Artikel 37 Leiding - Water
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding – Water' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van water met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
37.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
op deze gronden mogen ten behoeve van de in 35.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter;
ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
37.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen
overeenkomstig de andere daar geldende bestemmingen, indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
35.4.1 Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
het indrijven van voorwerpen in de bodem;
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen,
mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
het permanent opslaan van goederen.
35.4.2 Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
die reeds in uitvoering zijn op het van kracht worden van het plan;
die het normale onderhoud van de leiding en belemmeringenstrook of van de functies van de andere geldende bestemmingen betreffen;
welke graafwerkzaamheden zijn als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse
netten.
35.4.3 Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of
van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden
niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.