Artikel 10 Gemengd - 1
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijfsactiviteiten gericht op logistiek en logistiek distributieverwant, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf tot en met categorie 3.1’ bedrijfsactiviteiten behorende tot bedrijfscategorie 1, 2 of 3.1 van de bij dit bestemmingsplan opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten 1 zijn toegestaan;
b. onzelfstandige kantoren ten behoeve van bedrijven gevestigd binnen A4 Zone West;
c. een hotel;
d. detailhandel, met uitzondering van volumineuze detailhandel en supermarkten;
e. research, development en opleidingen ten behoeve van de onder a. genoemde bedrijven;
f. cultuur en ontspanning, waaronder wellness;
g. sport en recreatie, waaronder fitness;
h. showrooms;
met daarbij behorend(e):
i. (ontsluitings)wegen
j. ondersteunende functies, zoals horeca,;
k. verhardingen, in- en uitritten;
l. fiets- en voetpaden;
m. groen;
n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
o. nutsvoorzieningen,
p. voorzieningen ten behoeve van warmte/koudeopslag, zoals leidingen en opslagtanks
q. voorzieningen ten behoeve van duurzame energieopwekking, zoals biogas en zonne-energie;
r. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
s. kunstobjecten en reclame-uitingen
10.2 Bouwregels
10.2.1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte en bebouwingspercentage toegestaan;
10.2.2. Voor het bouwen van warmte/koudeopslagvoorzieningen gelden aanvullend de volgende bepalingen:
a. de voorzieningen mogen (deels) ondergronds gebouwd mogen worden;
b de bouwhoogte mag niet meer dan 8 meter zijn;
c. de oppervlakte mag niet meer dan 400 m2 zijn;
10.2.3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan 2 meter;
de hoogte van lichtmasten mag niet meer zijn dan 10 meter;
de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 6 meter.
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.3.1 ten aanzien van het hotel en de detailhandelsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
a. het hotel mag niet meer dan 200 kamers hebben;
het bruto bedrijfsvloeroppervlak van de detailhandelsvoorzieningen als bedoeld in 10.1. sub d mag niet meer bedragen dan 1.500 m² in totaal en 250 m2 per vestiging;
10.3.2 het gebruik van gebouwen voor activiteiten, zoals horeca en detailhandel, dienende ter functionele ondersteuning van de hoofdactiviteit is toegestaan, met dien verstande dat:
de ondersteunende activiteit ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit en niet meer omvat dan 10% van het bruto bedrijfsvloeroppervlak van die hoofdactiviteit met een maximum van 150 m² in geval van horeca en een maximum van 100 m² in geval van detailhandel;
de openingstijden van de ondersteunende activiteit vallen binnen de openingstijden van de hoofdactiviteit;
de toegang tot de ondersteunende activiteit uitsluitend mogelijk is via het erf of de toegang van de hoofdactiviteit.
10.3.3 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere bedrijven dan de bedrijven die zijn bedoeld in 10.1. sub a;
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel in volumineuze artikelen en supermarkten;
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;
het gebruik van gronden ten behoeve van parkeerfaciliteiten ten behoeve van het parkeren van auto’s van passagiers van de luchthaven Schiphol;
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting dan wel prostitutie.
10.4 Wijzigingsbevoegdheid
10.4.1. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en toestaan dat de gronden de bestemming ‘Horeca’ krijgen onder de voorwaarden dat:
a. horeca tot en met categorie 2 als bedoeld in artikel 1.41 is toegestaan;
b. de economische haalbaarheid is aangetoond en
c. geen afbreuk wordt gedaan aan mogelijkheden van aangrenzende bestemmingen.
10.4.2. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en toestaan dat de gronden de bestemming ‘Maatschappelijk – Kinderdagverblijf’, inclusief buitenschoolse opvang krijgen tot een oppervlakte van maximaal 200 m² en bijbehorende buitenruimte, onder de voorwaarden dat:
uit onderzoek blijkt dat er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid;
er voldoende parkeerplaatsen worden gecreëerd en
de ontsluiting en de verkeersafwikkeling voldoende zijn gewaarborgd.