direct naar inhoud van Regels

Mientekade

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0393.BPMientekade-VG01

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Groen

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen;

  2. bermen en beplantingen;

  3. speelvoorzieningen;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bergbezinkbassins;

  5. voorzieningen voor langzaam verkeer;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tevens voor parkeren met bijbehorende voorzieningen;

  7. voorzieningen ten behoeve van de afvalverzameling;

  8. straatmeubilair, waaronder lichtmasten en kunstobjecten;

  9. kunstwerken;

  10. nutsvoorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

 

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van speeltoestellen mag niet meer bedragen dan 5 m.

  2. De bouwhoogte van straatmeubilair mag niet meer bedragen dan 6 m.

  3. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  2. wegen en paden;

  3. parkeren met bijbehorende voorzieningen;

  4. groenvoorzieningen;

  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  6. straatmeubilair, waaronder lichtmasten en kunstobjecten;

  7. kunstwerken;

  8. nutsvoorzieningen;

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

 

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van straatmeubilair mag niet meer bedragen dan 6 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

Artikel 5 Wonen

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen, waarvan minimaal 60% sociale huurwoningen;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg' tevens een gezondheidscentrum met daarbij behorende (gemeenschappelijke) voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'beroep aan huis' tevens aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven, uitsluitend op de begane grond;

  4. tuinen, erven en verhardingen;

  5. bergingen;

  6. voorzieningen ten behoeve van de afvalverzameling;

  7. parkeervoorzieningen;

  8. wegen en paden;

  9. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

5.2 Bouwregels

 

5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, in de vorm van gestapelde woningen.

  2. Het aantal woningen per bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'.

  3. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – sociale huurwoning' mogen sociale huurwoningen worden gebouwd.

  4. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven.

 

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

5.3 Specifieke gebruiksregels

 

5.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

Ter plaatse van de aanduiding 'beroep aan huis' is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf naast de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

 

  1. De vloeroppervlakte voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van een woning tot een maximum van 50 m².

  2. De activiteiten vinden uitsluitend plaatse op de begane grond.

  3. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.

  4. Detailhandel en horecabedrijven zijn niet toegestaan.

  5. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

  6. Het gebruik is vanuit milieuhygiënisch oogpunt inpasbaar.

  7. Buitenopslag is niet toegestaan.

 

5.3.2 Gezondheidscentrum

Ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg' is op de begane grond een gezondheidscentrum toegestaan met een oppervlakte van maximaal 350 m2.

Artikel 6 Waterstaat – Beschermingszone waterkering

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. de instandhouding en/of bescherming van de waterkerende functie van de aangrenzende waterkering.

 

6.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:

  1. bouwwerken ten behoeve van de instandhouding van de aangrenzende waterkering;

  2. bouwwerken ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, uitsluitend binnen de aangeduide bouwvlakken, met dien verstande dat ondergronds bouwen niet is toegestaan.

 

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder b voor het bouwen buiten een bouwvlak ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden en conform de bijbehorende regels, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. De bebouwing mag niet ten koste gaan van de mogelijkheid tot het aanleggen en onderhouden van de waterkering.

  2. De bebouwing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het waterkerende vermogen van de waterkering.

  3. Het bevoegd gezag dient schriftelijk advies in te winnen bij de beheerder van de waterkering.

 

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

6.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren buiten een bouwvlak:

  1. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;

  2. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;

  3. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;

  4. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.

 

6.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;

  2. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

6.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de aangrenzende waterkering. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de waterkering.

Artikel 7 Waterstaat – Waterkering

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. voorzieningen voor de directe en indirecte kering van het water;

  2. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering.

 

7.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de waterkering.

 

7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden en conform de bijbehorende regels, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. De bebouwing mag niet ten koste gaan van de mogelijkheid tot het aanleggen en onderhouden van de waterkering.

  2. De bebouwing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het waterkerende vermogen van de waterkering.

  3. Het bevoegd gezag dient schriftelijk advies in te winnen bij de beheerder van de waterkering.

 

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

7.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijn, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  1. het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen;

  2. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;

  3. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;

  4. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;

  5. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.

 

7.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 7.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;

  2. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

7.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 7.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de waterkering.

Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de waterkering.