Bestemmingsplan Zandhorst
e.o.
Gemeente Heerhugowaard
|
|
26 mei 2009
Inhoudsopgave voorschriften
Artikel 9 Bedrijf 3 (gemengde
bedrijvigheid)
4. Algemene bestemmingsbepalingen
Artikel 22 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 23 Algemene
ontheffingsbevoegdheid
Artikel 24 Procedureregels
wijzigingsbevoegdheid
Artikel 25. Overgangsbepalingen
1. |
de plankaart: de plankaart van het Bestemmingsplan
Zandhorst e.o., bestaande uit de kaarten 1, 2 en 3; |
2. |
het plan: het Bestemmingsplan Zandhorst e.o. van de gemeente
Heerhugowaard; |
3. |
aan-huis-verbonden
beroep: een dienstverlenend beroep, dat in of bij
een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de
woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft
die met de woonfunctie in overeenstemming is; |
4. |
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; |
5. |
bebouwingspercentage: een op de plankaart of in de voorschriften
aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft
dat maximaal mag worden bebouwd; |
6. |
bedrijfsgebouw: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van bedrijvigheid; |
7. |
bestaand bouwwerk: een bouwwerk dat: a. op het moment van het ter inzage leggen
van het ontwerp van dit plan
bestaat of in uitvoering is; b. na dat tijdstip is, of mag worden gebouwd krachtens een
bouwvergunning waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend; |
8. |
bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een
terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar voortvloeit uit,
en vebonden is aan, de bedrijfsmatige bestemming van het gebouw of het
terrein; |
9. |
beroeps- c.q. bedrijfsoppervlakte: de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een
aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een
dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en
dergelijke; |
10. |
bestemmingsgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die
de grens vormt van een bestemmingsvlak; |
11. |
bestemmingsvlak: een op de plankaart aangeven vlak met eenzelfde bestemming; |
12. |
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; |
13. |
bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; |
14. |
bouwgrens: een op de plankaart aangegeven lijn die de grens vormt van een bouwvlak en niet door bebouwing mag worden overschreden, behoudens overschrijdingen die krachtens deze voorschriften zijn toegestaan; |
15. |
bouwperceel: een door eigendomsgrenzen omsloten stuk grond, waarop krachtens het plan, binnen het bouwvlak een zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; |
16. |
bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel; |
17. |
bouwvlak: een op de plankaart aangegeven, door
bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen
zijn toegelaten; |
18. |
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; |
19. |
bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm, constructie en/of bouwkundige uitvoering onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en/of dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;. |
20. |
dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw; |
21. |
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; |
22. |
detailhandel in ABC
goederen: de handel in auto’s, auto-onderdelen, boten en caravans, machinerieën ten behoeve van bedrijven, en landbouwwerktuigen; |
23. |
dienstverlenend bedrijf
en/of dienstverlenende instelling: bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting; |
24. |
dienstverlening: het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden; |
25. |
eerste bouwlaag: de bouwlaag op de begane grond;
|
26. |
erotisch getinte
vermaakfunctie: Een vermaakfunctie welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; |
27. |
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; |
28. |
geluidbelasting vanwege
een industrieterrein: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
|
29. |
geluidbelasting vanwege
het wegverkeer: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder; |
30. |
geluidbelasting vanwege
een spoorweg: de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer of op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder spoorwegen; |
31. |
geluidgevoelige functies:
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
|
32. |
geluidgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
|
33. |
geluidzoneringsplichtige
inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld; |
34. |
hogere grenswaarde: een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; |
35. |
hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, constructie en/of , als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; |
36. |
horeca 1: horecabedrijven die gelet op de aard en de omvang zowel uit functionele als uit milieu-overwegingen niet of nauwelijks storend werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze bedrijven en waarbij het accent ligt op het verstrekken van maaltijden (restaurant); |
37. |
horizontale
diepte van een gebouw: de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
|
38. |
kampeermiddel: a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
|
39. |
kantoor: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen; |
40. |
Kantoorruimte in
een woning / praktijkruimte in een woning: een gedeelte van een woning, dat dient voor het uitoefenen van een beroep, dat in die woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten; |
