhavige bestemmingsplan vanuit is gegaan, dat Purmerend op dit gebied geen specifieke opvangtaak heeft.

Bij de raming van de woningbehoefte en de daarvoor benodigde kapaciteit is derhalve uitgegaan van de eigen woningbehoefte en die van de Waterlandse gemeenten, die op grond van het streekplan niet in de eigen woningbehoefte kunnen of mogen voorzien. Voorts is rekening gehouden met een spontàne instroom van met name oudere woningzoekenden.


De gehele struktuur van de gemeente Purmerend en naaste omgeving overziende, ligt bij een goed gebruik van de huidige struktuurbepalende elementen en gelet op het streven naar een zo koncentrisch mogelijke uitbouw ten opzichte van het stadscentrum - de situering van een stadsuitbreiding voor woningbouw ten westen van de stad voor de hand.

Een stadsuitbreiding in westelijke richting sluit aan bij de in aanleg zijnde westelijke randweg, de bestaande spoorlijn én de binnenstad met haar rijk geschakeerde verzorgingsniveau.

Landschappelijk gezien, is het open veenweidegebied sterk versnipperd door bestaande en in aanleg zijnde infrastruktuur. Visueel wordt het landschap beïnvloed door de spontaan ontwikkelde stadsrandbedrijvigheid. Landschappelijk komt dit gebied dan ook het meest in aanmerking voor een verdere stedelijke ontwikkeling.


Zoals aangegeven in de Beleidsnota Bouwen en Wonen is uitgaande van de hiervoor genoemde woningbehoefte tot het jaar 2000 een nieuwe bouwlokatie van tenminste 4000 woningen nodig. Hiervan kunnen circa 2550 woningen met de daarbij behorende voorzieningen ten westen van Purmerend binnen de huidige gemeentegrenzen worden gebouwd.

Binnen het tijdsbestek van de struktuurschets 2005 - uitgangspunt voor dit bestemmingsplan - wordt voorts tot en met het jaar 2005 de woningbehoefte geraamd op circa 6000 woningen. Met deze struktuurschets wordt aangesloten op de in de Provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2015 neergelegde visie, dat ook na het jaar 2000 Waterland zal moeten voorzien in de autonome groei van de woningbehoefte. Dit betekent dat ook na 2000 in Purmerend nog ruimte nodig zal zijn.

Gelet op het vorenstaande is woningbouwlokatie gedeeltelijk

het derhalve onvermijdelijk om de (kwadrant 3) buiten de huidige

gemeentegrens te projekteren. Ook exploitatieve redenen dwingen daartoe. Hierop zal onder "Ekonomische uitvoerbaarheid" nog nader worden ingegaan.

Het gedeelte van de woningbouwlokatie, dat buiten de gemeentegrens is geprojekteerd, vormt een onmisbaar onderdeel van de totale woningbouwlokatie en moet daarom in samenhang met het onderhavige bestemmingsplan worden gezien. Het binnen het onderhavige bestemmingsplan te realiseren aanta.l woningen is derhalve een eerste fase van de totale woningbouwlókatie.

Op de in de toelichting opgenomen kaart 1 is aangegeven op welk gebied de totale woningbouwlokatie betrekking heeft, hoeveel woningen in de verschillende kwadranten gerealiseerd kunnen worden en op welk gebied het onderhavige bestemmingsplan betrekking heeft. Het op deze kaart aangegeven kwadrant 3 betreft het gebied, dat na de grenswijziging per 1 januari 1991 onderdeel van de gemeente Purmerend zal uitmaken. Hiervoor zal na de grenswijziging een nieuw bestemmingsplan in procedure worden gebracht.

PLANGEBIED

Het plangebied van het bestemmingsplan "West 1990" wordt globaa­ begrensd door de Neckerstraat in het noorden, het Noordhollandsc Kanaal in het oosten, de spoorlijn Purmerend-Zaandam en de gemeentegrens in het zuiden en zuidwesten en de ringvaart van de Wijdewormer in het westen.

Het plangebied beslaat een oppervlakte van circa 177 hektare.

