gemeente: Castricum   status: Vastgesteld
plannaam: Schulpstet 7, 9, 13   datum: 09-09-2010
 

Artikel 4 Wonen

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. twee-onder-een-kapwoningen ter plaatse van de aanduiding “twee-aaneen”;

      2. vrijstaand woningen ter plaatse van de aanduiding “vrijstaand”

      3. aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.1 en artikel 7.2;

      4. Mantelzorg in een afhankelijke woonruimte.

Met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. Gebouwd binnen het bouwvlak;

      2. Ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” is ten hoogste het aangegeven aantal woningen toegestaan;

      3. Ter plaatse van de aanduiding “maximale goothoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;

      4. Ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” is ten hoogste de maximale bouwhoogte toegestaan.

4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen zowel in als buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. Gebouwd, op het achter- of zijerf, minimaal 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat uitbouwen in de vorm van erkers op het voorerf mogen worden aangebouwd, mits:

        1. De horizontale diepte maximaal 1 m bedraagt;

        2. De diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde, gronden minimaal 2,5 m bedraagt;

        3. De goothoogte maximaal 3 m bedraagt, dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m;

      2. Gezamenlijke oppervlakte voor zover bebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw maximaal 75 m2;

      3. Het bouwperceel mag niet meer dan voor 50% worden bebouwd;

      4. Goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m;

      5. Bouwhoogte van de aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m;

      6. Bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 4,5 m;

      7. In afwijking van 4.2.2.f geldt voor bestaande vrijstaande bijgebouwen de bestaande bouwhoogte als maximaal toegestane bouwhoogte;

      8. Hoogte van balkonhekken op aan- en uitbouwen en overkappingen maximaal 1,2 m ten opzichte van de hoogte van de eerste bouwlaag van aan-, uitbouw of overkappingen.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

      1. Erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel 1 m;

      2. Erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel 2 m;

      3. Pergola’s 2,5 m;

      4. Vlaggenmasten 6,5 m;

4.3 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 4.2.2a voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

      1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;

      2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig mag worden geschaad;

      3. verkeersveiligheid mag niet worden geschaad.