41. |
ligplaats: een door de gemeente aangewezen ligplaats die door een woonschip wordt ingenomen; |
42. |
onderkomen: een voor verblijf geschikt bouwwerk, waaronder begrepen al dan niet aan zijn bestemming onttrokken voer- of vaartuig, ark, caravan, woon- of stacaravan, voor zover geen bouwwerk zijnde, alsmede een tent. |
43. |
peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
|
44. |
productiegebonden
detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
|
45. |
prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; |
46. |
Radarzone Het werkingsgebied voor het radarstation
van het vliegveld De Kooij nabij Den Helder. Het noordelijk deel van het
plangebied valt binnen deze zone. Binnen de radarzone moet bij bebouwing die
hoger is dan 45 meter ten opzichte van de positie van het radarstation (0,90
meter +NAP) onderzocht worden in hoeverre er sprake is van een verstoring. |
47. |
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; |
48. |
verticale diepte
van een gebouw: de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer; |
49. |
voorgevelrooilijn: de naar de weg toegekeerde bouwgrens van het hoofdgebouw; |
50. |
voorkeursgrenswaarde:
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; |
51. |
winkel: een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel; |
52. |
woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; |
53. |
woongebouw: een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; |
54. |
Woonschip: a. elk vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot als hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van een of meer personen; b. een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. in opbouw; c. een casco dat tot vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. kan worden opgebouwd; d. elk vaar- of drijftuig, waarin of waarop bedrijfsmatige of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of daartoe is ingericht; e. de overblijfselen van een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. tot en met d.;
|
1. |
Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: |
|
a. |
lengte, breedte en diepte van gebouwen: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren; |
|
|
b. |
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; |
|
c. |
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, bouwdelen als goten van dakkapellen, dakopbouwen e.d. niet meegerekend; |
|
d. |
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; |
|
e. |
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; |
|
f.
|
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren vanaf 1,00 meter boven peil; van bouwwerken zonder gevelvlakken en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren, zoals luifels, de verticale positie daarvan; |
|
g. |
afstand tot de zijdelingse
bouwperceelsgrens: tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand het kortst is; |
|
h. |
bouwen binnen de bouwvlakken: indien een bouwwerk binnen een op de plankaart aangegeven bouwvlak gebouwd moet worden mag hiervan worden afgeweken ten behoeve van het maken van: 1. galerijen met een breedte van maximaal 2,00 meter; 2. balkons met een breedte van maximaal 2,00 meter; 3. (brand)trappen, liften en trappenhuizen. |
|
i.
|
bouwen binnen de bouw- of
bestemmingsvlakken: indien een bouwwerk binnen een op de plankaart aangegeven bouw of bestemmingsvlak gebouwd moet worden mag hiervan worden afgeweken ten behoeve van het maken van: 1. goot- en dakoverstekken met een breedte van maximaal 0,60 meter; 2. overige zaken zoals: plinten, pilasters, kozijnen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten met een breedte van maximaal 1,00 meter. |
3.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
3.2. Bouwvoorschriften
3.2.1.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
3.2.2.
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
1. de bouwhoogte mag niet meer dan 5,50 meter bedragen;
2. de
goothoogte mag niet hoger zijn dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het
hoofdgebouw waarop wordt aangesloten en zoveel hoger als constructie- en
isolatietechnisch op grond van geldende bouwtechnische regelgeving nodig is;
1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,50 meter;
2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3,0 meter.
3.2.3.
Voor het bouwen van bijgebouwen op de gearceerde bestemmingsvlakken (te bebouwen erven), gelden de volgende bepalingen:
3.2.4.
Voor het bouwen van dakopbouwen op hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
3.2.5.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
3.3. Gebruiksvoorschriften
3.3.1.
In iedere woning en/of bijgebouw is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en/of dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling toegestaan onder de voorwaarden dat:
3.3.2.
Detailhandel is uitsluitend
toegestaan in producten en diensten die op het betreffende perceel zijn
vervaardigd.
3.3.3.
Burgemeester en wethouders kunnen
ontheffing verlenen van de voorwaarde dat de uitoefening van een beroep en/of
bedrijf niet meldingplichtig mag zijn in het kader van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, indien
blijkt dat deze activiteit niet of nauwelijks van invloed is op het woonmilieu.
