De op de plankaart
voor “Woongebied 2” (WG-2) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. vrijstaande
woningen met garage al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden
beroep;
met daarbij
behorende:
b. tuinen en erven;
alsook voor:
c. woonstraten en
paden;
d. openbare
nutsvoorzieningen;
e.
groenvoorzieningen;
f.
parkeervoorzieningen;
g.
speelvoorzieningen;
h. waterlopen en
sierwater;
i. bouwwerken, geen
gebouwen zijnde;
j bruggen en
duikers.
Voor het bouwen van
hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a. als hoofdgebouw
mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
b. een hoofdgebouw
mag uitsluitend binnen een bouwperceel worden gebouwd;
c. het totaal
aantal woningen voor de gronden met de bestemming WG-2 mag maximaal 18 bedragen;
d. de oppervlakte
van een hoofdgebouw mag maximaal 160m² bedragen;
e. de bouwhoogte
van een hoofdgebouw mag niet meer dan 12 meter bedragen en mag maximaal bestaan
uit twee lagen en een kapverdieping;
f. de goothoogte
van een hoofdgebouw mag niet meer dan 7 meter bedragen;
3.
Gebruiksvoorschriften
3.1
In iedere woning
en/of bijgebouw is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en/of
dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling toegestaan onder de
voorwaarden dat:
a. niet meer dan
1/3e deel van de als verblijfsgebied aan te merken vloeroppervlakte
van de woning met de daarbij behorende bijgebouwen, met een maximum van 45 m²,
voor de uitoefening van het beroep of bedrijf wordt gebruikt;
b. geen vergunning-
en/of meldingplicht op grond van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving
vereist is;
c. bij het gebruik
van een garage, er voor parkeergelegenheid op het eigen erf wordt gezorgd.
Detailhandel is
uitsluitend toegestaan in producten en diensten die op het betreffende perceel
zijn vervaardigd.
3.3
Burgemeester en
wethouders kunnen ontheffing verlenen van de voorwaarde dat de uitoefening van
een beroep en/of bedrijf niet meldingplichtig mag zijn in het kader van de Wet
milieubeheer of andere milieuwetgeving, indien blijkt dat deze activiteit niet
of nauwelijks van invloed is op het woonmilieu.
3.4
Parkeren dient op
eigen terrein plaats te vinden. Per woning dient een opstelplaats voor één auto
per woning op eigen erf aanwezig te zijn.
3.5
Het is verboden de
gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot
een doel, strijdig met deze bestemming.
3.6
Tot een gebruik,
strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.5, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van
vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
b. het gebruik van
bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
3.7
Burgemeester en
wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3.5, indien strikte toepassing
daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke
beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
4. Afstemming waterkering
Indien de in lid 1 bedoelde gronden samenvallen met de
gronden als bedoeld in artikel 20 (Waterkering), zullen burgemeester en
wethouders advies inwinnen bij de desbetreffende beheerder alvorens bouwvergunning
te verlenen.
5.
Strafbepaling
Overtreding van het
bepaalde in lid 3.5 en 3.6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin
van artikel 1a onder 2.º van de Wet economische delicten.