Artikel 8 Bedrijventerrein - Luchthaven 2

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Bedrijventerrein - Luchthaven 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijfsactiviteiten die een binding hebben met luchthavenactiviteiten, in hoofdzaak gericht op logistiek ten hoogste vallende in categorie 3.2 van de van de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij het bestemmingsplan;

  2. dienstverlening ten behoeve van luchthavenactiviteiten, niet zijnde kantoren en niet zijnde parkeerfaciliteiten ten behoeve van het parkeren van auto’s van passagiers van de luchthaven Schiphol ;

  3. luchthavenactiviteiten, met uitzondering van starten en landen van vliegtuigen ten hoogste vallende in categorie 3.2 van de van de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij het bestemmingsplan;

  4. inrichtingen waar ontplofbare stoffen van de klasse 1 van het ADR aanwezig zijn (zoals gekwalificeerd en gekwantificeerd in Bijlage I, onderdeel C, categorie 3 onder 3.6 van het Besluit omgevingsrecht) uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag ontplofbare stoffen'.

 

met uitzondering van:

 

  1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen, met dien verstande dat de Wgh-inrichting Schiphol is toegestaan;

 

met daarbij behorend(e):

 

  1. wegen;

  2. voorzieningen ten dienste van de luchtvaart en de luchtverkeersveiligheid;

  3. nutsvoorzieningen;

  4. groen;

  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  6. parkeervoorzieningen;

  7. verhardingen;

 

Met dien verstande dat:

  1. risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Vuurwerkbesluit niet zijn toegestaan, opslag hieronder begrepen, met uitzondering van de inrichting genoemd in sub d.

 

8.2 Bouwregels

 

8.2.1. Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte en bebouwingspercentage toegestaan.

 

8.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan 3 meter;

  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 12 meter.

 

8.3 Afwijken van de gebruiksregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 van dit artikel voor het vestigen van bedrijfsactiviteiten die één categorie hoger zijn ingeschaald en voor bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits:

  1. deze naar hun aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de categorie die maximaal is toegestaan binnen de betreffende bestemming;

  2. het niet de in lid 1 uitgesloten bedrijven en inrichtingen betreft.