BODEMGESTELDHEID

In het algemeen geldt, dat de bodemopbouw in dit gebied vrij homogeen is en dat weinig variatie in de dikte van de diverse lagen aanwezig is. Het bodemprofiel in het gebied kan globaal als volgt worden weergegeven


0,00 - 0,25 ml

0,25 - 3,60 ml

3,60 - 5,00 ml

5,00 - 5,50 ml


5,50 -15,50 à

19,00 ml


15,50 à 19,00 ml

toplaag, bestaande uit humusrijke lichte klei; veen;

slappe laag, overwegend bestaande uit zware zavel en lichte klei;

overgangslaag, in samenstelling variërend van los gepakt kleiig zand tot matig stevige zware zavel;

zeer fijn kleiig gelaagd zand met een losse tot matig dichte pakking (wadzand), aan de onderzijde begrensd door het basisveen;

matig tot zeer dicht gepakt zand (pleistoceen).


Een groot deel van het profiel bestaat uit slappe, samendrukbare lagen. Beneden een diepte van 3,60 tot 5,00 ml onder het maaiveld neemt de samendrukbaarheid met de diepte steeds meer af. Een afwijkend beeld komt voor ter plaatse van het reeds bestaande industrieterrein, waar op het oorspronkelijke maaiveld een ophoging is aangebracht van zandig materiaal en verwerkte grond.

De draagkracht van het terrein laat in de bestaande toestand te wensen over. De ontwatering is bij het huidige gebruik voldoende. Het polderpeil is circa N.A.P. -1,83 ml bij een maaiveldhoogte van circa N.A.P. -1,50 à -1,60 ml.

Om het terrein geschikt te maken voor bebouwing is een ophoging nodig tot minimaal 0,90 ml boven het polderpeil. In verband met de gesteldheid van het terrein zal nader onderzocht moeten worden op

welke WlJZe dit moet geschieden. In het kader van de landinrichting ten zuiden van de spoorbaan met kwelsloten de komende jaren worden

THANS GELDENDE BESTEMMINGSPLANNEN


zal het polderpeil in het gebied uitzondering van spoorsloten en verlaagd tot N.A.P. -2,40 ml.

Voor het onderhavige plangebied ziJn thans de bestemmingsplannen "West 1976", "West 1979", "Regionaal Woonwagencentrum Kanaalweg", "Plan in hoofdzaak"(Ilpendam) en "Slotplein e.o. 1977" van kracht. Op basis van de bestemmingsplannen "West 1976" en "West 1979" werd in West de realisatie van een industrieterrein planologisch mogelijk.

image


,\


\ ,1,•


\.•


, '- .:-- ; - ----.-.,7,;,;1,. ···...

! - - - .-' - - ,, \ !f/ii ---- 7-C ' ;/· /

! - - - .-' - - ,, \ !f/ii ---- 7-C ' ;/· /

.-- ', :/'

/, f:;:fä: :;:fä:i.,i C en îrum gèb i ed / 1

'

'

J rl /// 71

I - - ::.. '--

Verkeersdoeleinden

"--i,

IIIJU' .HIII

( -- •. I < - - 4

Spoorwegdoet lnd n· ·;- --.:_-

7

l 11

·--:----... i . '! ! -- • --

' • •· · • 'Grens van hèt bestemmingspla _

J I " 1 )- !:,

STRUKTUURSCHETS 2005

De meest gewenste ontwikkeling van Purmerend is neergelegd in de door de gemeenteraad op 27 april 1989 voorlopig en op 26 oktober 1989 definitief vastgestelde "Struktuurschets 2005''. Deze struktuurschets is in principe de basis voor de te ontwikkelen bestemmingsplannen.

In deze struktuurschets is de dringende behoefte aan een nieuwe woningbouwlokatie aangegeven, terwijl de voorkeur is uitgesproken voor een lokatie ten westen van Puiffierend vanwege de ligging nabij de binnenstad en het knooppunt van voorzieningen voor verkeer en openbaar vervoer.


