Artikel 9: Bedrijventerrein – Luchthaven 4
9.1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijventerrein – Luchthaven 4' aangewezen gronden zijn, bestemd voor:
bedrijfsactiviteiten, die een binding hebben met luchthavenactiviteiten, alsmede bedrijfsactiviteiten in de vorm van stalling, reparatie en onderhoud van openbaar vervoersmiddelen;
dienstverlening ten behoeve van luchthavenactiviteiten, niet zijnde kantoren en niet zijnde parkeerfaciliteiten ten behoeve van het parkeren van auto’s van passagiers van de luchthaven Schiphol ;
met dien verstande dat de functies genoemd onder a en b ten hoogste mogen vallen in categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij het bestemmingsplan,
met uitzondering van:
risicovolle inrichtingen (waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is) ;
geluidzoneringsplichtige inrichtingen, met dien verstande dat de Wgh-inrichting Schiphol is toegestaan;
inrichtingen waar ontplofbare stoffen van de klasse 1 van het ADR aanwezig zijn (zoals gekwalificeerd en gekwantificeerd in Bijlage I, onderdeel C, categorie 3 onder 3.6 van het Besluit omgevingsrecht), met dien verstande dat bestaande inrichtingen met ontplofbare stoffen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag ontplofbare stoffen' zijn toegestaan;
wegen;
voorzieningen voor openbaar vervoer;
voorzieningen ten dienste van de luchtvaart en de luchtverkeersveiligheid;
nutsvoorzieningen;
groen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met daarbij behorend(e):
parkeervoorzieningen voor (motor)voertuigen;
verhardingen.
9.2. Bouwregels
9.2.1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat per bouwperceel buiten het bouwvlak gebouwen mogen worden geplaatst tot niet meer dan 20 m²;
ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte en bebouwingspercentage toegestaan;
van gebouwen buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte niet meer dan 4 meter;
de oppervlakte van bijbehorende administratieve ruimte mag per bedrijf niet meer zijn dan 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte.
voor bedrijven geldt een maximale parkeernorm van 1:125 m² bvo binnen de invloedssfeer van hoogwaardig openbaar vervoer en 1: 110 m² bvo daarbuiten.
9.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan 3 meter;
de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 45 meter.
9.3. Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 van dit artikel voor het vestigen van bedrijfsactiviteiten die één categorie hoger zijn ingeschaald en voor bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits:
deze naar hun aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de categorie die maximaal is toegestaan binnen de betreffende bestemming;
het niet de in lid 1 uitgesloten bedrijven en inrichtingen betreft.