3.3.4.
Op grond van artikel 7.10 van
de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten
gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
3.3.5.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.3.4., wordt in ieder geval gerekend:
3.3.6.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 3.3.4., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
4.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
4.2. Bouwvoorschriften
4.2.1
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
4.2.2
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
1. de bouwhoogte mag niet meer dan 3.50 meter bedragen;
2. de goothoogte mag niet hoger zijn dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waarop wordt aangesloten en zoveel hoger als constructie- en isolatietechnisch op grond van geldende bouwtechnische regelgeving nodig is;
1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3.50 meter;
2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2.50 meter.
4.2.3
Voor het bouwen van bijgebouwen op de gearceerde bestemmingsvlakken (te bebouwen erven) gelden de volgende bepalingen:
4.2.4
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
4.3. Gebruiksvoorschriften
4.3.1.
In iedere woning en/of bijgebouw is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en/of dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling toegestaan onder de voorwaarden dat::
4.3.2.
Detailhandel is uitsluitend
toegestaan in producten en diensten die op het betreffende perceel zijn
vervaardigd.
4.3.3.
Burgemeester en wethouders kunnen
ontheffing verlenen van de voorwaarde dat de uitoefening van een beroep en/of
bedrijf niet meldingplichtig mag zijn in het kader van de Wet milieubeheer of
andere milieuwetgeving, indien blijkt dat deze activiteit niet of nauwelijks
van invloed is op het woonmilieu.
4.3.4.
Op grond van artikel 7.10 van de
Wro is het verboden de gronden en bouwwerken
te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met
deze bestemming.
4.3.5.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4.3.4., wordt in ieder geval gerekend:
4.3.6.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 4.3.4., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
5.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende grond gelegen hoofdgebouwen.
5.2. Bouwvoorschriften
5.2.1.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van een uitbouw met een diepte van 1,50 meter en een lengte van maximaal 2/3e deel van de gevellengte van de voorgevel van het hoofdgebouw of een entree met een breedte van 1/3e deel van de voorgevellengte van het hoofdgebouw en/of een uitbouw aan de zijgevel van de woning met een lengte van maximaal 4,50 meter en een diepte van 1,50 meter, waarbij de afstand tot de zijdelingse perceelgrens tenminste 1,50 meter moet bedragen;
5.2.2.
de
hoogte van de uitbouw of entree mag niet hoger zijn dan de hoogte van de eerste
bouwlaag van het bouwwerk waarop wordt aangesloten
en zoveel hoger als constructie- en
isolatietechnisch op grond van geldende bouwtechnische regelgeving nodig is;
5.2.3.
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen achter de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de hoogte niet meer dan 2,00 meter mag bedragen en erfafscheidingen vóór de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de hoogte niet meer dan 1,00 meter mag bedragen.
5.3. Gebruiksvoorschriften
5.3.1.
Op
grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te
gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze
bestemming.
5.3.2.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4.5.1., wordt in ieder geval gerekend:
5.3.3.
burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 5.3.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
6.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor woongebouw aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
6.2. Bouwvoorschriften
6.2.1.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
6.3. Gebruiksvoorschriften
6.3.1.
In iedere woning en/of bijgebouw is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en/of dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling toegestaan onder de voorwaarden dat:
6.3.2.
Detailhandel
is uitsluitend toegestaan in producten en
diensten die op het betreffende perceel zijn vervaardigd.
6.3.3.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de voorwaarde dat de uitoefening van een beroep en/of bedrijf niet meldingplichtig mag zijn in het kader van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, indien blijkt dat deze activiteit niet of nauwelijks van invloed is op het woonmilieu.
6.3.4.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
6.3.5.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.3.4., wordt in ieder geval gerekend:
6.3.6.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 6.3.4., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Bedrijf 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
a. tuinen, erven en terreinen;
b. parkeervoorzieningen;
c. groenvoorzieningen;
d. wegen, straten en paden;
e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2. Bouwvoorschriften
7.2.1.
