Artikel 34 Wro-zone-wijzigingsgebied 3
34.1.1 Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied
a. voor zover een nieuw hoofdgebouw wordt gebouwd:
1. dit hoofdgebouw aan één lange zijde samenvalt met de ter plaatse van de aanduiding "gevellijn" aangegeven (voor)gevellijn;
2. de afstand tot de beide zijdelingse
perceelgrenzen
3. dit hoofdgebouw moet worden gebouwd binnen een vlak van ten hoogst
b. de ter plaatse van de aanduidingen maximale goothoogte (m) en maximale bouwhoogte (m) aangegeven hoogtes ongewijzigd blijven;
c. de goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen maximaal
d. het achtererf voor ten hoogste 40 % bebouwd wordt met aan-
en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat de
totale bebouwde oppervlakte op het perceel ten hoogste
e. voor zover boven een parkeerkelder is gebouwd,
de afgewerkte bovenzijde van de parkeerkelder ten hoogste
f. de bouwhoogte van andere parkeervoorzieningen
dan bedoeld onder e., inclusief balustrades, ten
hoogste
g. de nieuwe bebouwing door de situering ten opzichte van de omgeving en de onderlinge situering positief bijdraagt aan een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
h. op een adequate wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien, door te voldoen aan de op het moment van wijzigen geldende normen;
i. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
1. de verkeersveiligheid;
2. het behoud van parkeervoorzieningen, en;
3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
j. in het geval van ondergronds bouwen advies wordt gevraagd aan de waterbeheerder;
k. onverminderd het bepaalde onder a. tot en met j. voor de gewijzigde bestemmingen de desbetreffende regels uit dit plan gelden.
34.1.2 Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied
a. het totale aantal horecavestigingen, inclusief de vestigingen als bedoeld in artikel 5.1.1 onder g. en h., niet meer bedraagt dan 23;
b. terrassen uitsluitend zijn toegestaan voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
c. het zij- en achtererf, inclusief de daar gesitueerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen uitsluitend gebruikt mogen worden voor niet voor publiek bestemde ruimten, met uitzondering van bezoekersparkeren;
d. op een adequate wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien, door te voldoen aan de op het moment van wijzigen geldende normen;
e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
1. de verkeersveiligheid;
2. het behoud van parkeervoorzieningen, en;
3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
f. onverminderd het bepaalde onder a. tot en met e., de regels voor de bestemming "Gemengd-9" van toepassing blijven.