Artikel 51 Algemene wijzigingsregels

 

51.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

 

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

 

51.2. Ruimte voor ruimte

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak

op gronden als bedoeld in artikelen 3 t/m 6 de agrarische bedrijfsvoering is beëindigd en op gronden als bedoeld in artikel 27, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’ waarbij tevens één of meerdere woningen mogen worden gebouwd ter compensatie van storende bebouwing of functies buiten het bestaand bebouwd gebied, mits:

  1. niet meer woningen worden toegestaan dan noodzakelijk is om de sloop van de storende bebouwingfuncties te realiseren;

  2. een vermindering van het bebouwde oppervlak door een netto-afname van bebouwing in oppervlakte en volume plaatsvindt;

  3. zeker is gesteld dat de herstructurering van de te saneren locatie inclusief de sloop van de hiervoor bedoelde bebouwing of functies plaats heeft;

  4. compensatie vanuit het ruimte voor ruimte beleid dient primair plaats te vinden in of tegen het bestaand bebouwd gebied en als dat niet mogelijk is mag het op de te saneren locatie;

  5. sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;

  6. de nieuw te bouwen woningen geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering van omringende agrarische bedrijven;

  7. voor zover de locatie is gelegen binnen de 35 Ke contour mogen, na verkregen verklaring van geen bezwaar van de minister I&M, maximaal 3 woningen worden gerealiseerd;

  8. voor zover de locatie is gelegen binnen de 20 Ke contour mogen naast de naast de bestaande maximaal 3 woningen worden gerealiseerd;

 

51.3. Herbouwen woning

 

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen in ‘Wonen’ en ‘Tuin’ ten behoeve van het op een andere plaats op een perceel herbouwen van een woning, onder de volgende voorwaarden:

a. ten aanzien van woningen gesitueerd aan de ringdijk, geldt dat de voorste bouwgrens dient te worden gesitueerd op maximaal 10 meter uit de weg;

b. ten aanzien woningen die zijn gesitueerd langs polderwegen anders dan de ringdijk, geldt dat de voorste bouwgrens dient te worden gesitueerd op minimaal 20 meter uit de as van de weg;

c. de goothoogte mag niet meer zijn dan 4 meter;

d. de bouwhoogte mag niet meer zijn dan 10 meter.

 

51.4. Archeologie

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' toe te kennen aan gronden, grenzend aan deze dubbelbestemming, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van bedoelde dubbelbestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.

 

51.5. Toevoegen aanduiding(en) 'prostitutie' en de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel verkooppunt vuurwerk’

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de bestemmingen de aanduiding 'prostitutie' en de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel verkooppunt vuurwerk toe te voegen of te verwijderen indien voor deze activiteiten op basis van Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is verleend, dan wel een eerder verleende vergunning is ingetrokken.