Voor het bouwen van de in lid 7.1. onder a sub 1 en 2 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:
7.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
7.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
7.4 Ontheffingen van de
bouwvoorschriften
7.4.1. zelfstandige stalling
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bouwen van vrijstaande of aangebouwde kleine gebouwtjes zoals rijwieloverkappingen, portiersloges, traforuimten, wachthuisjes en dergelijke, met een maximum oppervlakte van 30 m2 en geen grotere hoogte dan 3,0 m, mits voldaan kan worden aan de eigen parkeerbehoefte;
7.4.2. vergroten bebouwingspercentage
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van het bebouwingspercentage tot ten hoogste 80%, mits middels een bedrijfsvervoersplan aangetoond kan worden dat op eigen terrein in de parkeerbehoefte kan worden voorzien;
7.4.3. vlaggenmasten
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de maximale hoogte van reclametekens ten behoeve van vlaggenmasten met een maximale hoogte van 12,0 meter;
7.4.4. verhogen bouwhoogte
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het verhogen van de bouwhoogte tot 21 meter onder de volgende voorwaarden:
7.4.5. overschrijden bouwgrens
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gedeeltelijk buiten het bouwvlak bouwen van een bedrijfsgebouw, mits:
7.4.6. overschrijden bouwgrens hoeksituaties
Amperestraat, Coulombstraat Maxwellstraat
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gedeeltelijk buiten het bouwvlak bouwen van een bedrijfsgebouw, mits:
7.5. Gebruiksvoorschriften
7.5.1.
Het parkeren ten behoeve van de bedrijfsbestemming dient plaats te vinden op eigen erf.
7.5.2.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
7.5.3.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.5.2., wordt in ieder geval gerekend:
7.5.3.
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 8.1. sub a onder 1 ten behoeve van:
met dien verstande dat het verzoek om ontheffing mede wordt beoordeeld op de milieu, ontsluitings- en parkeersituatie;
7.5.4.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 7.5.2., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7.5. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een nadere aanduiding voor een bedrijfswoning als bedoeld in 7.1. onder b op de plankaart toe te voegen danwel te verwijderen met dien verstande dat;
8.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Bedrijf 2 aangewezen gronden zijn gelegen binnen de belangrijke zichtzones in het plangebied en bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
8.2. Bouwvoorschriften
8.2.1.
Voor het bouwen van de in lid 8.1. onder a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:
8.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
8.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
8.4 Ontheffingen van de
bouwvoorschriften
8.4.1. zelfstandige stalling
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bouwen van vrijstaande of aangebouwde kleine gebouwtjes zoals rijwieloverkappingen, portiersloges, traforuimten, wachthuisjes en dergelijke, met een maximum oppervlakte van 30 m2 en geen grotere hoogte dan 3,0 m, mits voldaan kan worden aan de eigen parkeerbehoefte;
8.4.2. vergroten bebouwingspercentage
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van het bebouwingspercentage tot ten hoogste 80%, mits middels een bedrijfsvervoersplan aangetoond kan worden dat op eigen terrein in de parkeerbehoefte kan worden voorzien;
8.4.3. vlaggenmasten
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de maximale hoogte van reclametekens ten behoeve van vlaggenmasten met een maximale hoogte van 12 ,0 meter;
8.4.4. verhogen bouwhoogte
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het verhogen van de bouwhoogte tot 21 meter onder de volgende voorwaarden:
8.4.5. overschrijden bouwgrens waterzijde
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het realiseren van bebouwing tot op de waterlijn onder de volgende voorwaarden:
Voor kavels met een breedte van 25.00 m. of minder geldt het volgende:
8.4.6. overschrijden voorgevelrooilijn
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gedeeltelijk buiten het bouwvlak bouwen van een bedrijfsgebouw, mits:
8.4.7. gebruiksontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 8.1. sub a onder 1 ten behoeve van:
met dien verstande dat het verzoek om ontheffing mede wordt beoordeeld op de milieu, ontsluitings- en parkeersituatie;
8.5. Gebruiksvoorschriften
8.5.1.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
8.5.2.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 8.5.1., wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in bijlage 1 onder de milieucategorieën I, II, III, IV en V zoals nader aangeduid op de plankaart;
b. de vestiging van grote lawaaimakers als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer;
c. het gebruik als bedrijfswoning, hieronder begrepen het realiseren van woonruimte in een gedeelte van een bedrijfsgebouw, met uitzondering van de bestaande bedrijfswoningen;
d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan bedoeld in lid 8.1. sub a onder 2;
e. het gebruik van kantoren anders dan bedoeld in lid 8.1. sub a onder 3;
f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
g. het opslaan van goederen op onbebouwde gronden langs de oeverzones.
