17.1.1 De
op de verbeelding voor "Woongebied" aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a.
wonen,
met inbegrip van een aan huis gebonden beroep of bedrijf;
b.
groenvoorzieningen;
c.
wegen
en paden;
d.
verblijfsgebied;
e.
water;
f.
parkeervoorzieningen;
met de daarbij behorende:
g.
tuinen en erven;
h.
gebouwen;
i.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
17.1.2 De
uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf in samenhang
met het wonen:
a. mag geen onevenredige hinder opleveren voor de woonomgeving;
b. mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter en de woonkwaliteit van de woonwijk;
c. dient de woonfunctie te ondersteunen, d.w.z. dat de persoon die de activiteit uitoefent tevens bewoner is van de betreffende woning;
d. mag uitsluitend binnen de woning of het bijgebouw, dus inpandig, worden uitgeoefend;
e. dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie, met dien verstande dat:
- maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de woning mag worden
gebruikt voor de bedoelde activiteiten, met een maximum van
- het genoemde maximum oppervlak, het totaal is van de oppervlakken binnen de woning en de eventueel bij deze woning horende aan-, uit- en bijgebouwen;
f. er mag geen reclame
gemaakt worden aan of bij het pand, met uitzondering van een klein bord, met
een maximum oppervlak van
g. er mag geen detailhandel plaatsvinden, met uitzondering van een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit van de beroepsmatige activiteit;
h. er mag geen horeca plaatsvinden;
i. er dient op eigen erf (terrein) te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, met dien verstande dat wanneer parkeren op eigen erf verkeerskundig niet mogelijk is, stedenbouwkundig niet aanvaardbaar is, of om een andere reden niet mogelijk is, het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten mag betreffen, dat daardoor extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden in het openbare gebied.
17.2.1 Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 17.1 omschreven
doeleinden.
17.2.2 Voor
het bouwen van hoofdgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 17.2.1 artikel de volgende regels:
a.
hoofdgebouwen zijn alleen binnen het bouwvlak
toegestaan;
b.
hoofdgebouwen zijn toegestaan als vrijstaande, twee-aaneen, aaneengebouwde en/of
gestapelde woningen;
c.
het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan op
de verbeelding is aangegeven;
d.
de goot- en bouwhoogte mag
niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
e.
onder hoofdgebouwen zijn kelders toegestaan tot een verticale diepte van maximaal
17.2.3 Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en
overkappingen gelden naast het bepaalde in lid 17.2.1 de volgende regels:
a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en
overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak gebouwd worden;
b. indien er vrijstaande, twee-aaneen en/of aaneengebouwde
woningen gebouwd worden, mogen alle gebouwde aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tezamen niet meer dan 50% van de oppervlakte van het
bouwperceel, het hoofdgebouw niet meegerekend, in beslag nemen, met een maximum
van
c. indien er gestapelde woningen
gebouwd worden, mogen alle
gebouwde aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tezamen
niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, het hoofdgebouw niet
meegerekend, in beslag nemen;
d. de goothoogte mag niet meer dan
e. de bouwhoogte mag niet meer dan
f.
de afstand van een bijgebouw, niet zijnde een
bouwvergunningvrij bouwwerk, tot de voorste en zijdelingse perceelgrenzen mag
niet minder bedragen dan
g.
de
dakhelling dient gelijk te zijn aan die van het hoofdgebouw;
h.
de
hoogte van balkonhekken op aan- en uitbouwen en
overkappingen mag niet meer dan
i.
onder
aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn kelders
toegestaan tot een verticale diepte van maximaal
17.2.4 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
voor zover gelegen vóór de
voorgevelrooilijn mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan
b.
voor zover gelegen achter de
voorgevelrooilijn mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan
c.
de hoogte van pergola's mag niet
meer dan
d.
de hoogte van vlaggenmasten mag
niet meer dan
e.
de hoogte van overige bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan
Tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening ten aanzien van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep wordt in elk geval gerekend:
a. aanwenden van een groter percentage dan wel een grotere oppervlakte voor de uitoefening van aan huis gebonden beroep, dan in lid 17.1.2 onder e is bepaald;
b. uitoefening van een aan huis gebonden beroep op een wijze die hinder voor de omgeving veroorzaakt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:
a. ontheffing te verlenen voor een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aan huis, mits:
- de bedrijfsmatige activiteit voldoet aan de criteria uit lid 17.1.2 onder a t/m i;
- de activiteit valt onder de selectie van bedrijfsmatige activiteiten van de VNG bedrijvenlijst als opgenomen in de bijlage van deze planregels;
- geen bedrijfsmatige opslag plaatsvindt in de open lucht;
- wordt uitgeweken naar een bedrijvenlocatie, zodra de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteit aan huis hinderlijk wordt voor de woonomgeving.
b.
ontheffing te verlenen van het
bepaalde in lid 17.3 onder a tot een oppervlak van maximaal
- de uitoefening van het aan huis gebonden beroep blijft voldoen aan de criteria uit lid 17.1.2, met uitzondering van 17.1.2 onder e ;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.