9.1 Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van:
-
in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakten en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakten en inhoudsmaten percentages en afstandseisen;
-
de in het plan genoemde maximale goot- en bouwhoogten ten behoeve van een dakopbouw, waarbij een overschrijding is toegestaan van maximaal 20% van de maximale goot- en bouwhoogten;
-
de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
-
de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken geen gebouwen zijnde en ten behoeve van zend, ontvang en/of sirenemasten wordt overgroot tot maximaal 40 m;
-
de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m.
9.2 Een afwijking bij omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.1 kan slechts worden verleend, mits:
-
de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
-
het straat en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