8.5.3.
Burgemeester en wethouders
verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 8.5.2., indien strikte toepassing
daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke
beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
8.6. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een nadere aanduiding voor een bedrijfswoning als bedoeld in 8.1. onder b op de plankaart toe te voegen danwel te verwijderen met dien verstande dat;
9.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Bedrijf 3 aangegeven gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
9.2. Bouwvoorschriften
9.2.1.
Voor het bouwen van de in lid 9.1. onder a sub 1 en 2 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:
9.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
9.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
9.4 Ontheffingen van de
bouwvoorschriften
9.4.1. zelfstandige stalling
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bouwen van vrijstaande of aangebouwde kleine gebouwtjes zoals rijwieloverkappingen, portiersloges, traforuimten, wachthuisjes en dergelijke, met een maximum oppervlakte van 30 m2 en geen grotere hoogte dan 3,0 m, mits voldaan kan worden aan de eigen parkeerbehoefte;
9.4.2. vlaggenmasten
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de maximale hoogte van reclametekens ten behoeve van vlaggenmasten met een maximale hoogte van 12,0 meter;
9.5. Gebruiksvoorschriften
9.5.1.
Het parkeren ten behoeve van de bedrijfsbestemming dient plaats te vinden op eigen erf.
9.5.2.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
9.5.3.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 9.5.2., wordt in ieder geval gerekend:
9.5.4.
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 9.1. sub a onder 1 en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die niet zijn opgenomen in de Staat van Inrichtingen mits:
9.5.5.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 9.5.2., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
9.5. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een nadere aanduiding voor een bedrijfswoning als bedoeld in 9.1. onder b op de plankaart toe te voegen danwel te verwijderen met dien verstande dat;
10.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Bedrijf 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
10.2.
Bouwvoorschriften
10.2.1
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
10.2.2
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
10.2.3
Voor het bouwen van bijgebouwen bij woningen gelden de volgende bepalingen:
1. de bouwhoogte mag niet meer dan 3.50 meter bedragen;
2. de goothoogte mag niet hoger zijn dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waarop wordt aangesloten en zoveel hoger als constructie- en isolatietechnisch op grond van geldende bouwtechnische regelgeving nodig is;
1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3.50 meter;
2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2.50 meter.
10.2.3
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
10.3.1.
ontheffing van de bouwvoorschriften, vlaggenmasten
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de maximale hoogte van reclametekens ten behoeve van vlaggenmasten met een maximale hoogte van 12,0 meter;
10.3.
Gebruiksvoorschriften
10.3.1.
In iedere woning en/of bijgebouw is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en/of dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling toegestaan onder de voorwaarden dat:
10.3.2. gebruiksontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 10.1. sub a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd mits:
10.3.2.
Detailhandel is uitsluitend toegestaan in producten en diensten die op
het betreffende perceel zijn vervaardigd.
10.3.3.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van
de voorwaarde dat de uitoefening van een beroep en/of bedrijf niet
meldingplichtig mag zijn in het kader van de Wet milieubeheer of andere
milieuwetgeving, indien blijkt dat deze activiteit niet of nauwelijks van
invloed is op het woonmilieu.
