Artikel 30 Recreatie - Verblijfsrecreatie

 

30.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Recreatie – Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. recreatieve doeleinden;

  2. recreatief verblijf, waaronder begrepen overnachten in de periode van 1 april tot 1 oktober en in de vakantieperiodes verbonden aan het voorjaar, aan het najaar en aan de kerstdagen, zoals deze jaarlijks voor het voortgezet onderwijs wordt vastgesteld;

  3. ter plaatse van de aanduiding ‘volkstuin’ zijn volkstuinen toegestaan;

 

met (de) daarbij behorende:

  1. verhardingen;

  2. parkeren;

  3. groen;

  4. water.

 

30.2 Bouwregels

 

30.2.1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. per kavel mag niet meer dan één tuinhuis worden gebouwd;

  2. de goothoogte van de bebouwing mag niet meer bedragen dan 3 meter;

  3. de bouwhoogte van de bebouwing mag niet meer bedragen dan 4 meter;

  4. de bebouwing mag uit maximaal één bouwlaag bestaan;

  5. de gezamenlijke oppervlakte van bebouwing mag niet meer zijn dan 45 m2;

  6. de oppervlakte van de bebouwing voor gemeenschappelijke voorzieningen mag niet meer zijn dan 300 m2;

  7. de bouwhoogte van de gebouwen voor de gemeenschappelijke voorzieningen bedraagt ten hoogste 3 meter;

 

30.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de hoogte van de terreinafscheiding die gelijk loopt aan de bestemmingsgrens mag niet meer zijn dan 2 meter, m.u.v. een toegangshek dat 3 meter hoog mag zijn;

  2. de hoogte van overige erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan 1 meter;

  3. de hoogte van lichtmasten mag niet meer zijn dan 6 meter;

  4. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 3 meter;

  5. de maximale oppervlakte per kavel mag 12 m² bedragen.

 

30.3 Specifieke gebruiksregels

 

30.3.1 Het gebruik van gebouwen voor activiteiten zoals horeca en detailhandel dienende ter functionele ondersteuning van de hoofdactiviteit is toegestaan, met dien verstande dat:

  1. de ondersteunende activiteit ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit en niet meer omvat dan 10% van de brutovloeroppervlakte van die hoofdactiviteit met een maximum van 150 m² in geval van horeca en een maximum van 100 m² in geval van detailhandel;

  2. de openingstijden van de ondersteunende activiteit vallen binnen de openingstijden van de hoofdactiviteit;

de toegang tot de ondersteunende activiteit uitsluitend mogelijk is via het erf of de toegang van de hoofdactiviteit.