HOOFDSTUK 3 Algemene regels

 

 

Artikel 26 Anti-dubbeltelbepaling

 

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 27 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

 

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;

  2. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; en

  3. de ruimte tussen bouwwerken.

 

 

Artikel 28 Parkeren

 

Bij het bouwen op grond van deze planregels dient te allen tijde te worden voldaan aan hetgeen te aanzien van de normering inzake parkeren is vastgelegd in het meest recente parkeerbeleid van de gemeente.

 

Artikel 29 Algemene afwijkingsregels

 

Burgemeester en wethouders, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde op de verbeelding en in deze regels voor:

  1. het afwijken met niet meer dan 10% van de in dit bestemmingsplan aangegeven percentages, maten en oppervlakten;

  2. het in geringe mate aanpassen van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of - intensiteit daartoe aanleiding geven;

  3. het in geringe mate afwijken tot ten hoogste 2 m van een bouwgrens, mits dit nodig is om het plan aan te passen vanwege een blijkbaar meetverschil tussen werkelijke toestand van het terrein en de verbeelding;

  4. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;

  5. het verhogen van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen met maximaal 25% ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits de totale oppervlakte van vergrotingen op dat gebouw niet meer is dan 50% van de oppervlakte van de bovenste verdiepingsvloer;

  6. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van civiele kunstwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m.

  7. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte met 5 meter voor het op stedenbouwkundig aanvaardbare wijze behuizen van de technische installaties, met dien verstande dat maximaal 25% van het dakvlak mag worden bebouwd.

 

Artikel 30 Algemene wijzigingsregels

 

30.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

 

 

Artikel 31 Luchtvaartverkeerzone - lib

 

31.1 Luchtvaartverkeerzone-LIB 2.2.1

 

VVoor zover de gronden, met de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone-lib’, zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB art. 2.2.1, zoals aangegeven in de bij deze regels behorende bijlage LIB 221, gelden de beperkingen met betrekking tot bebouwing en het gebruik daarvan, gesteld in artikel 2.2.1 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.

 

31.2 Luchtvaartverkeerzone-LIB 2.2.2

 

Voor zover de gronden, met de aanduiding “Luchtvaartverkeerzone”, zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB art. 2.2.2, zoals aangegeven in de bij deze regels behorende bijlage LIB 222, gelden de beperkingen met betrekking tot de hoogte van gebouwen, andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en objecten, gesteld in artikel 2.2.2. van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.

 

 

31.3 Luchtvaartverkeerzone-LIB 2.2.3

 

Voor zover de gronden, met de aanduiding “Luchtvaartverkeerzone”, zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB art. 2.2.3, zoals aangegeven in de bij deze regels behorende bijlage LIB 223, gelden de beperkingen met betrekking tot de vogelaantrekkende werking gesteld in artikel 2.2.2. van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.

 

Artikel 32 Vrijwaringszone - Straalpad

 

32.1 Omschrijving

 

Ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone – straalpad’ gelden bouwhoogtebeperkingen.

 

32.2 Bouwregels

 

Op deze gronden mag de hoogte van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 30 meter +NAP bedragen.

 

 

Artikel 33 wro-zone - wijzigingsgebied

 

33.1 wro-zone - wijzigingsgebied 1

 

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 1' de bestemming 'Groen' gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Verkeer' ten behoeve van de aanleg van een weg, met dien verstande dat deze weg niet breder mag zijn dan 7 meter.

 

33.2 wro-zone - wijzigingsgebied 2

 

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 2' de bestemming 'Groen' gedeeltelijk wijzigen in de bestemming verkeer ten behoeve van de aanleg van een Hoogwaardig Openbaar Vervoersverbinding.

 

33.3 wro-zone - wijzigingsgebied 3

 

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 3' de bestemmingen 'Cultuur en ontspanning' en 'Natuur' gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'horeca' ten behoeve een horecabedrijf in categorie 1 als bedoeld in artikel 1.41 en een terras onder de voorwaarde dat voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen.

 

33.4 wro-zone - wijzigingsgebied 4

 

33.4.1 Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 4’ de bestemming “Wonen – Voormalig agrarisch bedrijf” deels wijzigen in “Gemengd 2” met inachtneming van de volgende bepalingen:

a. de bestemming van de gronden, gelegen op de eerste 50 meter vanaf de grens van de bestemming 'Verkeer' met de bestemming 'Tuin' mag gewijzigd worden in de bestemming 'Gemengd 2';

b. voor de bestemming 'Gemengd 2' zijn de regels van toepassing, zoals opgenomen in artikel 11 van dit bestemmingsplan;

c. de eerste 14 meter van de bestemming 'Gemengd 2', gemeten vanaf de grens van de bestemming 'Verkeer' met de bestemming 'Tuin' krijgt op de verbeelding van het wijzigingsplan geen bouwvlak;

d. het bebouwingspercentage binnen de bestemming 'Gemengd 2' mag niet meer zijn dan 60% en de bouwhoogte niet meer dan 10 meter;

 

33.4.2 Burgemeester en wethouders kunnen, indien de ontsluiting via de nieuwe ontsluitingsweg evenwijdig aan de Rijnlanderweg is geregeld, ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 4’ de bestemming 'Wonen – Voormalig agrarisch bedrijf' deels wijzigen in 'Bedrijventerrein 2' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de bestemming van de gronden, op een afstand van 50 meter, gemeten vanaf de grens van de bestemming 'Verkeer' met de bestemming 'Tuin' mag gewijzigd worden in 'Bedrijventerrein 2';

  2. binnen een zone van 30 meter breed, gemeten vanaf de bestemming verkeer aan de achterzijde van het perceel, zijn showrooms toegestaan en wordt op de verbeelding de aanduiding ‘specifieke vorm van dienstverlening – showroom’ opgenomen;

  3. voor de bestemming 'Bedrijventerrein 2' zijn de regels van toepassing, zoals opgenomen in artikel 8 van dit bestemmingsplan;

  4. het bebouwingspercentage binnen de bestemming 'Bedrijventerrein 2' mag niet meer zijn dan 60% en de bouwhoogte niet meer dan 12 meter, met uitzondering van de zone genoemd onder sub b met de aanduiding ‘specifieke vorm van dienstverlening – showroom’. Hier geldt een bebouwingspercentage van 40% en een bouwhoogte van 25 meter;

  5. ontsluiting van de bestemming 'Bedrijventerrein 2' dient plaats te vinden via de nieuw aan te leggen ontsluitingsweg aan de achterzijde van het perceel.