Artikel 8 Bedrijventerrein - 4

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijventerrein - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat bedrijfsactiviteiten behorende tot bedrijfscategorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 zijn toegestaan;

  2. Wgh-inrichtingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – Wet geluidhinder-inrichting';

  3. kantoorruimte ten dienste van binnen het bestemmingsvlak gevestigde bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';

  4. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’

  5. een laad- en losplaats ter plaatse van de aanduiding 'laad en losplaats';

  6. een bedrijfswoning is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.

 

met daarbij behorend(e):

  1. wegen;

  2. verhardingen, inritten en uitritten;

  3. fietspaden en voetpaden;

  4. groen;

  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  6. nutsvoorzieningen;

  7. parkeervoorzieningen;

  8. kantoren

 

met dien verstande dat:

  1. verkooppunten van motorbrandstoffen niet zijn toegestaan;

  2. risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Vuurwerkbesluit, opslag hieronder begrepen, niet zijn toegestaan.

 

8.2 Bouwregels

8.2.1 Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;

  2. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot-, bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage’ zijn de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte en bebouwingspercentage toegestaan;

  3. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage’ zijn de aangegeven maximale bouwhoogte en bebouwingspercentage toegestaan;

  4. ter plaatse van de aanduiding laad- en losplaats is één bedrijfsgebouw toegestaan die niet meer mag bedragen dan 3 meter hoog en opppervlakte van 20 m².

 

8.2.2 Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. per aanduidingsvlak mag niet meer dan één bedrijfswoning worden gebouwd;

  2. voor niet-inpandige bedrijfswoningen mag de goothoogte niet meer zijn dan 6 meter;

  3. voor niet-inpandige bedrijfswoningen mag de bouwhoogte niet meer zijn dan 9 meter;

  4. de inhoud van een bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen mag niet meer zijn dan 650 m3;

  5. de oppervlakte van bijgebouwen mag per woning niet meer zijn dan 60 m²;

  6. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer zijn dan 3 meter;

  7. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer zijn dan 5 meter.

 

8.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;

  2. de bouwhoogte van een overslaginstallatie mag niet meer zijn dan 15 meter;

  3. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 meter zijn.

 

 

8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. het bepaalde in art. 8.2.2 sub b en c toestaan dat de goothoogte en de bouwhoogte van een gebouw worden vergroot met niet meer dan 1 meter;

 

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere bedrijven dan de bedrijven die zijn bedoeld 8.1 sub a;

  2. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan ten behoeve van ondersteuning van de hoofdfunctie als bedoeld in art. 8.1;

  3. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;

  4. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting dan wel prostitutie;

  5. de oppervlakte van bijbehorende administratieve ruimte mag per bedrijf niet meer zijn dan 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte, tot een maximum van 500m² ; in afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte; bruto' ten hoogste de aangegeven brutovloeroppervlakte oppervlakte toegestaan ten dienste van het bijbehorend binnen het bestemmingsvalk gevestigde bedrijf;

 

 

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in zowel art. 8.1 als art. 8.4 onder a voor het vestigen van bedrijfsactiviteiten die één categorie hoger zijn ingeschaald en voor bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits:

  1. deze naar hun aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de categorie die maximaal is toegestaan binnen de betreffende bestemming;

  2. het geen risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Vuurwerkbesluit betreft.