Artikel 9     Tuin - 3 (T-3)

 

9.1           Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor "Tuin - 3" aangewezen gronden zijn bestemd voor het gebruik ten dienste van de aangrenzende en bijbehorende vrijstaande  woningen voor:

a.       tuinen en erven;

b.       parkeerplaatsen, met dien verstande dat:

-          per hoofdgebouw tenminste één parkeerplaats op gronden met deze bestemming beschikbaar is en blijft voor parkeren op eigen terrein, tenzij op de bij hetzelfde hoofdgebouw behorende gronden met de bestemming “Wonen – 3" één of meer parkeerplaats(en) op onbebouwd terrein is (zijn) gerealiseerd;

-          ten hoogste één parkeerplaats mag worden gerealiseerd vóór de voorgevel van het hoofdgebouw, tenzij op de bij hetzelfde hoofdgebouw behorende gronden met de bestemming “Wonen – 3" één parkeerplaats op onbebouwd terrein vóór de voorgevel van het hoofdgebouw is gerealiseerd, in welk geval op de bij het hoofdgebouw behorende gronden met de bestemming “Tuin – 3" geen parkeerplaats vóór de voorgevel van het hoofdgebouw mag worden gerealiseerd;

 

                met de daarbij behorende:

c.       erkers, aan- en uitbouwen;

d.       bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze bouwvergunningvrij mogen worden gebouwd.

 

9.2           Bouwregels

9.2.1                                      Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 9.1

                                                omschreven doeleinden.

 

9.2.2         Voor het bouwen van erkers, aan- en uitbouwen gelden naast het bepaalde in lid 9.2.1 de volgende regels:

a.       erkers, aan- en uitbouwen zijn uitsluitend toegestaan aan de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw

b.       de diepte van de erker, aan- of uitbouw tot de gevel mag niet meer bedragen dan 1 m;

c.       de erker, aan- of uitbouw mag over ten hoogste 60% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;

b.       de hoogte van de erker, aan- of uitbouw moet ten hoogste gelijk zijn aan die van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;

c.       plaatsing van de erker, aan- of uitbouw mag niet ten koste gaan van de parkeerplaats op eigen erf, onverminderd het bepaalde in lid 9.1, sub b, eerste aandachtstreepje.

 

9.2.3         Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 9.2.1 de volgende regel:

a.    op of in deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde,    worden gebouwd, met uitzondering van bouwvergunningvrije bouwwerken.