Artikel 29: Milieuzone - geluidverdeling
29.1 Aanduidingsdoelstelling
Voor de met ‘Milieuzone - geluidverdeling’ aangeduide gronden gelden de volgende regels:
de geluidemissie mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding ‘geluidruimte in dB(A)/m²’ aangegeven geluidemissie in dB(A)/m²;
de geluidimmissie mag niet meer bedragen dan de immissievoorwaarde op de (zone)toetspunten die zijn aangegeven voor de betreffende akoestische gebiedseenheid op de van deze regels deel uitmakende “Geluidverdelingkaart en geluidemissie akoestische gebiedseenheden” (kaart en/of tabel), dan wel conform de berekeningsprocedure zoals bepaald in 2.4 van deze regels en met dien verstande dat geen toetsing van de geluidimmissie plaatsvindt indien geen immissievoorwaarde is opgenomen;
in afwijking van het bepaalde in 29.1 sub a is een hogere emissie dan het emissie-kental toegestaan, indien dit geen effect heeft op de toepasselijke immissievoorwaarde zoals bedoeld in 29.1 sub b;
een akoestische gebiedseenheid als bedoeld in 29.1 sub b, kan al dan niet op verzoek door het bevoegd gezag worden opgedeeld in één of meerdere kavels, waarbij de berekeningsprocedure dient te worden gevolgd zoals bepaald in 2.5.
29.2 Specifieke gebruiksregels
Binnen de aanduiding ‘Milieuzone - geluidverdeling’ is het navolgende gebruik niet toegestaan:
het gebruik van de gronden door inrichtingen voor zover dit gebruik een grotere geluidemissie en/of geluidimmissie tot gevolg heeft dan is aangegeven in 29.1;
het in gebruik hebben van een inrichting zonder te beschikken over een akoestische rapportage, tenzij het bevoegd gezag besluit dat het overleggen van een rapport van een akoestisch onderzoek niet is vereist, omdat aannemelijk is gemaakt dat voldaan wordt aan de waarden als bedoeld in 29.1.
29.3 Wijzigingsbevoegdheid
a. burgemeester en wethouders zijn bevoegd de immissievoorwaarde voor de (zone)toetspunten als bedoeld in 29.1 sub b te verhogen onder de volgende voorwaarde:
1. de bedrijfseconomische noodzaak voor verruiming van de geluidsruimte is aangetoond;
2. er vindt geen overschrijding van de geluidszone plaats;
3. de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein worden niet onevenredig aangetast;
4. de toepasselijke maximaal toelaatbare immissievoorwaarden voor de (zone)toetspunten van het kavel worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in 29.3 sub a onder 7;
5. het bedrijf past met zijn bedrijfsvoering binnen het ruimtelijk beleid voor het industrieterrein en/of de ruimtelijke visie van de gemeente;
6. met de wijziging een positieve bijdrage geleverd wordt aan onder meer het aspect duurzaamheid, de lokale werkgelegenheid en/of regionale economie, de oplossing van een milieu hygiënisch knelpunt elders;
7. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
- de geluidsbelasting op de toepasselijke (zone)toetspunten verruiming toelaat;
- ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken en een qua beperking van milieuhinder optimale terreinindeling, een grotere geluidimmissie noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient de gewenste geluidimmissie te worden aangegeven evenals een overzicht van de geluidbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden;
b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd de akoestische gebiedseenheden te wijzigen, evenals de ‘geluidruimte in dB(A)/m²’, rekening houdend met de toepasselijke (zone)toetspunten en onder de volgende voorwaarden:
1. er vindt geen overschrijding van de geluidszone plaats;
2. met de wijziging wordt een positieve bijdrage geleverd aan de optimalisering van een effectief en doelmatig ruimtegebruik.