Artikel 10 Gemengd

 

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. detailhandel in de branches:

1. bouwmarkten;

2. keukens en sanitair;

3. meubels en woninginrichting;

4. grove bouwmaterialen;

5. vervoer- en transportmiddelen ( (motor)voertuigen, waaronder boten, kampeermiddelen);

6. media, bruin- en witgoed;

7. sport en spel;

8. huishoudelijke en luxe artikelen;

9. antiek en kunst

10. dier en plant;

11. baby-artikelen

 

waarbij detailhandel in overige artikelen is toegestaan, met uitzondering van niet-branchegerelateerde detailhandel in levensmiddelen, persoonlijke verzorging, kleding en mode, schoenen en lederwaren, goud en zilver, optische artikelen, hobby;

 

b.bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de tot dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat bedrijfsactiviteiten behorende tot bedrijfscategorieën 1 en 2 zijn toegestaan;

c. kantoor;

d. horeca, met uitzondering van hotels en discotheken;

e. ondersteunende horeca;

 

f. ondersteunende detailhandel ten behoeve van bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder d. van dit lid;

 

met daarbij behorend(e):

g. verhardingen;

h. parkeren;

i. speelvoorzieningen;

j. groen;

k. water.

 

met dien verstande dat:

l. verkooppunten van motorbrandstoffen niet zijn toegestaan;

m. risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrihtingen en het Vuurwerkbesluit, opslag hieronder begrepen, niet zijn toegestaan.

 

10.2 Bouwregels

10.2.1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat per bouwperceel buiten het bouwvlak gebouwen mogen worden geplaatst tot niet meer dan 40 m²;

b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte en bebouwingspercentage toegestaan;

c. van gebouwen buiten het bouwvlak mag de goothoogte niet meer zijn dan 3 meter en de bouwhoogte niet meer dan 4 meter;

d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de begane grond vrij te blijven van bebouwing, waarbij

de vrije doorgang een hoogte dient te hebben van minimaal 3 meter;

e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – luifel' is een overkapping toegestaan waarbij

de vrije doorgang een hoogte dient te hebben van minimaal 5 meter;

f. binnen het aaneengesloten bestemmingsvlakte mag de totale, al dan niet geheel overdekte, bruto bedrijfsvloeroppervlakte voor detailhandel niet meer zijn 34.900 m² en voor bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder 1 sub b niet meer dan 12.400 m²;

g. binnen het aaneengesloten bestemmingsvlak dient voor ten minste 80% van het totale, al dan niet geheel overdekte, bruto bedrijfsvloeroppervlakte de bruto bedrijfsvloeroppervlakte per detailhandelsvestiging ten minste 1000 m² te zijn;

h. binnen het aaneengesloten bestemmingsvlak dient de, al dan niet geheel overdekte, bruto bedrijfsvloeroppervlakte van de onder 10.1 sub a nummers 5 t/m 11 van dit artikel genoemde branches per detailhandelsvestiging ten minste 500 m² te zijn, waarbij het totale vloeroppervlak van genoemde branches niet meer mag zijn dan 33% van het totale, al dan niet geheel overdekte, bruto bedrijfsvloeroppervlakte, met een maximum van 11.500 m²;

i. detailhandel in overige artikelen als bedoeld onder 1 sub a van dit artikel, mag per vestiging niet meer zijn dan 20% van de , al dan niet geheel overdekte, bruto bedrijfsvloeroppervlakte;

j. kantoor is toegestaan tot een aandeel van maximaal 30% van het bruto bedrijfsvloeroppervlakte van bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder 10.1 sub b.;

k. dienstverlening is toegestaan tot maximaal 10% van het bruto bedrijfsvloeroppervlakte van bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder 10.1 sub b.;

l. horeca als genoemd onder 10.1 sub d is toegestaan tot niet meer dan totaal 700 m²;

m. ondersteunende horeca als genoemd onder 10.1 sub e. van dit artikel mag per vestiging niet meer zijn dan 10% van de bruto bedrijfsvloeroppervlakte met een maximum van 150 m²;

n. ondersteunende detailhandel als genoemd onder 10.1 sub f. van dit artikel mag per bedrijfsvestiging niet meer zijn dan 10% van de bruto bedrijfsvloeroppervlakte met een maximum van 100 m²;

o. de oppervlakte van bijbehorende administratieve ruimte mag per vestiging niet meer zijn dan 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte.

 

10.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan 2 meter;

  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 10 meter.

 

10.3 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, afwijking verlenen van het bepaalde in lid 1. sub e. van dit artikel voor het vestigen van bedrijfsactiviteiten in maximaal categorie 3.2 en voor bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen op de bij dit plan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, mits:

a. deze naar hun aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot maximaal categorie 2;

b. het geen risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Vuurwerkbesluit betreft.