direct naar inhoud van Regels

Mientekade

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0393.BPMientekade-VG01

Artikel 6 Waterstaat – Beschermingszone waterkering

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. de instandhouding en/of bescherming van de waterkerende functie van de aangrenzende waterkering.

 

6.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:

  1. bouwwerken ten behoeve van de instandhouding van de aangrenzende waterkering;

  2. bouwwerken ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, uitsluitend binnen de aangeduide bouwvlakken, met dien verstande dat ondergronds bouwen niet is toegestaan.

 

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder b voor het bouwen buiten een bouwvlak ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden en conform de bijbehorende regels, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. De bebouwing mag niet ten koste gaan van de mogelijkheid tot het aanleggen en onderhouden van de waterkering.

  2. De bebouwing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het waterkerende vermogen van de waterkering.

  3. Het bevoegd gezag dient schriftelijk advies in te winnen bij de beheerder van de waterkering.

 

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

6.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren buiten een bouwvlak:

  1. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;

  2. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;

  3. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;

  4. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.

 

6.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;

  2. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

6.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de aangrenzende waterkering. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de waterkering.