Artikel 9 - Maatschappelijke doeleinden - M -
| Algemene doeleinden | Lid 1. | De gronden die op de plankaart aangewezen als 'Maatschappelijke doeleinden – M -' zijn bestemd voor: | |
| a. | maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen; | ||
| b. | zorgappartementen die bestaan uit elk één zorgeenheid; | ||
| c. | zorggerelateerde voorzieningen op commerciële basis; | ||
| d. | kleinschalige, al dan niet zelfstandige horeca, die ondergeschikt is aan de in dit lid, sub a tot en met c toegelaten activiteiten; | ||
| e. | toegangs- en ontsluitingswegen; | ||
| f. | water en groenvoorzieningen; | ||
| g. | voorzieningen van openbaar nut. | ||
| Inrichting | Lid 2. | Op de gronden zijn toegelaten: | |
| a. | gebouwen; | ||
| b. | bouwwerken, geen gebouw zijnde; | ||
| c. | tuinen en erven; | ||
| d. | verhardingen ten behoeve van ondermeer toegangswegen, paden en (ondergrondse) parkeervoorzieningen; | ||
| e. | beplantingen. | ||
| Strijdig gebruik | Lid 3. | Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 15 lid 1 wordt in elk geval gerekend de uitoefening van enige tak van handel, bedrijfsactiviteit of dienstverlening anders dan bedoeld in lid 1. | |
| Bouw- voorschriften |
Lid 4. | Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: | |
| a. | gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bestemmingsvlak, tevens bouwvlak; | ||
| b. | het bebouwingspercentage, te berekenen over het bestemmingsvlak, bedraagt maximaal 35; | ||
| c. | maximaal 40% van de vloeroppervlakte mag worden gebruikt voor de zorggerelateerde voorzieningen op commerciële basis; | ||
| d. | de bedrijfsvloeroppervlakte van de kleinschalige horeca bedraagt maximaal 100 m²; | ||
| e. | gebouwde erfafscheidingen zijn niet toegestaan; | ||
| f. | gebouwen moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema: | ||
| Gebouwen | Eis | ||
| maximale bouwhoogte | max 13,5 m¹ | ||
| maximaal aantal bouwlagen | max 4 | ||
| Lid 5. | Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaand schema: | ||
| Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Eis | ||
| armaturen voor verlichting en bewakingsapparatuur | max 8 m¹ | ||
| overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max 3 m¹ | ||
| Vrijstelling | Lid 6. | Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: | |
| a. | het bepaalde in lid 1 sub b, voor de verdeling van een zorgappartement in meerdere zorgeenheden; | ||
| b. | het bepaalde in lid 4 sub b voor het vaststellen van een hoger bebouwingspercentage tot ten hoogste 50 %; | ||
| c. | het bepaalde in lid 4 sub c, voor het vaststellen van een hoger bebouwingspercentage ten behoeve van de zorggerelateerde voorzieningen op commerciële basis tot ten hoogste 50%; | ||
| d. | De vrijstelling wordt getoetst aan de volgende aspecten: | ||
| 1. | de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast; | ||
| 2. | de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de directe omgeving; | ||
| 3. | de milieukwaliteit; | ||
| 4. | de verkeersveiligheid; | ||
| 5. | de parkeerdruk in het plangebied; | ||
| 6. | de sociale veiligheid; | ||
| 7. | de brandveiligheid en rampenbestrijding. | ||
| Voor de aspecten waarmee rekening gehouden moet worden bij de toetsing van de begrippen, wordt verwezen naar het algemeen toetsingskader in artikel 20 van deze voorschriften. |
|||
| Nadere eisen | Lid 7. | Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van: | |
| a. | de aanleg van parkeergelegenheid van voldoende omvang op eigen terrein en/ of binnen de bouwvlakken indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige parkeerdruk op het openbaar gebied. | ||
| Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |