18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd – Uit te werken 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woningen;
-
aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 lid 23.1 en 23.2;
-
wonen en werken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van gemengd – wonen/werken”;
-
detailhandel, in de vorm van ten hoogste één supermarkt met een buurtverzorgende functie;
-
maatschappelijke voorzieningen;
-
ontsluitingswegen,
met de daarbij behorende:
- gebouwen;
-
bouwwerken geen gebouwen zijnde;
-
wegen en paden;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
parkeervoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
-
waterlopen en –partijen;
-
nutsvoorzieningen;
-
voorzieningen voor de waterhuishouding;
-
tuinen en erven.
18.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken deze bestemming uit met inachtneming van het bepaalde in de volgende uitwerkingsregels:
- De uitwerking van de bestemming vindt plaats in goede afstemming met de aangrenzende bestemmingen.
-
Uitwerking vindt plaats op basis van een door de gemeenteraad vastgesteld stedenbouwkundig plan, inclusief een nadere uitwerking van het Beeldkwaliteitsplan Wonen in het Groen.
-
De geluidsbelasting op de woningen wegens wegverkeerslawaai bedraagt niet meer dan 48 dB(A) dan wel een door Burgemeester en wethouders voorafgaand aan vaststelling van een uitwerkingsplan toegekende hogere waarde.
-
Op gronden ter plaatse van de aanduiding “wonen uitgesloten” zijn geen woningen toegestaan. In een plan van uitwerking mag een ontheffing worden opgenomen voor het mogelijk maken van woningen op deze gronden indien uit nader onderzoek blijkt dat deze woningen geen onevenredig nadelige gevolgen voor de omliggende bedrijven hebben.
-
Ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van gemengd – wonen/werken” zijn de gronden tevens bestemd voor wonen al dan niet in combinatie met:
-
kantoren en dienstverlenende bedrijven of –instellingen;
-
bedrijven die zijn genoemd in de bij deze regels behorende bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2.
-
In deze zone dienen ten minste 8 bedrijfswoningen te worden gerealiseerd.
-
Op gronden ter plaatse van de aanduiding “wonen uitgesloten” zijn geen woningen toegestaan. In een plan van uitwerking mag een ontheffing worden opgenomen voor het mogelijk maken van woningen, al dan niet in combinatie met de in sub e, onder 1 en 2 genoemde functies, op deze gronden indien uit nader onderzoek blijkt dat deze woningen geen onevenredig nadelige gevolgen voor de omliggende bedrijven hebben.
-
Binnen de bestemming zijn vrijstaande-, twee-onder-een-kap, rijwoningen en gestapelde woningen toegestaan.
-
De bouwhoogte van vrijstaande-, twee-onder-een-kap en rijwoningen mag niet meer bedragen dan 11 m.
-
De bouwhoogte van gestapelde woningen mag niet meer bedragen dan 14 m.
-
De bouwhoogte van een supermarkt bedraagt maximaal 5 m; de bouwhoogte van een supermarkt met bovenwoningen bedraagt maximaal 14 m.
-
De bouwhoogte van een gebouw voor maatschappelijke voorzieningen bedraagt maximaal 9 m en met bovenwoningen maximaal 14 m.
-
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan gemiddeld 25 per hectare, met dien verstande dat het totale aantal nieuw te bouwen woningen binnen dit bestemmingsplan niet meer dan 565 mag bedragen.
-
Het aantal sociale huur- en/of koopwoningen bedraagt minimaal 188 binnen het totale aantal binnen dit bestemmingsplan te bouwen woningen.
- Het aantal op basis van particulier opdrachtgeverschap te bouwen woningen bedraagt minimaal 85 binnen het totale aantal binnen dit bestemmingsplan te bouwen woningen.
-
De bedrijfsvloeroppervlakte van de supermarkt mag maximaal 1500 m2 bedragen.
18.3 Bouwregels
Op of in de in lid 18.1, bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens het in zodanig plan bepaalde.
18.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 18.3, voor het bouwen van bouwwerken op of in de gronden, indien:
- het bouwplan in overeenstemming is met een ontwerp-uitwerkingsplan;
-
het bouwwerken betreft waarvoor ingevolge of krachtens de Woningwet geen bouwvergunning is vereist. Per 1 oktober 2010 dient onder lid 18.4 sub b te worden verstaan: het bouwwerken betreffen waarvoor ingevolge of krachters de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geen ongevingsvergunning ten behoeve van het bouwen is vereist.
