Regels

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

 

 

ARTIKEL 1 Begrippen

 

verordening:

de beheersverordening Haarlemmermeer 2014 aanvulling met datacenters met identificatienummer NL.IMRO.0394.BHVlgbdatacenters0-C001 van de gemeente Haarlemmermeer

 

beheersverordening:

de geometrisch bepaalde verordeningsobjecten met de bijbehorende regels

 

150 kV-inkoopstation:

een niet-publieke voorziening niet in beheer van de netbeheerder waar elektrische wisselstroom kan worden omgezet van 150 kilovolt naar een ander voltage

 

besluitgebied:

het werkingsgebied van de verordening

 

besluitvlak:

een gebied, geometrisch vastgelegd binnen het besluitgebied

 

bestaand gebruik van een datacenter:

het gebruik, zoals aanwezig op 12 juli 2019, conform de geldende gebruiksregels of een omgevingsvergunning

 

datacenter:

een bedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het digitaal opslaan en verwerken van informatie op computers (servers)

 

maximaal aansluitvermogen elektriciteit:

het maximale vermogen dat een elektriciteitsaansluiting van een functie aan kan

 

megavoltampère (MVA):

een eenheid die wordt gebruikt om het schijnbaar vermogen van een elektrisch wisselspanningcircuit aan te duiden

 

nieuw datacenter:

een datacenter of een deel van een datacenter waarvoor op 12 juli 2019 nog geen omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen of gebruik is verleend

 

plan:

het bestemmingsplan Parapluplan datacenters met identificatienummer NL.IMRO.0394.BPGhlmdatacenters0-C001 van de gemeente Haarlemmermeer

 

 

ARTIKEL 2 Wijze van meten

 

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

2.1 aansluitvermogen elektriciteit:

voor het bepalen van het aansluitvermogen elektriciteit van een nieuw datacenter wordt uitsluitend uitgegaan van het energieverbruik dat gerelateerd is aan de functie van een datacenter waar het zich in hoofdzaak op richt, en niet aan eventuele nevenfuncties zoals het leveren van warmte aan een warmtenet.

 

2.2 beschikbaarheid aansluitvermogen elektriciteit:

voor het bepalen van het nog beschikbare aansluitvermogen elektriciteit is het moment van ontvangst van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen of milieu voor een nieuw datacenter door het bevoegd gezag bepalend.

 

 

HOOFDSTUK 2 ALGEMENE REGELS

 

 

ARTIKEL 3 Anti-dubbeltelregel

 

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

 

ARTIKEL 4 Algemene gebruiksregels

 

4.1 Aansluiting op een energienetwerk

Een nieuw datacenter mag pas in gebruik worden genomen als het is aangesloten op een energienetwerk met afdoende capaciteit waarbij vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de netbeheerder.

 

4.2 Maximaal aansluitvermogen elektriciteit

  1. Het maximale aansluitvermogen elektriciteit voor nieuwe datacenters mag binnen de verordening en het plan bij elkaar opgeteld niet meer bedragen dan 550 MVA met uitzondering van bestaand gebruik van een datacenter;

  2. In afwijking van het bepaalde onder 4.2 sub 1 mag het maximale aansluitvermogen elektriciteit van alle datacenters gezamenlijk meer bedragen dan 550 MVA als de overschrijding volledig gecompenseerd wordt door een permanente buitenwerkstelling van één of meerdere datacenters die in gebruik zijn genomen vóór de peildatum van 12 juli 2019 gelegen binnen de verordening of het plan;

  3. Voor een enkel nieuw datacenter, of meerdere feitelijk of organisatorisch aan elkaar gelieerde nieuwe datacenters geldt voor zover de onderlinge afstand van enig punt van de bouwwerken daarvan niet meer bedraagt dan 1.500 meter, dat het totale aansluitvermogen elektriciteit daarvoor uitsluitend meer mag bedragen dan 80 MVA als:

  1. een aansluiting op een 150 kV-inkoopstation wordt gerealiseerd;

  2. het 150 kV-inkoopstation niet gelegen is in de openbare ruimte en

  3. de grootste afstand tussen enig punt van een bouwwerk van een 150 kV-inkoopstation tot enig punt van een bouwwerk voor een enkel nieuw datacenter of tot enig onderdeel van meerdere feitelijk of organisatorisch aan elkaar gelieerde nieuwe datacenters bedraagt niet meer dan 1.500 meter.

 

4.3 Onverharde gronden

  1. Gronden behorende bij een nieuw datacenter, niet verhard door de aanwezigheid van een gebouw, mogen voor niet meer dan 25% verhard worden met een minimum van 250 m2;

  2. Het gebruik van gronden voor een nieuw datacenter is uitsluitend toegestaan als uiterlijk binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor een nieuw datacenter, de onverharde gronden landschappelijk goed zijn ingepast overeenkomstig de benuttingsmogelijkheden voor onverharde gronden zoals genoemd in het Datacenterbeleid gemeente Haarlemmermeer. De landschappelijke inpassing van de onverharde gronden wordt vervolgens in stand gehouden.

 

 

ARTIKEL 5 Overige regels

 

5.1 Reikwijdte en toepassing

 

5.1.1 De regels van deze verordening gelden ter plaatse van het besluitvlak en zijn van toepassing op de volgende beheersverordeningen, uitsluitend voor die delen die behoren tot het besluitgebied zoals aangeduid op de verbeelding van deze verordening:

  1. Haarlemmermeer 2014, vastgesteld door de gemeenteraad van Haarlemmermeer op 4 december 2014 met identificatienummer NL.lMR0.0394.BVOhlm2014-C001;

  2. Haarlemmermeer 2014 aanvulling met parkeerregels, vastgesteld door de gemeenteraad van Haarlemmermeer op 7 juni 2018 met identificatienummer NL.IMR0.0394.BHVlgbparkeerregls-C001.

 

5.1.2 Voor zover in de in 5.1.1 bedoelde beheersverordeningen regels voorkomen die in strijd zijn met de regels van deze verordening, komen de regels van deze verordening daarvoor in de plaats, uitsluitend voor de delen die behoren tot het besluitgebied zoals aangeduid op de verbeelding.

 

5.1.3 De regels van de in 5.1.1 bedoelde beheersverordeningen blijven voor het overige onverminderd van toepassing.

 

 

 

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

 

 

ARTIKEL 6 Overgangsrecht

 

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van de verordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 sub 1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 6.1 sub 1 met maximaal 10 %.

  2. Het bepaalde in 6.1 sub 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van die verordening.

 

6.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  2. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in 6.2 sub 1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  3. Indien het gebruik, bedoeld in 6.2 sub 1, na de inwerkingtreding van de verordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  4. Het bepaalde in 6.2 sub 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende bepalingen van de beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van die verordening.

 

6.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens één of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders voor die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.

 

 

ARTIKEL 7 Slotregel

 

Deze regels worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening ‘Haarlemmermeer 2014 aanvulling met datacenters’ van de gemeente Haarlemmermeer.