10.3.4.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken
op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
10.3.5.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 10.3.4., wordt in ieder geval gerekend:
10.3.6.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 10.3.4., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
10.4.1
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een nadere aanduiding voor een bedrijfswoning op de plankaart toe te voegen danwel te verwijderen met dien verstande dat;
11.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- medische voorzieningen;
- zorgvoorzieningen;
- culturele voorzieningen;
- religieuze voorzieningen;
- welzijnsvoorzieningen;
- educatieve voorzieningen;
- voorzieningen voor openbaar bestuur;
- gevangenissen;
- onderwijsvoorzieningen;
- kinderopvang/peuterspeelzaal;
met de daarbijbehorende:
11.2. Bouwvoorschriften
11.2.1.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
11.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
11.3. Ontheffing van de
bouwvoorschriften
11.3.1. zelfstandige stalling
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bouwen van vrijstaande of aangebouwde kleine gebouwtjes zoals rijwieloverkappingen, portiersloges, traforuimten, wachthuisjes en dergelijke, met een maximum oppervlakte van 30 m2 en geen grotere hoogte dan 3,0 m, mits voldaan kan worden aan de eigen parkeerbehoefte;
11.3.2. overschrijden
voorgevelrooilijn
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gedeeltelijk buiten het bouwvlak bouwen van een bedrijfsgebouw, mits:
11.3.3. vlaggenmasten
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de maximale hoogte van reclametekens ten behoeve van vlaggenmasten met een maximale hoogte van 12,0 meter;
11.4. Gebruiksvoorschriften
11.4.1.
Het parkeren ten behoeve van de maatschappelijke bestemming dient plaats te vinden op eigen erf.
11.4.2.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
11.4.3.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 11.4.1., worden in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van functies, anders dan voor maatschappelijke doeleinden (betrekking hebbend op de maatschappij, de samenleving),
b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
11.4.4.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 11.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
12.1. Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
12.2. Bouwvoorschriften
12.2.1.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
12.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
12.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
12.4. Ontheffing van de
bouwvoorschriften
12.4.1. zelfstandige stalling
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bouwen van vrijstaande of aangebouwde kleine gebouwtjes zoals rijwieloverkappingen, portiersloges, traforuimten, wachthuisjes en dergelijke, met een maximum oppervlakte van 30 m2 en geen grotere hoogte dan 3,0 m, mits voldaan kan worden aan de eigen parkeerbehoefte;
12.4.2. overschrijden
voorgevelrooilijn
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gedeeltelijk buiten het bouwvlak bouwen van een bedrijfsgebouw, mits:
12.4.3. vlaggenmasten
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de maximale hoogte van reclametekens ten behoeve van vlaggenmasten met een maximale hoogte van 12,0 meter;
12.5. Gebruiksvoorschriften
12.5.1.
Het parkeren ten behoeve van de bedrijfsbestemming dient plaats te vinden op eigen erf.
12.5.2.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
12.5.3.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 12.5.1., worden in ieder geval gerekend:
12.5.4.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 12.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
13.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
13.2.
Bouwvoorschriften
13.2.1.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
13.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
13.3.
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
13.4.
Ontheffing van de bouwvoorschriften
13.4.1.
zelfstandige stalling
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bouwen van vrijstaande of aangebouwde kleine gebouwtjes zoals rijwieloverkappingen, portiersloges, traforuimten, wachthuisjes en dergelijke, met een maximum oppervlakte van 30 m2 en geen grotere hoogte dan 3,0 m, mits voldaan kan worden aan de eigen parkeerbehoefte;
13.4.2.
overschrijden voorgevelrooilijn
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gedeeltelijk buiten het bouwvlak bouwen van een bedrijfsgebouw, mits:
13.4.3.
vlaggenmasten
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het overschrijden van de maximale hoogte van reclametekens ten behoeve van vlaggenmasten met een maximale hoogte van 12,0 meter;
13.5.
Gebruiksvoorschriften
13.5.1.
Het parkeren ten behoeve van de bedrijfsbestemming dient plaats te vinden op eigen erf.
13.5.2.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
13.5.3.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 12.5.1., worden in ieder geval gerekend:
13.5.4.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 12.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
14.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
14.2. Bouwvoorschriften
14.2.1.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
14.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
14.3. Gebruiksvoorschriften
14.3.1.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
14.3.2.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 14.3.1., wordt in ieder geval gerekend:
14.3.3.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 14.3.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
15.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor de bestemming Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
15.2. Bouwvoorschriften
15.2.1.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
15.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
15.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
15.4. Ontheffing
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 15.2.1. voor de bouw van utilitaire gebouwen tot een oppervlakte van maximaal 25 m˛ en een maximale bouwhoogte van 3,0 meter.
