Artikel 1      Begrippen

 

1.    het plan:

het bestemmingsplan Rijksweg 69 Naarden van de gemeente Naarden;

 

2.     bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.00425.BP2009N002003.va01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

 

3.    aanduiding:

een arcering, symbool, letter, cijfer, lijn of punt op de plankaart, waarvoor ingevolge de planregels ter plaatse van de aanduiding specifieke gebruiks- en/of bouwregels gelden;

 

4.    bebouwing:

één of meer gebouwen en/of andere-bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

5.    bestemmingsgrens:

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;

 

6.    bestemmingsvlak:

een op de plankaart aangeven vlak met een zelfde bestemming;

 

7.    bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

 

8.    bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

 

9.    bouwvlak:

een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten;

 

10.   bouwgrens:

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;

 

11.   bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

 

12.   dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

 

13.   gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

14.   hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

 

15.   medisch centrum:

gebouw waarin ruimte wordt geboden voor operatiekamers, poliklinische behandelkamers, patiëntenkamers, ondersteunende faciliteiten als kantoren, kleedruimten voor patiënten en medisch personeel, bedrijfsrestaurant, wasruimte en opslag.

 

16.   peil:

−         voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

−         voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

 

17.   seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

 

18.   voorgevel:

de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;