STREEKPLAN VOOR WATERLAND

Het streekplanbeleid ten aanzien van de autonome verstedelijkingsdruk op Waterland bestaat naast een stringent kernenbeleid in het landelijk gebied uit het selektief afleiden van een deel van de druk naar Purmerend. Mede met het oog hierop wordt van de zijde van het provinciaal bestuur van Noord-Holland de behoefte aan bouwmogelijkheden voor circa 4000 woningen tot het jaar 2000 onderschreven.


Ten aanzien van de lokatie hiervoor is ook het provinciaal bestuur van mening, dat gezien de ruimtelijke beperkingen aan de noord-, oost- en zuidzijde van Purmerend en de ligging van het centrum de mogelijkheden aan de westkant benut moeten worden.

Een definitieve keuze voor een nieuwe woningbouwlokatie is gemaakt aan de hand van de resultaten van de ten behoeve van het streekplan opgestelde milieu-effektrapportage, waarin nadere gegevens zijn verzameld ten aanzien van de milieugevolgen. Als alternatieve lokaties heeft de provincie daarbij Zuidoostbeemster, Purmer-Oost en Purmer-Zuidoost onderzocht, terwijl ten aanzien van Purmerend-West ook woningbouw ten westen van de Westelijke Randweg in de beschouwingen is meegenomen. Hiernaast is het provinciaal beleid gericht op het benutten van de mogelijkheden in de bestaande stad.

Op 10 september 1990 hebben Provinciale Staten van Noord-Holland zich door de vaststelling van het streekplan Waterland definitief uitgesproken voor Purmerend-West als nieuwe woningbouwlokatie.

Door middel van de onderhavige bestemmingsplanprocedure wordt aangesloten op het in het streekplan verwoorde provinciale beleid.


HOOFDOPZET VAN HET PLAN

Zoals reeds eerder is aangegeven, is de ontwikkeling van het onderhavige bestemmingsplan slechts mogelijk in samenhang met een bestemmingsplan op grondgebied van de gemeente Ilpendam (kwadrant 3). In dit hoofdstuk wordt vanwege de nauwe relatie dan ook het gehele gebied bezien, inklusief het Ilpendamse gedeelte, dat zoals eerder vermeld per 1 januari 1991 onderdeel van de gemeente Purmerend zal uitmaken.

De lokatie West heeft een uitermate gunstige ligging ten opzichte van de binnenstad (ook visueel), het openbaar vervoer (NS) en na het gereedkomen van de Westelijke Randweg ook ten opzichte van de Rijksweg A7 naar Amsterdam via de Zaanstreek.

Voorts wordt de meerwaarde van deze lokatie bepaald door de omstandigheid, dat het gebied over een lengte van circa drie kilometer langs het Noordhollandsch Kanaal met goede oriëntatiemogelijkheden is gesitueerd. De uitloopmogelijkheden

naar de omringende landelijke omgeving en de rekreatiegebieden zijn ter plaatse voorhanden.

In westelijke richting vormt de ringvaart van de Wijdewormer een duidelijk gemarkeerde grens, waar het kreëren van een stedebouwkundig en landschappelijk verantwoorde overgang tussen het woningbouwgebied en het landelijk en agrarisch gebied bijzondere aandacht zal dienen te krijgen. In zuidelijke richting zal gezien de eerdergenoemde woningbehoefte de stedelijke ontwikkeling vooralsnog niet verder gaan dan het gebied, dat door de spoorbaan en de Westelijke Randweg wordt beïnvloed.

Het Noordhollandsch Kanaal, dat veelal als barrière wordt gezien, is daarentegen juist een goed aanknopingspunt voor een aantrekkelijke woonomgeving en een visuele relatie met de binnenstad. Rijksweg A7 zal, ook door de noodzakelijke geluidwerende voorzieningen, een sterke barrièrewerking hebben, waarbij het onder deze weg gelegen viadukt de "poort" naar de lokatie West zal zijn.

Ter hoogte van de kruising van de spoorbaan en de Westelijke Randweg kan rond en nabij een nieuw station een koncentratie van wijkcentrumvoorzieningen plaatsvinden en eventueel tertiair( bedrijvigheid.

