20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Woongebied – Uit te werken’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
woningen;
aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 lid 1 en 2;
mantelzorg in een afhankelijke woonruimte;
ontsluitingswegen,
met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
20.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken deze bestemming uit met inachtneming van het bepaalde in de volgende uitwerkingsregels:
De uitwerking van de bestemming vindt plaats in goede afstemming met de aangrenzende bestemmingen.
Uitwerking vindt plaats op basis van een door de gemeenteraad vastgesteld stedenbouwkundig plan.
De geluidsbelasting op de woningen wegens wegverkeerslawaai bedraagt niet meer dan 48 dB(A) dan wel een door Burgemeester en wethouders voorafgaand aan vaststelling van het uitwerkingsplan toegekende hogere waarde.
De geluidsbelasting op de woningen wegens spoorweglawaai bedraagt niet meer dan 55 dB(A) dan wel een door Burgemeester en wethouders voorafgaand aan vaststelling van een uitwerkingsplan toegekende hogere waarde.
Ten opzichte van de in de omgeving van het plangebied aanwezige bedrijvigheid wordt een zodanige afstand in acht genomen dat dit niet leidt tot overschrijding van de op grond van milieuregelgeving geldende geluidsnorm.
Binnen de bestemming zijn vrijstaande-, twee-onder-een-kap, rijwoningen en gestapelde woningen toegestaan.
De bouwhoogte van vrijstaande-, twee-onder-een-kap en rijwoningen mag niet meer bedragen dan 11 m.
De bouwhoogte van gestapelde woningen mag niet meer bedragen dan 13 m.
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan gemiddeld 5 per hectare, met dien verstande dat:
het totale aantal nieuw te bouwen woningen binnen dit bestemmingsplan niet meer dan 573 mag bedragen.
op de gronden ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” het aantal woningen niet meer dan het aangegeven aantal mag bedragen.
20.3 Bouwregels
Op of in de in lid 20.1, bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens het in zodanig plan bepaalde.
20.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 20.3, voor het bouwen van bouwwerken op of in de gronden, indien:
het bouwplan in overeenstemming is met een ontwerp-uitwerkingsplan;
het bouwwerken betreft waarvoor ingevolge of krachtens de Woningwet geen bouwvergunning is vereist.
