HOOFDSTUK 3 Algemene regels

 

 

Artikel 31 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 32 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

 

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;

  2. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; en

  3. de ruimte tussen bouwwerken.

 

 

Artikel 33 Algemene afwijkingsregels

 

Burgemeester en wethouders, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde op de verbeelding en in deze regels voor:

  1. het afwijken met niet meer dan 10% van de in dit bestemmingsplan aangegeven percentages, maten en oppervlakten;

  2. het in geringe mate aanpassen van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of - intensiteit daartoe aanleiding geven;

  3. het in geringe mate afwijken tot ten hoogste 2 m van een bouwgrens, mits dit nodig is om het plan aan te passen vanwege een blijkbaar meetverschil tussen werkelijke toestand van het terrein en de verbeelding;

  4. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;

  5. het verhogen van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen met maximaal 25% ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, met dien verstande dat de totale oppervlakte van vergrotingen op dat gebouw niet meer is dan 50% van de oppervlakte van de bovenste verdiepingsvloer;

  6. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van civiele kunstwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m.

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 34 Algemene wijzigingsregels

 

34.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

 

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer zijn dan 3 meter en een bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

 

Artikel 35 wro-zone - wijzigingsgebied 1

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd onder toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 1’, de bestemming 'Bedrijf' geheel, dan wel partieel te wijzigen in de bestemming 'Wonen’ en ‘Tuin’, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

35.1.1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' en met inachtneming van de volgende uitgangspunten:

  1. er maximaal 3 grondgebonden woningen worden gerealiseerd;

  2. de goothoogte van twee grondgebonden woningen niet meer bedragen dan 6 meter en de bouwhoogte van die grondgebonden woningen niet meer bedragen dan 10 meter;

  3. de bouwhoogte van de andere grondgebonden woning niet meer bedragen dan 6 meter;

  4. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere waarde;

  5. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied van externe veiligheid;

  6. is aangetoond dat de bodemkwaliteit is of zodanig wordt gemaakt, dat er geen belemmeringen zijn voor woonbebouwing;

  7. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied de natuurbeschermingswetgeving;

  8. afhankelijk van het type woning voorzien wordt in 1,3-1,6 parkeerplaatsen per woning binnen het wijzigingsgebied;

  9. de economische uitvoerbaarheid op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening moet zijn verzekerd.

 

 

Artikel 36 wro-zone - wijzigingsgebied 2

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd onder toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone -wijzigingsgebied 2’, de bestemming ‘Kantoor’ geheel, dan wel partieel te wijzigen in de bestemming ‘Wonen – Gestapeld’, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

36.1.1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' en met inachtneming van de volgende uitgangspunten:

  1. de bouwhoogte niet meer bedragen dan 10 meter;

  2. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere waarde;

  3. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied van externe veiligheid;

  4. is aangetoond dat de bodemkwaliteit is of zodanig wordt gemaakt, dat er geen belemmeringen zijn voor woonbebouwing;

  5. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied de natuurbeschermingswetgeving;

  6. afhankelijk van het type woning voorzien wordt in 1,3-1,6 parkeerplaatsen per woning binnen het wijzigingsgebied;

  7. de economische uitvoerbaarheid op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening moet zijn verzekerd.

 

 

Artikel 37 wro-zone - wijzigingsgebied 3

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd onder toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 3’, de bestemming ‘Kantoor’ geheel, dan wel partieel te wijzigen in de bestemming ‘Wonen – Gestapeld’, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

37.1.1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' en met inachtneming van de volgende uitgangspunten:

  1. de bouwhoogte niet meer bedragen dan 14 meter;

  2. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere waarde;

  3. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied van externe veiligheid;

  4. is aangetoond dat de bodemkwaliteit is of zodanig wordt gemaakt, dat er geen belemmeringen zijn voor woonbebouwing;

  5. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied de natuurbeschermingswetgeving;

  6. afhankelijk van het type woning voorzien wordt in 1,3-1,6 parkeerplaatsen per woning binnen het wijzigingsgebied;

  7. de economische uitvoerbaarheid op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening moet zijn verzekerd.

 

Artikel 38 wro-zone – wijzigingsgebied 4

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd onder toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 4’, de bestemming ‘Gemengd-1’  te wijzigen in de bestemmingen Wonen, Tuin, ‘ Wonen – Gestapeld’ , Bedrijf en Kantoor, met dien verstande dat:

38.1.1 deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 4' en met inachtneming van de volgende uitgangspunten:

  1. het aantal woningen niet meer bedraagt dan 80;

  2. de bouwhoogte van grondgebonden woningen niet meer bedraagt dan 10 meter;

  3. de bouwhoogte van gestapelde woningbouw niet meer bedraagt dan 18 meter;

  4. het gezamenlijke oppervlak aan bedrijfs- en kantoorbebouwing niet meer is dan 3.000 m2 bvo;

  5. de bouwhoogte van bedrijfs- of kantoorbebouwing niet meer bedraagt dan 13 meter;

  6. er uitsluitend bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan die vallen in ten hoogste categorie 2 van de tot het plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten’;

  7. de naar de Hoofdweg gekeerde bebouwingsgrens niet dichter op de Hoofdweg komt te liggen dan de naar de Hoofdweg gekeerde bebouwingsgrens van het bouwblok aan de Hoofdweg 615;

  8. er voorzien wordt in een wandel- en fietsroute tussen de Hoofdweg westzijde en de Graftermeerstraat;

  9. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere waarde;

  10. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied van externe veiligheid;

  11. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied van luchtkwaliteit;

  12. is aangetoond dat de bodemkwaliteit is of zodanig wordt gemaakt, dat er geen belemmeringen zijn voor woonbebouwing;

  13. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op het gebied de natuurbeschermingswetgeving;

  14. er voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd dienen te worden op eigen terrein en zoals bepaald in de landelijke CROW-normen

  15. de economische uitvoerbaarheid op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening moet zijn verzekerd.