Langs de Westelijke Randweg, de Rijksweg A7, de Jaagweg en de spoorbaan zal de voorgenomen bebouwing aan de bepalingen van de Wet geluidhinder moeten voldoen. Aangezien het uit stedebouwkundig oogpunt problematisch is om overal langs deze infrastrukturele voorzieningen geluidschermen en -wallen te plaatsen, zal veel kreativiteit nodig zijn voor passende oplossingen.

Een oorspronkelijke reservering voor een sportpark in de Purmer-Zuid is vervallen teneinde aldaar de realisatie van woningbouw mogelijk te maken. In verband hiermee wordt in het onderhavige bestemmingsplan rekening gehouden met een sportkomplex van 5 tot 6 hektare, mede voor bovenwijks belang.

De zwaarbeplante overhoek in het verkeersknooppunt van rijksweg A7 en de Westelijke Randweg leent zich in relatie tot de woonwijk voor rekreatief uitloopgebied/stedelijk groen, waarin ook eventueel sportvelden kunnen worden opgenomen. Gezien de ligging ten opzichte van rijksweg A7 is dit gebied tevens geschikt als lokatie voor hoogwaardige werkgelegenheid. Hierbij kan gedacht worden aan stuwende werkgelegenheid als één van de uitstralingseffekten var het Sloterdijkgebied. Aangezien echter primair ee kantoren/bedrijvenontwikkeling in of in de direkte nabijheid van het stationsgebied in de Gors-Noord zal plaatsvinden, wordt het niet waarschijnlijk geacht dat de behoefte aan bedoelde overhoek voor bedrijfsontwikkeling zich binnen de planperiode voordoet. Afhankelijk van het ekonomisch draagvlak zal moeten worden bezien in hoeverre in de toekomst een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk is voor een dergelijke ontwikkeling.

Een dwingende voorwaarde voor een goed woonklimaat is het saneren van de bestaande, met woningbouw konflikterende, randstedelijke bedrijven in het plangebied. Voor het gebied ten zuiden van de Neckerstraat, tussen de afslag van de A7 en het kanaal, wordt hierop in zoverre een uitzondering gemaakt, dat bij de uitwerking van de ter plaatse aangegeven bestemming "Woondoeleinden II" zal moeten worden bezien in hoeverre handhaving van de bestaande bebouwing, waaronder enige lichte ambachtelijke bedrijven, in stedebouwkundig opzicht mogelijk is, mede gelet ook op een eventuele profielwijziging van de Neckerstraat als gevolg van een mogelijke wijziging van de funktie van deze weg.

De westoever van het Noordhollandsch Kanaal verdient bijzondere aandacht voor het optimaal benutten van een woonomgeving van kwalitatief uitzonderlijk niveau. Stedebouwkundig dient de oever door middel van een zorgvuldige stedelijke verkaveling en daarop afgestemde architektuur dè verbindende schakel te vormen met de binnenstad, de Zuiderpolder en De Gors. Een zeer belangrijk onderdeel is ook de ligging van de bruggen als werkelijk verbindende elementen.

De oevers van het Noordhollandsch Kanaal hebben potenties voor de waterrekreatie. De mogelijkheid om direkt vanaf het kanaal het water in het gebied toegankelijk te maken voor ligplaatsen van passanten en aantrekkelijke lokaties te kreëren om aan te wonen, dienen bij de uitwerking nader te worden bezien.


De nieuwe wijk West moet visueel, maar vooral ook psychologisch bij de stad gaan horen. Door de verschillende hoofdstruktuurelementen, zoals de spoorlijn, de A7, de Westelijke Randweg en de Melkweg, wordt het plangebied opgedeeld in afzonderlijke delen, die alle aan één zijde een aantrekkelijke rand hebben, maar overwegend door barrières worden begrensd. Om toch samenhang tussen de deelgebieden te verkrijgen, waardoor de belevingswaarde en het funktioneren van het (wijk)centrum wordt versterkt, is een viertal maatregelen in principe beschikbaar/denkbaar:



elke overtreding van het bepaalde in artikel betrekking tot het wijzigen in een van het plan gebruik.

17, lid 4 met meer afwijkend

image

.ART. 19. SLOTBEPALING

De voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel

"Voorschriften bestemmingsplan West 1990".


image

d.d.