Deel

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

 

 

ARTIKEL 1 BEGRIPPEN

 

 

plan:

het bestemmingsplan ‘Parapluplan parkeerregels’ met identificatienummer ‘NL.IMRO.0394.BPGlgbparkeerregls-C001’ van de gemeente Haarlemmermeer

 

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage

 

 

HOOFDSTUK 2 ALGEMENE REGELS

 

ARTIKEL 2 ANTI-DUBBELTELREGEL

 

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere plannen buiten beschouwing.

 

 

ARTIKEL 3 OVERIGE REGELS

 

3.1 Reikwijdte en toepassing

 

3.1.1 De regels van dit plan zijn van toepassing op de bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen, die vermeld zijn in de bijlage van deze regels.

 

3.1.2 Voor zover in de in 3.1.1 bedoelde bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen parkeerregels voorkomen, komen de regels van dit plan ervoor in de plaats en zijn zij van toepassing op het gehele betreffende plangebied.

 

3.1.3 De regels niet zijnde parkeerregels van de in 3.1.1 bedoelde bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen blijven voor het overige onverminderd van toepassing.

 

 

3.2 Parkeren, stallen, laden, lossen

 

3.2.1 Reserveren en inrichten ruimte voor parkeren, stallen, laden, lossen

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of een wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken geldt, dat op eigen terrein in voldoende mate ruimte moet zijn gereserveerd en ingericht en in stand worden gehouden voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen met inachtneming van de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in het geldende parkeerbeleid van Haarlemmermeer.

 

3.2.2 Beleidsregels en peildatum

Het bevoegd gezag past de in 3.2.1 genoemde regels toe met inachtneming van de beleidsregels zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

3.2.3 Specifieke gebruiksregels

Ruimte voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.

 

3.2.4 Afwijken

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1, indien:

  1. op basis van gegronde redenen aangetoond kan worden dat het voldoen aan deze bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, en bovendien

  2. op andere wijze in de nodige ruimte voor het parkeren, stallen laden en/of lossen van voertuigen blijvend wordt voorzien.

 

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

 

ARTIKEL 4 OVERGANGSRECHT

 

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

  2. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

4.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

4.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht met een omgevingsvergunning afwijken.

 

 

ARTIKEL 5 SLOTREGEL

 

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ‘Parapluplan parkeerregels’.