15.5 Gebruiksvoorschriften
15.5.1.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
15.5.2.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 15.6.1., wordt in ieder geval gerekend:
15.5.3.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 15.6.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
16.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
16.2. Bouwvoorschriften
16.2.1.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
16.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
16.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
16.4. Gebruiksvoorschriften
16.4.1.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
16.4.2.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 16.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
17.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor verkeersdoeleinden railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
17.2. Bouwvoorschriften
17.2.1.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
17.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
17.5. Gebruiksvoorschriften
17.5.1.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
17.5.2.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 17.5.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
18.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor nutsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
18.2. Bouwvoorschriften
18.2.1.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
18.2.2.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
18.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
18.4. Gebruiksvoorschriften
18.4.1.
Op grond van artikel 7.10 van de Wro is het verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
18.4.2.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 18.4.1., wordt in ieder geval gerekend:
18.4.3.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 18.4.1., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
19.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor leidingen aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
19.2.
Bestemmingsomschrijving
19.2.1.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
19.2.2.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
19.2.3.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
19.3 Bouwvoorschriften
In afwijking van het bepaalde bij andere bestemmingen (basisbestemming) mag op deze bestemming niet worden gebouwd, tenzij ten behoeve van nutsdoeleinden.
19.4 Aanlegvergunning
19.5. Ontheffing van de
bouwvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen, ontheffing verlenen van:
20.1 Bestemmingsomschrijving
Voor zover op de plankaart een ‘Waterkering’ is aangegeven, zijn de gronden binnen deze aanduiding naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor een waterkering.
20.2 Dubbelbestemming
De aan de onderliggende basisbestemming gekoppelde voorschriften, zijn mede van toepassing op de gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor ‘Waterkering’.
20.3 Bouwvoorschriften
In afwijking van het bepaalde bij andere bestemmingen (basisbestemming) mag op deze bestemming niet worden gebouwd, tenzij ten behoeve van de waterkerende functie.
21.1 Bestemmingsomschrijving
Voor zover op de plankaart de veiligheidszone rond het gasontvangstation is aangegeven, zijn de gronden binnen deze aanduiding naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor een waterkering.
21.2 Dubbelbestemming
De aan de onderliggende basisbestemming gekoppelde voorschriften, zijn mede van toepassing op de gronden die op de plankaart zijn aangewezen als Veiligheidzone.
21.3 Bouwvoorschriften
In afwijking van het bepaalde bij andere bestemmingen (basisbestemming) mag op deze bestemming niet worden gebouwd, tenzij ten behoeve van nutsdoeleinden.
21.4. Ontheffing van de
bouwvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van het gasontvangstation, ontheffing verlenen van:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
23.1 Ontheffingsbepaling
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
23.2 Procedure bij
ontheffing
Bij de voorbereiding van een besluit omtrent het verlenen van ontheffing op basis van deze voorschriften wordt de procedure gevolgd, die is vervat in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Op de voorbereiding van een besluit waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing met dien verstande dat;
25.1. Overgangsbepalingen
ten aanzien van bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouw-vergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
25.2. Ontheffingsbepaling
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
25.3. Uitzondering
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangs-bepaling van dat plan.
25.3. Overgangsbepaling ten
aanzien van het gebruik
25.4. Uitzonderingen op het
overgangsrecht
25.4.1.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangs-bepalingen van dat plan;
25.4.2.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
25.5. Strafbepaling
25.5.1.
Conform het bepaalde in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening is het verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met dit bestemmingsplan;
25.5.2.
Een gedraging in strijd met een voorschrift dat is verbonden aan een krachtens de Wet ruimtelijke ordening verleende vergunning of ontheffing is verboden;
25.5.2.
Overtreding
van een verbod als bedoeld in het eerste of tweede lid is een strafbaar feit;
Deze
voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: |
||
Voorschriften deel uitmakende
van het bestemmingsplan Zandhorst e.o. van de gemeente Heerhugowaard. |
||
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 26 mei 2009 |
||
|
De voorzitter, |
De griffier, |
|
… … … |
… … … |